De droom van elke architect
Werken bij Zaha Hadid, Jean Nouvel, Rem Koolhaas of Norman Foster : welke student architectuur wenst dat niet ? Vier Belgische ex-stagiairs over meedraaien op de bureaus van de grootmeesters.
CHARLES KAISIN bij JEAN NOUVEL
Woningen heeft hij na zijn stage nooit meer ontworpen, maar productdesigner Charles Kaisin (36) leerde de stiel wel bij de Franse toparchitect Jean Nouvel.
“Waarom Nouvel ? Ik wou echt in de leer gaan bij een grootmeester. Voor de ervaring, de inspiratie en de ontdekking, niet om mij door hem te laten domineren. Ik liep er stage in 1996. Eerst wou ik maar drie maanden blijven, uiteindelijk zat ik er bijna een jaar. Keihard heb ik gewerkt op architectuurwedstrijden, scenografieën en maquettes. Veel zag ik Nouvel niet. Overdag was hij op verplaatsing voor afspraken of etentjes met klanten. ’s Avonds laat waaide hij nog het bureau binnen en werkte tot een gat in de nacht. Ik hoefde hem niet veel te zien : op één uur tijd leerde ik van hem meer dan op een jaar aan de architectuurschool.”
“Vier dingen vielen me op aan Jean Nouvel : hij spreekt enorm goed, weet ontzettend veel over kunst, is erg belezen en reist heel veel. Al die invloeden verwerkt hij in zijn ontwerpen. Echt plannen tekenen doet hij zelden, hij spreekt liever op een bandopnemertje in hoe zijn gebouwen er moeten uitzien. Hij zegt dan bijvoorbeeld : ‘Ik wil het zenitale licht zoals in dat Indiase paleis, het marmer zoals in die Venetiaanse kerk, de kleuren van die baseballpet, de energie van dat drum ‘n’ bassnummer, het hout zoals in dat Amazonedorpje.’ Zijn referenties komen werkelijk van alle kanten.”
“De grootste les die ik van Nouvel heb geleerd : slorp continu indrukken van overal op. Être aux aguets, zoals filosoof Gilles Deleuze dat zo mooi omschrijft. Ik tracht in mijn leven ook open te staan voor allerlei impulsen. Vermoeiend ? Niet echt. Zo’n houding maakt me wel rusteloos, maar het houdt mijn motor gaande.”
“Een favoriet gebouw van Nouvel heb ik niet. Elk project is uniek, want Jean heeft geen herkenbare stijl zoals Gehry of Hadid. Hij dringt zijn vormentaal niet op. Zijn gebouwen zijn geen stijloefening zonder filosofie, er zit telkens een doordacht concept achter.”
www.charleskaisin.com, www.jeannouvel.com
STEPHANE HOF bij ZAHA HADID
Is er een Belg die Zaha Hadid persoonlijk kent ? Jazeker, hij heet Stephane Hof (34) en werkt al sinds ’97 op haar bureau in Londen.
“Na mijn studies in Brussel wou ik naar het buitenland. Liefst naar New York. Dat ging niet omwille van mijn visum, dus werd het Londen. Ik sprak geen woord Engels, maar door het internationale gezelschap op Hadids kantoor is mijn Engels intussen bijna beter dan mijn Frans.”
“Momenteel werken we met bijna driehonderd mensen, maar toen ik in 1997 bij Zaha Hadid begon, telde ons bureautje amper tien medewerkers. We waren één familie, Zaha zat samen met ons rond de ontwerptafel. We werkten dag en nacht. Opdrachten waren er niet, we deden alleen wedstrijden. De tijden waren anders : Hadid haalde nog geen megalomane projecten binnen zoals nu. Ze was alleen bekend onder architectuurstudenten, omdat ze de reputatie had ‘onmogelijke’ gebouwen te ontwerpen. Tien jaar later is bewezen hoe visionair Hadid toen was, want nu is wel alles mogelijk in architectuur.”
“Wat ik vooral geleerd heb bij Hadid is geduld hebben. Een groot project neemt al snel vijf jaar in beslag. En soms nog meer. Toen ik pas bij Hadid begon, hadden we net de wedstrijd voor het MAXXI-museum in Rome gewonnen. We zijn intussen een decennium verder en het gebouw is nog steeds niet af. En wat opvalt : het ontwerp is dik tien jaar oud, maar het oogt nog altijd futuristisch.”
“Zaha is intussen 57, maar aan stoppen denkt ze niet. Ze is constant op reis om klanten te ontmoeten en projecten voor te stellen. Eindelijk kan ze haar ideeën op grote schaal gerealiseerd zien. Dat moet een fantastisch gevoel geven. Bij mij begint het ook stilaan te kriebelen om zelf een bureau te beginnen in Londen. Niet in België, daar is te weinig plaats voor grensverleggende architectuur.”
www.zaha-hadid.com
BIRGIT CLOTTENS bij NORMAN FOSTER
Birgit Clottens (25) won een wedstrijd en mocht een half jaar stage lopen bij Norman Foster in Londen. Twee jaar later werkt de Limburgse er nog steeds.
“Bijna alle Belgen bij Foster zijn binnengeraakt via de wedstrijd van Reynaers. Het aluminiumbedrijf betaalt het loon, dus Foster krijgt een gratis werkkracht. Na mijn stage mocht ik blijven. De ervaring die ik opdeed, is onbetaalbaar. Naar Londen komen is een aanrader. De stad is momenteel het centrum van de wereld op het gebied van architectuur. En tot aan de Olympische Spelen in 2012 zal dat wel zo blijven.”
“Ik woon op vijf minuten van het kantoor, in Battersea. Vroeger was dat een arme industriebuurt langs de Thames ; sinds Foster er zit, zijn de prijzen enorm gestegen. Op mijn appartementje wonen nog twee andere mensen van het bureau. Ik verdien 1800 pond per maand. Dat lijkt veel voor een beginnend architect, maar in Londen geraak je daar niet zo ver mee.”
“We werken met 1200 mensen op kantoor. Continu zoveel volk aan het werk zetten is niet evident. Soms wordt een groot project van de ene op de andere dag afgelast en dan moet een heel team plots een andere taak krijgen. De sollicitaties blijven toestromen, soms beginnen op één dag twintig nieuwe mensen. Die worden soms wel wat aan hun lot overgelaten. Ik had geluk : op mijn eerste dag werd ik aan iedereen voorgesteld. Iedereen was vriendelijk en behulpzaam, ik werd meteen opgenomen in het team.”
“Wat me opviel op kantoor ? De internationale, jonge sfeer : de gemiddelde leeftijd is dertig jaar, er worden meer dan zestig talen gesproken. Alles is er grootschalig. Ik werk momenteel aan een gigantisch museumcomplex én een toren van 600 meter hoog in Moskou. Ook het jaarlijkse kerstfeestje is altijd zot : dit jaar trokken we met z’n allen per boot op de Thames naar de Royal Festival Hall. En vorig jaar huurden we het Wembley Stadion af.”
“Zolang ik in Londen ben, wil ik aan grote projecten meewerken en ervaring opdoen. Maar ooit begin ik mijn eigen bureau. Liefst in België, met kleinschalige projecten. Als ik vakantie neem, kom ik ook altijd terug naar België. Op het bureau lachen ze daar altijd mee : ‘Wat is daar nu te zien ?'”
www.fosterandpartners.com
STAN VANDRIESSCHE bij REM KOOLHAAS
In 2001 werkte Stan Vandriessche (30) een half jaar bij Rem Koolhaas in zijn Office for Metropolitan Architecture in Rotterdam. Intussen heeft hij samen met zijn broer een eigen bureau.
“Waarom Koolhaas ? Ik schreef mijn thesis over zijn woningen, dus solliciteerde ik nadien bij hem. Nooit verwacht dat ik bij OMA zou binnengeraken, maar ik mocht in januari 2001 in Rotterdam beginnen. Voor 900 gulden (ca.400 euro) per maand, een hongerloon. Ik wist helemaal niet waaraan ik me kon verwachten. Al snel mocht ik werken op ‘decadente’ opdrachten : een hotelcomplex in New York, een villa op de Bahamas, een privémuseum voor een kunstverzamelaar en de luchthaven van Barcelona. Eerlijk gezegd : zulke enorme projecten deden me soms mijn realiteitszin verliezen. Want voor een pas afgestudeerde architect als ik was het logischer geweest te beginnen met kleinere bouwopdrachten. Ik heb de omgekeerde weg genomen. Spijt heb ik zeker niet, want wat ik van Koolhaas opgestoken heb, kon ik nergens anders geleerd hebben.”
“Koolhaas is heel druk bezet, nogal stressy en heel opvliegend. Niet iemand die bekendstaat als echt aangenaam in de omgang. Ik heb hem vaak tegen zijn medewerkers horen schreeuwen. Los daarvan blijft hij een van de invloedrijkste en radicaalste architecten van deze tijd. Zowel in zijn gebouwen als in zijn geschriften stelt hij de essentie van architectuur telkens in vraag. Zijn experimenteerdrang kan ik niet direct gebruiken in de projecten waarmee ik nu bezig ben. Het budget laat dat gewoonweg niet toe. Maar ik heb van hem wel een manier van conceptueel denken geleerd, die ook op kleine schaal werkt.”
“Na OMA liep ik in Nederland stage bij Neutelings-Riedijk en in België bij Eugène Liebaut. Vooral bij die laatste heb ik praktijkervaring en oog voor architecturale details opgedaan. Intussen zijn mijn broer en ik samen een eigen bureau begonnen. Kleine projecten volledig opvolgen en in handen houden, dat doen we nu. Grote theorieën en holle woorden verkopen we niet. We blijven liever bescheiden.”
www.oma.eu, www.vandriesschearchitecten.be
Door Thijs Demeulemeester I Foto’s Charlie De Keersmaecker
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier