Chef-dirigent Lorenzo Viotti is niet alleen een frisse verschijning, hij laat ook een frisse wind waaien door de wereld van de klassieke muziek.

Lorenzo Viotti is sinds augustus chef-dirigent bij het Nederlands Philharmonisch Orkest en De Nationale Opera. © MELLE MEIVOGEL

Of we even geduld kunnen hebben? We horen hoe Lorenzo Viotti een taxi wenkt en het portier achter zich dichttrekt. Niemand die op een zangeriger manier een taxichauffeur instrueert dan de Italianen. Viotti zit in Milaan, waar hij de opera Thaïs van Jules Massenet dirigeert in het Teatro alla Scala. “Ik ben er weer”, lacht hij in de telefoon, waarop hij nog kort de chauffeur aanspreekt. “Scusa te, posso avere un po’ di musica? Grazie.” Zelfs in een taxi weet hij het geluid naar zijn zin te stemmen.

Alora, je groeide op in een bijzonder muzikale familie: je moeder was violiste, je vader net als jij dirigent. Welke rol speelde klassieke muziek in je jeugd?

“Het was altijd een deel van ons. Mijn zussen, broer en ik reisden de wereld rond met onze ouders. Ik herinner me dat ik veel naar opera’s heb geluisterd in het kantoor van mijn vader (dirigent Marcello Viotti, red.). Mijn ouders deelden altijd hun liefde voor klassieke muziek, zonder het ons op te dringen. Het is wellicht daardoor dat we er allemaal mee zijn verdergegaan. Mijn ene zus speelt piano, de andere zingt en mijn broer is hoornist. Voor mij was het nooit een bewust plan om in mijn vaders voetsporen te treden, maar ik was wel altijd gefascineerd door de job van dirigent. Toen ik voor het eerst negen vrienden begeleidde, voelde ik dat het in mijn bloed zat. Ik was negentien toen ik besloot ervoor te gaan. Net zoals een CEO verschillende functies gedaan moet hebben voor hij kan leiden, heb ik veel verschillende instrumenten geleerd, van percussie en piano tot viool en zang.”

Je hebt wereldwijd verschillende orkesten geleid. Wat deed je besluiten naar Nederland te gaan?

“Het feit dat het hetzelfde orkest is voor twee instituties. Dat is een luxe, want het betekent dat je erg uiteenlopende werken kunt spelen. Ik kende het Nederlands Philharmonisch Orkest voordien niet en elk orkest is anders door de taal en de cultuur. Zie het als een relatie: die is nooit hetzelfde, alleen zijn er nu dan 150 mensen in een relatie met mij. (lacht) Dit orkest is bereid om risico’s te nemen, en dat spreekt me aan.”

De video waarin het orkest je voorstelt ging behoorlijk over de tong. Daarin zien we je skateboarden, zwemmen en zelfs over daken springen.

“Ik ben voor velen wellicht niet het beeld van de klassieke dirigent. Het orkest wilde me voorstellen. Ik zei: ‘Als je me echt wilt tonen, dan toon je de bokser, de skater en de snowboarder.’ Het is een deel van mijn kindertijd, van wie ik vandaag ben. Het was een risico, maar een groot succes. Mensen die opera en klassieke muziek voor de elite en oude mensen achten, leken in te zien dat het toegankelijk is voor iedereen. Je moet geen muzikale opleiding hebben of een intellectueel zijn om de schoonheid ervan te zien.”

Voel je je comfortabel in de rol van posterboy?

“Ik ben in de eerste plaats gewoon dirigent. Op het podium wil ik de beste muzikant zijn voor mijn orkest. Als ik daarnaast ambassadeur kan zijn voor klassieke muziek: waarom niet? Ik denk dat je vele nieuwe gezichten nodig hebt om vooruit te kijken en mensen te inspireren. Als dirigent vorm je een brug tussen het publiek en het podium. Zelfs als ik ook maar vijf mensen interesse kan doen krijgen, weet ik waarom ik zo hard werk.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content