Bij de column Een beetje god van Tessa Vermeiren in nr. 16 van 17 april heb ik mijn bedenkingen.

“Onderzoek aan de universiteit van Liverpool heeft uitgewezen dat kinderen die met computer games spelen, beter zijn in het oplossen van problemen in real life. Of dat ook geldt voor volwassenen die gebiologeerd worden door de Sims-poppenkast, is nog maar de vraagt”, schrijft u. En u beschouwt dergelijke spellen als pervers en getuigend van een streven naar absolute macht. Ik ben het daar absoluut niet mee eens. Die videospelletjesfabrikanten zijn heus niet gek. Zij weten even goed als wij dat spelletjes die volwassenen spelen voortkomen uit kinderspelletjes. Jongetjes hadden autootjes en vliegtuigjes. Wat maken ze voor de oudere jongens? Racespelletjes en vliegsimulators. En heeft het succes bij de jongens? Ja. Speelsere jongens houden van duw-en-trekspelletjes en vriendschappelijke vechtpartijtjes. Wat maken de fabrikanten voor hen als ze ouder zijn? Spellen als Quake en Unreal Tournament, waarbij je elkaar zoveel mogelijk afschiet maar telkens terug levend wordt zodat je opnieuw kunt meedoen. En heeft het succes bij de jongens? En of.

Electronic Arts ontdekte een enorm gat in de markt: vrouwen en een volwassen versie van hun poppenspel: een gezinnetje maken, voor kinderen zorgen. (Een kleine correctie: er zijn geen zes en een half miljoen stuks verkocht van The Sims. Dat getal is de som van het originele spel en de uitbreidingen ervan: Livin’ Large, House Party, Hot Date en Vacation Isle. Kortom: er zijn misschien wereldwijd twee miljoen gezinnen die het spel hebben, én enkele uitbreidingen daarvan.)

De Sims-wereld is erg materialistisch en geënt op puriteins Amerika. Dat klopt. De Sims doen nooit vieze dingen als scheten laten of overgeven. Ze zullen een andere Sim ook nooit zonder reden afwijzen of een mep verkopen. Mijn inziens kan men veel leren van zo’n spel, want de Sims reageren levensecht: als je een mannetje een vrouwtje laat bespringen en ze zijn niet smoorverliefd op elkaar, dan merk je snel dat de vrouw die actie van de man niet op prijs stelt en hem grondig afwijst. Zo gaat het in het echte leven ook. En de bronstige puber die het spel speelt, leert: “Ik moet een relatie geleidelijk opbouwen en haar vertrouwen winnen voordat ik een stap verder kan gaan.”

Wat verkiest u: de jongen dit in de realiteit uitprobeert, of het op de computer uittest en de gevolgen van zijn daden kan zien? Ik vind het in ieder geval veel beter dat iemand met problemen zich afreageert op de computer dan op de maatschappij. En als iemand slechte dingen zou leren van computers, is dat omdat ouders hun kinderen laat spelen met spelletjes waar ze nog veel te jong voor zijn.

Joachim Ganseman (16-jarige Simmer), Merksem.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content