De mooiste tijd van het jaar
G oedkoop vliegen wordt duurder. Een kop op de voorpagina van mijn krant. Europa roept een halt toe aan het gulle uitdelen van voordelen aan de Ierse low-cost vliegtuigmaatschappij in Charleroi. Ik ben een van de weinigen die nog nooit met Ryanair vanaf Brussels South vertrokken voor een prikje. Goed gek ? Op de een of andere manier lijkt het me niet koosjer, zo’n vliegtuigticket in de uitverkoop, naar Milaan heen en terug voor nog geen 26 euro bijvoorbeeld.
Het geld dat Michael O’Leary rijkelijk verdient, moet toch ergens vandaan komen, als het niet rechtstreeks uit de portemonnee van zijn passagiers komt ? Hoewel, zijn die passagiers wel zo zeker dat ze goedkoop vliegen ? Onrechtstreeks hebben ze meebetaald aan de spectaculaire expansie van de luchthaven van Charleroi en van andere regionale vliegvelden in Europa, die ruim gesubsidieerd werden vanuit overheidsfondsen. Met belastinggeld wordt steun verleend aan luchtvaartmaatschappijen als die van O’Leary. In ruil accepteren mensen dat ze weinig of geen verhaal hebben als er wat misloopt. Je kunt de redenering ook omdraaien natuurlijk : als de overheid smost met je zuur verdiende afgeroomde centen, kun je er beter van profiteren en zo veel mogelijk Ryanair vliegen.
Maar zou het niet simpeler zijn te handelen in goederen en diensten tegen eerlijke prijzen dan ‘de mensen’ de illusie te geven dat de gebraden kippen hen in de mond zullen vliegen en dat dat hun goed recht is ? Michael O’Leary gaat er prat op dat dankzij zijn bedrijf mensen hebben kunnen reizen die nooit eerder gereisd hebben.
Dan is de vraag : wat is reizen ? Ik hoorde vanmorgen nog het verhaal van een echtpaar dat een reis naar Australië won via een wedstrijd en zo door angst werd bevangen dat ze er de voorkeur aan gaven in Sydney te blijven en van daaruit korte dagtripjes te maken. Naar de andere kant van de wereld vliegen en dan bang worden om verloren te lopen. Maar wel vinden dat je de tegenvoeters bezocht moet hebben. Vreemd.
Meneer O’Leary pretendeert niet zozeer winst te willen maken door het optimaal benutten van alle subsidie- en steunmogelijkheden. Neen, meneer O’Leary wil de mensen gelukkig maken door reizen goedkoper te maken. Meneer O’Leary en zijn gelijken spiegelen ons graag voor dat ze dat doen voor ons heil. Wij geloven ze zo graag, al die PeterPan-figuren die ons met hun gouden toverstokje aanraken en ons uit onze dagelijkse sleur en uit de banaliteit halen. Ontgoocheling als men ontdekt dat men gewoon van de ene troosteloze omgeving in een andere verplaatst wordt. Wat niet altijd zo hoeft te zijn : het kan tegenvallen, maar net zo goed meevallen. Glimmende reisbrochures worden massaal uitgespeld op zoek naar dromen.
U kent allicht ook die slogan “de mooiste tijd van het jaar”. Het moét dan ook zo zijn, want we hebben ervoor betaald. O wee, als een of meer details tegenzitten. Dan wordt de mooiste tijd van het jaar een bron van ergernis. Op het moment dat Sobelair op de fles ging, hoorde je in De Wandelgangen interviews met reizigers die kort en goed verwachtten dat de touroperator binnen het uur een ander vliegtuig op de piste had staan. Je kunt van de doorsneetoerist niet verlangen dat hij doorzicht heeft in het ingewikkelde werk achter de schermen dat nodig is om hem zijn “mooiste tijd van het jaar” te bezorgen. Zeker als er een faillissement in de lucht hangt. Maar je moet ook niet verbaasd zijn dat hij zich gedraagt als een nukkig kind dat door Sinterklaas werd bedrogen. De zwetende woordvoerder die op dat moment alles poogt te verklaren is er dan aan voor zijn moeite. De verzamelde reisbusiness presenteert zich al te graag voor het grote publiek als de blinkende trukendoos. Als de grote goochelaar die niet alleen het kingsize bed met uitzicht op het poedersuikerstrand verkoopt, maar er als premie geluk bovenop belooft.
TESSA VERMEIREN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier