BOS ALS BUUR

Subtiel werd het paviljoen door Vers.A Architecten neergezet tussen de hoge bomen aan de rand van het bos. © Tim Van de Velde

In de Vlaamse Ardennen staat een paviljoen tussen tuin en bos. Het dateert uit 1938 en staat vandaag gevuld met een hele verzameling minder bekend Belgisch design.

De muziek aanzetten, dat is het eerste wat ik hier doe”, zegt Christian Mys. “Kom binnen en zet u.” Het is een nog wat frisse ochtend, maar het is heerlijk warm in het paviljoen. Door grote ramen hebben we uitkijk op de vijver in de tuin, maar ook op een hellend bos dat steil naar beneden loopt. “Dat bos is beschermd, we mogen er niet zomaar in doen wat we willen. Maar het is fantastisch, toch ? Ik ben geboren in de stad en heb altijd in de stad gewoond. Ik hunkerde naar een plek buiten om er oud te worden. Deze villa dateert van 1938 en was gebouwd voor een vrouw alleen, een danseres. Er was dus eigenlijk niet genoeg ruimte om onze vier kinderen en onze kleinkinderen te ontvangen. Dus beslisten we een uitbreiding te bouwen, en dat werd dit paviljoen. Er zit een semiprofessionele keuken in, een sanitaire ruimte, en we kunnen hier slapen.”

Christian Mys en zijn vrouw deden een beroep op Kobe Van Praet en Guillaume Becker van Vers.A Architecten uit Brussel. “We hadden een woning van hen gezien in Machelen-aan-de-Leie. Daar waren we zeer van onder de indruk. Kobe en Guillaume hebben ons onmiddellijk goed begrepen. De eerste schets die ze op papier zetten, was meteen een schot in de roos”, herinnert Christian zich.

Verdwijntruc

De essentie van dit paviljoen is simpel, vindt architect Van Praet. “Het is een rechthoekige balk met een asymmetrische knik in. Die knik bepaalt alles. Er ontstaat een traagheid en een geborgenheid. Maar tegelijk is er openheid naar de tuin en het bos. De luifels en het terras verzachten de overgang tussen binnen en buiten. De natuur en de tuin bepaalden zowat alles. De context en het landschap is zo mooi dat het voor ons zaak was om daar zo discreet mogelijk in te werken. Dat deden we door de buitenkant helemaal in Thermowood te laten afwerken en die te laten behandelen met donkere olie. Om het paviljoen als het ware te doen verdwijnen in het bos. Hoe natuurlijker, hoe beter. Grote stapstenen leiden naar de ingang.”

Leven tussen dingen

“Binnen wilden we lichtheid, dus daar maakten we schuifdeuren en wanden en kasten van berkenmultiplex. Dat materiaal is zowel warm als licht. Bovendien creëert het de ideale setting voor de vele objecten en meubelen die de bewoner er kwijt wilde”, zegt Van Praet. “Ik hou van de overdaad van meubelen en objecten die hier staan. Hij heeft een fantastische manier gevonden om te leven tussen de veelheid aan dingen, vormen, kleuren, materialen.”

Want dit bospaviljoen moest niet alleen een plek voor mensen worden, maar ook een van objecten. Christian Muys : “Ik verzamel design en kunst uit de twintigste en eenentwintigste eeuw en ook daar zocht ik wat extra ruimte voor. Hier staan een tafel en banken van Luis Barragán. Ik heb me hier geconcentreerd op meubelen in bleek hout. Van Bruno Mathsson, George Nakahima en van Brusselaar Pierre Chapo.” En er staan ook enkele Belgische pareltjes : de Shunga-kandelaar van Sofie Lachaert en Luc d’Hanis bijvoorbeeld. Of het krukje van Office Kersten Geers David Van Severen voor Maniera. “Bijna een Japanse setting.”

Tekst Leen Creve & Foto’s Tim Van de Velde

“De buitenkant lieten we in Thermowood afwerken en behandelen met donkere olie, om het paviljoen als het ware te laten verdwijnen in het bos”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content