De cultuur van architectuur
Zondag is het de Dag van de Architectuur in heel Vlaanderen. Op de affiche staat een gebouw van Jan De Vylder Architecten, een van de meest besproken architecten van het moment. Een gesprek over vakmanschap en het curiosum van de Vlaamse architectuur.
“De cultuursector is een echte trekker voor eigentijdse architectuur in Vlaanderen. Wij vonden het gebouw dat Jan De Vylder Architecten realiseerde voor het balletgezelschap Les Ballets C de la B en muziektheater Lod een statement”, klinkt het bij het Vlaams Architectuur Instituut, de organisatoren van de Dag van de Architectuur. “Het gebouw werd op een eigenzinnige manier ingeplant. De Bijlokesite, waar het deel van uitmaakt, krijgt een nieuwe identiteit en uitstraling en geeft een impuls aan de stad Gent.” Het gebouw is het eerste grote project van het Gentse architectenbureau, dat pas in 2005 opgericht werd.
“Ons eigen bureau had een lange aanloop – met avonduren en weekends. Ik was eind de dertig, we hebben tijd gehad om te groeien, daar ben ik blij om. We kregen snel goede opdrachten en deden mee aan Open Oproepen van de Vlaamse Bouwmeester. Dat zijn interessante oefeningen voor jonge bureaus. Voor onszelf, maar ook om je te positioneren tegenover de buitenwereld. Waar we vandaag staan, is niet het resultaat van planning. Maar we hebben er hard voor gewerkt. En dat blijven we doen.”
Intussen werken er tien mensen voor uw bureau. Welke jongeren komen hier werken ?
Jan De Vylder : We tekenen heel veel. We hanteren het potlood, maken maquettes en schilderen. Dus ja, onze medewerkers tekenen ook. De invloed van de tekeningen is zeker beslissend. Misschien zijn we wel een beetje ouderwets ? Maar ik weet dat het bij de collega’s die ik apprecieer ook zo gaat. En tegelijkertijd hebben we iemand die met de computer perspectieven creëert die bijna surrealistisch zijn. Zij gebruikt de computer op een heel eigen manier. Ook dat is tof. Door die tekeningen en maquettes krijgen we op den duur onze eigen stempel.
Die eigen stempel, hoe zou u die omschrijven ?
Dat is moeilijk. Ik denk niet dat wij anders werken dan de goede Vlaamse architecten die ik zeer apprecieer : Paul Robbrecht en Hilde Daem, Huiswerk architecten, Henk De Smet en Paul Vermeulen, Stéphane Beel, Wim Cuyvers of Office Kersten Geers David Van Severen Architecten. Hun manier van doen is misschien dezelfde dan de onze : het gaat over je vastbijten in de dingen en blijven draaien en keren tot de zaken juist in een plooi komen te zitten. Architectuur heeft een bepaalde complexiteit. Geen formele complexiteit, maar inzien dat het om meer gaat dan de oppervlakte. Bijvoorbeeld het vraagstuk over duurzaamheid gaat verder dan een energievraagstuk. Het gaat ook over ruimtelijkheid, over een detail, over een verhalend aspect dat in architectuur voorkomt.
Wie de architectuurgeschiedenis kent, ziet niets anders dan duurzaam bouwen. We proberen die enorme diversiteit waarover architectuur kan gaan altijd tegelijkertijd te bespelen. Maar dat doen zoveel andere goede architecten ook.
Beschouwt u zichzelf als lid van een bepaalde generatie ?
Het is waar dat architecten als Stéphane Beel en Paul Robbrecht en Hilde Daem onmiskenbaar de pioniers van de jaren tachtig en negentig zijn geweest. Veel jongere architecten hebben daar gewerkt en ernaast gestaan, ook wij. Maar om nu over een andere generatie te spreken ? Dat vind ik veeleer irrelevant.
Hebben Vlaamse architecten het moeilijker of gemakkelijker dan hun Franse, Nederlandse of Waalse collega’s ?
In de omringende landen mogen er dan veel grotere publieke projecten worden gerealiseerd, vaak ook met ruimere budgetten dan wat we hier gewoon zijn, toch biedt net die typisch Belgische of Vlaamse context de unieke situatie waarbij zeer strikte budgetten tot unieke resultaten kunnen leiden. Dat wordt geapprecieerd in de rest van de wereld. Onze context wordt als een curiosum aangevoeld.
Daarbij wil ik wel onderlijnen dat er in de Vlaamse bouwwereld nog veel ambachtelijkheid en precisie mogelijk is. Maar het vakmanschap krijgt het zwaar te verduren. Misschien is de verklaring simpel : de vakmannen waar ik nu mee werk zijn ouder, misschien zijn de jongere vakmannen allemaal architect geworden. De rector van de Gentse universiteit wees onlangs op het belang van de vakopleiding. “Durf naar het Technisch onderwijs te gaan !” zei hij. Misschien wel een naïeve en utopische uitspraak, maar het is wel een terechte oproep. Ik voel dat het vandaag veel moeilijker is om vakmensen te vinden dan tien jaar geleden. Wij hebben voor onze specifieke projecten nochtans zulke mensen echt nodig.
Is de gewone Vlaming met architectuur bezig ?
Naar mijn gevoel meer en meer. Architectuur is toch wel iets geworden wat in ieders gedachtegoed leeft. Nu die publieke interesse er is, wordt het misschien tijd om na te denken over een vak architectuur op school ? Dat zou mensen beter wapenen tegen de architectuureconomie die veel projecten in de handen schuift van grote projectontwikkelaars en sleutel-op-de-deurfirma’s. Daar heb ik op zich niets tegen. Maar hun klanten zouden ook kritischer mogen zijn. Dan zullen ook die firma’s betere architectuur brengen. Deze middag kregen we het bezoek van een projectontwikkelaar die zei : “Wij voelen zelf dat we het anders moeten doen.” Dat is toch wel iets nieuw : dat bouwpromotoren over de muur komen kijken.
Ook autonome stadsbedrijven als AG Vespa in Antwerpen en AG SOB in Gent hebben hun rol. Zij brengen op bepaalde plekken van de stad een soort voorbeeldwoningen. Ze mengen zich in een vraagstuk over hoe het goed zou kunnen zijn. Niet door regels op te leggen, maar door zelf de handen uit de mouwen te steken. Ze maken oefeningen met architectenbureaus. Mooie oefeningen, ook voor de architecten. Want architectuur wordt bepaald door bouwen en bouwen is een log medium. Het gebouw staat er ineens. Voor heel lang. Je kunt het niet een beetje verschuiven naar links of rechts. Of iets breder of korter maken. Dat maakt het ook zo moeilijk en stresserend. Maar uitdagend.
Vindt u een Dag van de Architectuur belangrijk ?
Absoluut. Als ik daarnet zeg dat architectuur een vak op school zou moeten zijn, dan heb ik het over dit soort informatie, die op de Dag gegeven wordt : to the point en kritisch. Hier wordt nog eens echt op de architectuur gefocust. Zonder dat het daarom een devoot hoger begrip is, maar toch wel duidelijk maken wat goede architectuur kan zijn. Het is bovendien helemaal geen elitaire dag, maar een heel diverse dag. Dat zie je ook aan de opkomst. Op de Open Monumentendagen vorige maand kwam een half miljoen mensen af. Ook dat is een architectuurdag.
Info : Op 11 oktober is het de Dag van de Architectuur. Thema dit jaar is van uitzicht tot inzicht en er is extra aandacht voor zintuiglijke architectuur, voor passiefbouw, voor wonen in meervoud en voor de architectuur in de Westhoek. In Antwerpen, Brussel, Genk, Gent, Herentals, Leuven, Mechelen, Oostende en Zuidwest-Vlaanderen zijn er rondleidingen of vrije bezoeken in heel wat gebouwen. Reserveren is soms aangeraden, stadsplannenen het volledige programma vindt u op www.dagvandearchitectuur.be
Door Leen Creve Portret Guy Kokken
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier