DE DANS VAN HET WITTE PAARD
DE SPAANSE RIJSCHOOL UIT WENEN PLANT EEN ZELDZAAM BEZOEK AAN ONS LAND. WIJ REISDEN NAAR OOSTENRIJK OM DE SIERLIJKE DIEREN EN HUN TOPRUITERS AAN HET WERK TE ZIEN IN HUN NATUURLIJKE HABITAT. EN OM EEN BLIK TE WERPEN ACHTER DE SCHERMEN. IN EEN WERELD VAN VERFIJNING EN DOORGEDREVEN DISCIPLINE.
Of we ook de capriolen van de paarden gaan zien ? “Nein.” Een ganse groep reporters, tv-ploeg incluis, is te gast, maar het is de rustdag voor de witte luxehengsten van de Spa- nische Hofreitschule. Goed vierhonderd jaar traditie gaat niet zomaar voor journalistjes wijken.
De dieren krijgen een strikt trainingsregime opgelegd, en alles staat in functie van hun welzijn en prestaties. Zo wilde het Maximiliaan II toen hij in 1572 het bevel gaf tot het veredelen van zijn paarden. Net als maffiabazen nu staken koningen en keizers elkaar de ogen uit met het aantal schouwen op hun paleizen, fonteinen in hun tuinen, of in goudbrokaat verpakte concubines. Bij Maximiliaan kwamen daar ook prestigieuze paarden bij. Oorspronkelijk pure zware gevechtsmachines voor mannen in harnassen, werden paarden voor het plezier van de vorst, en voor het imponeren van zijn gasten, opgefokt tot elegante sprookjesdieren. Al bleef een militaire component nog lange tijd behouden : de sprongen, beheerste galops of levades lijken nu enkel elegante dressuurbewe- gingen, eertijds konden ze op het slagveld voor ruiter en paard het verschil maken tussen leven en dood.
Geen noordelijke knollen meer dus voor de keizer, maar uit Spanje geïmporteerde dieren met uitgesproken Arabische eigenschappen. Na enige omzwervingen vonden de hofkwekers uiteindelijk hun thuis in Lipica (het huidige Slovenië). In de achttiende eeuw struikelde een schrijver over de plaatsnaam en gebruikte de Ita- liaanse schrijfwijze van de paardenheimat. Hij veranderde in één pennentrek de hele stamboombenaming van de Spaanse paarden in lippizaner. Een nieuw ras was geboren.
“Brandmerken doen we nu onder narcose”, vertelt de pr-verantwoordelijke bij Piber, de stoeterij net buiten Wenen die nu de meeste lippizaners fokt. “Ze krijgen vijf merktekens”, voegt ze eraan toe. “De ‘L’ van keizer Leopold op hun linkerkaak, het Piberbrandmerk op hun linkerbil, de twee cijfers van hun geboortejaar op hun middel, en de eerste letter van de stamvader samen met het bijbehorende symbool.” Maar ze gaan bij Piber ook mee met hun tijd : een ingeplante chip herleidt brandmerken tot bedenkelijke folklore.
PAD NAAR PERFECTIE
Alexander Welle, de Obergestütsmeister, is zowat de chef in en om de stallen van deze luxecrèche : “Tot voor 1956 stond de stoeterij in het voormalige benedictijnerklooster nog onder militair gezag”, zegt de man, terwijl hij zijn kepie ter verkoeling naar achteren duwt. “Nu is het ons doel om het oudste Europese volbloedras in leven te houden en tegelijk het culturele erfgoed van de Spaanse School te onderhouden.”
De genetische poel waaruit gevist wordt, is erg beperkt. Sinds 1810 komen alle afstammelingen voort uit zes hengsten van vier stoeterijen. Merries werpen jaarlijks een veulen tot ze voor de laatste jaren op pensioen gaan. Zo verwekken ze vijftien veulens gedurende hun moederschaps- carrière.
Maar dat de gedomesticeerde paarden zich geen beter leven kunnen dromen, staat vast. Op hun pad naar perfectie worden ze elk individueel verzorgd, gevoed, gepamperd en getraind in alle comfort. Ook vakantie ontbreekt niet. Op geregelde tijdstippen gaan de paarden naar de alpenweide. Op goed 1500 meter hoogte genieten ze van rust, heerlijk gras en frisse lucht om op adem te komen. Merries en veulens lopen hier rustig te grazen of rollen met zichtbaar genot door het gras. Ook voor de opzichters lijkt het vakantie. De gulle man in tegenwerkend uniform tovert ter gelegenheid van ons bezoek zelfgestookte alcohol uit zijn chalet tevoorschijn, tot algemene verrukking van ons gezelschap. Niet alleen de paarden stellen het hier wel.
Maar de dieren en hun verzorgers kennen ook hun stressmomenten. Voor legers zijn paarden een oorlogswapen, en voor de hongerigen een hapklare brok. Het einde van de Tweede Wereldoorlog was zo’n reden tot paniek. Oostenrijk stond aan de kant van de verliezers. Toen de stoeterijpaarden in handen dreigden te vallen van de oprukkende sovjets, besloot de directie naar de Amerikanen te vluchten, om vervolgens paardengek generaal Patton te verleiden tot een spectaculaire bevrijdingsoperatie. Genoeg stof voor de Disneyfilm Miracle of the White Stallions, in Technicolor.
De recentste crisis was economisch van aard. Toen de op militaire leest geschoeide overheidsinstelling de school met zijn 72 hengsten, de 270 paarden tellende stoeterij en al het personeel niet langer kon blijven runnen als weleer, lonkte de privatisering. Het was Elisabeth Gürtler die de eer kreeg om ongenadig te snijden in de van testosteron doordrongen Hofreitschule. Deze societydame, die eerder al aan het hoofd stond van het prestigieuze taarthotel Sacher, slaagde erin om met tradities te breken waar economisch nodig. Met ijzeren hand loodste ze de Spaanse Rijschool de eenentwintigste eeuw binnen.
BEHEERSTE SERENITEIT
Door deze financiële rigueur zal de Schule ook deze tijden overleven. Keiharde discipline regeert dit instituut op alle vlakken. Want niet alleen de paarden, ook de ruiters en omkaderend personeel werken onder een streng traditioneel regime. Zo worden élèves pas toegelaten na een minutieuze selectie. Alleen kandidaten met een overschot aan ambitie, doorzettingsvermogen én talent zullen slagen. Hierna starten ze een levenslange carrière die van hen het uiterste zal vergen op zowel fysiek als mentaal niveau. “We zijn allen in prima fysieke conditie”, vertelt me de knappe vijftiger Herwig Radnetter, die hier op z’n vijftiende startte. “Dagelijks zwem, gym of loop ik tien kilometer. Zonder dat kan een Bereiter onmogelijk de hengsten beheersen.” In zijn empirestijluniform straalt de man rust en zelfvertrouwen uit, terwijl hij zijn paard traag door de sobere, barokke Winterhal loodst, die in een onverwachte sereniteit baadt. Er is geen muziek en op uitzonderlijk gefluister na wordt er niet gesproken. Laat een paard wat vallen, dan komt een getaande stalknecht het discreet opvegen.
Om tien uur wordt het publiek toegelaten tot de ochtendtraining. Wij verhuizen naar de koninklijke loge, terwijl de talrijke bezoekers een plaats krijgen op het balkon. De invasie van opgewonden rumoer wordt aangevuld door de obligate Weense wals uit de luidsprekers. Paarden en ruiters gaan onverstoord door met rustig rondjes draaien. Na enkele minuten verdwijnen de paarden in de coulissen, waarna de ruiters met een nieuwe lichting de hal betreden. Ze rijden recht op onze loge af, kijken met vaste blik in onze richting en maken me ongemakkelijk wanneer ze hun hoed afnemen bij wijze van groet. Hierna hernemen ze het rondjes draaien. De enige kleurtoets in de sobere witte hal bevindt zich achter ons. Een levensgroot portret van Karel VI te paard overschouwt de piste en haar bezoekers. Hem groeten de ruiters bij elk intreden, niet de heren en dames die eronder zitten.
Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend. Maar wie paarden kent of de moeite doet om de ruiters en hun dieren aandachtig te volgen, begrijpt snel dat zelfs dit op het eerste gezicht saaie rondjes draaien het resultaat is van jaren strenge training en volharding. De hoogste graad van perfectie wordt hier dan ook gehaald door ruiters die ook op Olympische Spelen medailles veroveren. Daarom is de oudste dressuurschool van de wereld erkend als immaterieel werelderfgoed door Unesco.
Levades, courbettes of andere spectaculaire sprongen zullen we die ochtend niet te zien krijgen. Schaarste is dan ook de marketingtruc bij uitstek om behoefte aan te wakkeren. Mijn plaats in Vorst Nationaal is al besproken.
Van 16 t.e.m. 20 november treedt de Spaanse Rijschool op in Vorst Nationaal. Info & tickets : www.musichall.be of 090069500.
TEKST EN FOTO’S MICHEL VAEREWIJCK
NIET ALLEEN DE PAARDEN, OOK DE RUITERS EN OMKADEREND PERSONEEL WERKEN ONDER EEN STRENG TRADITIONEEL REGIME.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier