De alchemist van nu

George Beylerian staat aan het hoofd van Material ConneXion, ’s werelds belangrijkste materialenbibliotheek. Over het belang van vernieuwend spul.

Jesse Brouns

Syndecrete, Alova, Gelastic T, Plastic Wire T, HoloSecure, Terrazzo Tile, Techno-gel, Fractalis: geneesmiddelen, synthetische juwelen, explosieven of futuristisch oorlogsmateriaal? Niets van dat alles, maar misschien ook van alles een beetje: Syndecrete is een mengsel van lichtgewicht beton en plastic; Terrazzo Tile is gemaakt van gerecycleerd glas, parelmoer en marmerchips; Alova is een vormbaar polyurethaanschuim; Plastic Wire T een lichtgevende plasticdraad; Gelastic T kan tot tien keer zijn oorspronkelijke lengte worden gerekt; in HoloSecure kunnen geheime boodschappen worden verstopt. Stalen van de voornoemde producten, en tientallen andere goedjes met geheimzinnige namen, worden bewaard in de archieven van Material ConneXion, ’s werelds eerste, groots opgezette materialenbibliotheek, een schatkist aan mogelijkheden, in New York.

Material ConneXion werd vijf jaar geleden opgericht door George M. Beylerian, een man met meer dan veertig jaar ervaring in de designindustrie, die vlot vijf talen spreekt en zichzelf beschrijft als entrepreneur en makelaar in kennis ( The New York Times beschrijft hem als the guru of goo). Het bedrijf handelt in materialen, maar het verkoopt niets tastbaars, alleen informatie. Tot de klanten behoren designers, architecten, studenten en andere spelers uit de meubel- en bouwindustrie, maar vooral ook bedrijven uit alle mogelijke sectoren (de automobielindustrie, speelgoedfabrikanten, technologiereuzen, modemerken, enz). Naast de bibliotheek met meer dan drieduizend stalen heeft Material ConneXion afdelingen consultancy, trendvoorspelling op het gebied van materialen, networking en productontwikkeling. “Ik kreeg het idee tijdens een droom”, vertelt Beylerian. “Materiaal is de grote gemene deler van een hele hoop industrietakken. Het heeft even geduurd voor we dat hebben ingezien. Aanvankelijk hadden we het vooral gemunt op de sectoren van architectuur en design. Toen bleken onze eerste klanten te behoren tot de mode, de automobielindustrie, de beautysector, enzoverder. Een verrassing, toch wel.”

Material ConneXion kan worden gedefinieerd als een kruispunt, een link tussen de materialen (en hun fabrikanten) en de gebruikers ervan; de hoofdletter X staat daarvoor symbool. Het uitgangspunt: design kan alleen maar beter worden van interdisciplinaire samenwerking, en een goede kennis van wetenschap, technologie en ecologie stimuleert vernieuwing. Material ConneXion werkt op basis van lidmaatschap, a rato van een paar honderden dollars tot meer dan tienduizend dollar per jaar. Leden hebben toegang tot de materialen in de bibliotheek, een uitgebreide database op de website, en informatie over de fabrikanten van elk materiaal. Midden september wordt overigens een Europees filiaal geopend, in Milaan. “We zijn een huwelijksbureau”, zegt Beylerian. “We linken de echte wereld en de academische wereld. We hebben twee soorten klanten, fabrikanten van materialen en gebruikers van materialen. De fabrikanten vragen ons of hun product goed is, of het verbeterd kan worden, wat ze ermee kunnen doen. Ze kunnen niet even bij Frank O. Gehry langsgaan om te zien of die hun product interessant vindt. Ik kan dat wel.”

“Research is onze belangrijkste bezigheid: nieuwe en vernieuwende materialen bij elkaar brengen. Maar we helpen bijvoorbeeld ook fabrikanten die niet goed weten hoe ze hun materialen op de markt kunnen krijgen. We zijn een toekomstgericht bedrijf, we hechten veel belang aan opleiding. Ik vind het prachtig dat we jonge mensen kunnen beïnvloeden, dat we hun de waarde van materialen kunnen bijbrengen. Ik wil de jeugd graag respect aanleren voor materialen. We moeten materialen gebruiken, niet verkwisten, zoals we in het verleden te veel hebben gedaan.”

Beylerian staat aan het hoofd van een legertje material addicts dat de wereld afschuimt op zoek naar spul. De voorbije vijf jaar hebben zijn mensen verschillende duizenden materialen opgespoord. Hun werk kan worden vergeleken met dat van archeologen of detectives. Hun actieterrein: onder andere wetenschappelijke rapporten, professionele beurzen (van tapijtsalons tot luchtvaartshows), het internet. Hun vondsten worden elke maand onderworpen aan het oordeel van een jury en, indien uitverkoren, bewaard in containers die op hun beurt gestapeld worden op rolmeubels. De collectie is onderverdeeld in zeven categorieën: polymeren, glas, ceramiek, metalen, materialen op basis van carbon, op basis van cement, en op basis van natuurlijke elementen. In de laatste categorie is bijvoorbeeld een materiaal opgenomen dat Cotech heet: kokosnotenhaar, dat geweven wordt in textiel en tapijten, maar dat ook industriële toepassingen kent als akoestische isolatie.

Beylerian is 67 en zegt dat hij binnen het jaar met pensioen wilt. Hij werd geboren in Kaïro, begon zijn designcarrière met een eigen meubelzaak in New York, Scarabeus, waar hij het werk verkocht van Italiaanse ontwerpers als Vico Magistretti en Gae Aulenti, die toen nagenoeg onbekend waren in de Verenigde Staten, naast antiek Koptisch textiel. Later werd hij, dankzij zijn contacten met de Italiaanse meubelindustrie, de Amerikaanse vertegenwoordiger van de legendarische fabrikant Kartell. Hij werd zo de belangrijkste plastic-missionaris aan de overkant van de Atlantische Oceaan. (Hij is nog steeds bevriend met de stichter van Kartell, Giulio Castelli, en zijn echtgenote, designer Anna Castelli Ferrero; tijdens ons gesprek in de tentoonstellingshallen van de Fiera in Milaan kregen we het onverwachte, maar zeer welgekomen gezelschap van de twee hoogbejaarde dinosaurussen van het naoorlogse Italiaanse design.) “Die winkel ben ik 1964 begonnen. Het was een erg vernieuwende zaak; we maakten onze eigen meubels. Aanvankelijk was de markt niet erg opwindend, maar toen brak in Milaan de Italiaanse designboom uit. Ik werd een belangrijk verdeler van Italiaans design en later ook fabrikant. Van het een kwam het ander.”

Van de Italianen heeft Beylerian geleerd dat je niet tornt aan goed design; dat je geen toegevingen doet aan kwaliteit. In de jaren tachtig ging Beylerian aan de slag bij Steelcase, een van de belangrijkste fabrikanten van kantoormeubilair in de Verenigde Staten. Hij kreeg er de post van creatief directeur van Steelcase Design Partnership, een onderdeel van het bedrijf dat partnerships tussen de industrie en de ontwerpers ontwikkelt (hij is nog steeds consultant van Steelcase). In die functie ontwikkelde hij onder meer een opmerkelijke tentoonstelling in New York: Mondo Materialis: Materials And Ideas for the Future. Hij vroeg 125 designers en architecten een ontwerp te leveren dat een blik zou geven op de toekomst. Het Britse designblad Blueprint beschreef in een recensie het project van de ontwerper Matteo Thun uit Milaan, die spiegelglas, goudglas, optisch glas, marmer en geperforeerd metaal combineerde om aan te tonen hoe, wat hem betreft, hightech-materialen een natuurlijk uitzicht kunnen hebben. In de woorden van Beylerian: “Het ging en gaat erom de mensen te vermaken, maar wel steeds met een commerciële bedoeling. Ik ben een entrepreneur met een passie voor design.”

De voorbije jaren toonde Beylerian regelmatig selecties uit zijn archief op grote beurzen, zoals de Salone del Mobile van Milaan; miniatuurtentoonstellingen waar bezoekers hompen materialen konden bekijken en aanraken. Bekend materiaal en spul waar niemand, of bijna, ooit van gehoord had. “Ik zag dat mensen ontzettend geïnteresseerd zijn in rauwe, niet-ontwikkelde materialen. Stukken en brokken materiaal zijn namelijk veel intrigerender dan een afgewerkte stoel.” De stichter van Material Connexion wil de dingen graag in een ander licht laten zien. Niets is immers wat het lijkt. Neem Techno-gel, een product uit de ziekenhuisindustrie. Het werd door een creatieve geest toegepast op de meubelindustrie. De blubber is nu bijna een vaste waarde geworden, gebruikt door bijdetijdse merken als Zanotta, Saporitti Italia en Cappellini.

Tijdens de jongste editie van het Milanese meubelsalon, in april, pakte Material ConneXion dit jaar uit met een tentoonstelling over materialen en veiligheid. Chaos & Order, een thema dat Beylerian werd ingefluisterd door de gebeurtenissen van elf september vorig jaar. “Ik heb achttien sleutelmensen gevraagd om hun inzichten: ‘Ik heb jullie hulp nodig, zeg me wat ik nodig heb voor dit project.’ Iemand zei: ‘George, je kan onmogelijk een terroristische aanslag vermijden.’ Maar ik wilde zien wat we op tafel konden brengen.” En dat is: “Alles wat met veiligheid te maken heeft, wat ons veiliger doet voelen. Niet alleen op het gebied van spitstechnologie. Mensen willen gerustgesteld worden; veel mensen zijn psychologisch beschadigd. Dan kan aardappelpuree helpen, of een kom kersen. Het project heeft zo een dubbele focus gekregen: beveiligende materialen, en geruststellende materialen. Ik heb bijvoorbeeld een aantal respondenten gevraagd een lijstje samen te stellen met merknamen die hen een veilig gevoel gaven. Volvo werd daarin opvallend vaak geciteerd.”

Rampspoed, zegt Beylerian, heeft in het verleden vaak ingrijpende gevolgen gehad voor de manier waarop we materiaal gebruiken. In 1871 werd een derde van Chicago verwoest door een 36 uur durende brand. Na de ramp werd de bouwconstructie aan banden gelegd, hout en vuurgevoelig staal waren voortaan verboden. Nog geen tien jaar later zag de skyline van Chicago er volstrekt anders uit. Nieuwe materialen maakten de productie van snellere, veiliger liften mogelijk, en het bouwen van wolkenkrabbers. “Als je zulke crisissen in een historische en culturele context plaatst, dan zie je dat vernieuwing een van de manieren is waarmee de mensheid zich over tragedies zet. Voor deze tentoonstelling hebben we 11 september gebruikt als aanleiding om een aantal basisveronderstellingen te herconcipiëren. We trachten nieuwe mogelijkheden te vinden om veiligheid en comfort te creëren.”

Een commissaris van Material ConneXion selecteerde achtendertig samples. Die vertegenwoordigen “de verst gevorderde pogingen van wetenschap en technologie inzake beschermende materialen”: een soepele gel die in kussens voor hoogbejaarden wordt verwerkt, veiligheidswijzers die oplichten in het donker, of kogelvrije deuren voor geldtransporttrucks. De beveiliging van de wereld gebeurt met kleine stappen. “Geavanceerde materialen kunnen ons op allerlei manieren beschermen, nu en in de toekomst. De uitdaging voor architecten en designers is: voorwerpen en gebouwen veiliger maken zonder dat het opvalt.” Want het is ook niet de bedoeling dat we ons allemaal opsluiten achter prikkeldraad.

Rampspoed heeft vaak ingrijpende gevolgen voor de wijze waarop we materiaal gebruiken. Vernieuwing is een van de manieren waarop de mensheid zich over tragedies zet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content