Avontuur is niet voor mij – Marie-Odile Delarche
Als vierde kind van een landbouwerspaar, liep Marie-Odile Delarche (44) stage als student-apotheker in de Vogezen. Ze leerde er Walter uit de Vlaamse Kempen kennen. Nadat ze haar studies aan de universiteit van Bordeaux had afgerond, verkaste ze naar Vlaanderen. Een beslissing die voor haar niet altijd makkelijk was.
Marie-Odile vond de mensen hier wantrouwig en gesloten. Als ze wat te lang met een andere man praatte werd ze vaak bekeken als die lichtjes bedreigende, frivole Française. “Nieuw was dat vreemdzijn niet voor mij, ik ben altijd van nergens geweest,” zegt ze. “In Bergerac werd ons gezin bekeken als de noorderlingen en als we dan in de Vogezen op familiebezoek waren, noemde men ons weer de zuiderlingen. Maar het was mijn beslissing te verhuizen, ik wou andere horizonten verkennen. Meteen begreep ik ook het belang van talen leren. Zonder taal is het onmogelijk ergens te leven, je te integreren. Ik weet zeker dat ik hier niet was gebleven zonder mijn schoonfamilie en de vrienden van mijn man, die mij heel warm onthaalden. We zijn getrouwd toen onze eerste dochter op komst was, want kinderen krijgen zonder te trouwen was hier in die tijd not done.”
Marie-Odile gaf haar loopbaanplanning op en begon, na een tijdelijke job in de vertaaldienst van Janssen Farmaceutica, thuis een vertaalbureau voor medische teksten. Ze maakte voor zichzelf uit dat het onmogelijk was een carrière als apotheker of researcher te combineren met voldoende aandacht voor haar relatie en haar kinderen. Meer dan 20 jaar later, heeft ze in Vorselaar haar evenwicht gevonden. Drie dochters (twintig, negentien en vijftien) bevestigen haar in de overtuiging dat haar nuchtere filosofie de juiste was. Ze droomt nog van één ding : meer tijd voor zichzelf als straks die dochters op eigen benen staan. Want haar keuze was in de eerste plaats gericht op het belang van een hechte band in het gezin.
Schoonheid – Lelijkheid
“De natuur is voor mij de voornaamste bron van schoonheid. Ik ben opgegroeid op een boerderij, te midden van een overweldigende natuur. Dat laat je nooit meer los. De schoonheid van de seizoenen, van een berijmde tuin in de winter tot het sprankelende ontluiken van de lente : dat overweldigt me. Ik zou gelukkiger zijn in een caravan op een wei met bomen dan in een appartement in de stad. Hier in de Kempen is het niet zo weids als in de Périgord, maar ik heb van mijn tuin mijn eigen stukje natuur gemaakt. Helaas heb ik niet de tijd om lange wandelingen te maken. Het komt altijd op hetzelfde neer : ik heb tijd voor iedereen, behalve voor mezelf. Over een paar jaar, als de meisjes het huis uit zijn, dan komt er ruimte en tijd. Ik deel mijn leven op in episoden : mijn jeugd, de periode waarin de opvoeding van mijn kinderen prioriteit krijgt en daarna is het tijd voor de dingen die op mijn verlanglijstje staan.”
“Gelukkig heb ik mijn dochters gekregen toen ik nog jong was. Al was het toen financieel weleens moeilijk, met drie kleuters. Ik zie het mezelf nu niet meer doen, zo drie kleine kinderen opvoeden, maar dat gevoel hebben wel meer vrouwen van boven de veertig. Je verdraagt meer als je jonger bent. Mijn opdracht zal weldra volbracht zijn en dan is het mijn beurt om te genieten.”
“Schoonheid vind ik ook in het beeld van een oud paar dat hand in hand loopt. Het geeft mij hoop dat mensen zo lang kunnen samen zijn en nog steeds teder met elkaar omgaan. In onze generatie gaat haast iedereen uit elkaar. Maar het is dus blijkbaar toch mogelijk om een leven lang van elkaar te houden.”
Schoonheid – Lelijkheid
“Ik gruw van industriële landschappen. De haven van Antwerpen ervaar ik bijna als fysieke agressie. Ik weet dat die industrie mensen laat leven, dat ze de basis vormt voor ons comfort, dat die lelijkheid onvermijdelijk deel uitmaakt van de moderne wereld. Maar dat soort uitzicht maakt me depressief.”
“Miserie van kinderen, kindsoldaten in Afrika, een hele generatie die wordt weggegooid, dat is ontstellend. Ik gruw van pedofilie, van kinderprostitutie in de derde wereld. Dat maakt mij triest, temeer omdat ik zelf veel moeite doe om mijn kinderen gelukkig te maken.”
“Oorlogssituaties. Hoe is het mogelijk dat men, zoals in ex-Joegoslavië is gebeurd, zijn buur afmaakt ? Is de mens van nature zo slecht ? Wat verandert mensen op korte tijd in beesten ? Het kan overal gebeuren, we moeten ons geen illusies maken. Ik denk dat je dat sterker voelt, wanneer je ergens ‘vreemd’ bent zoals ik.”
“Wat is er geworden van de leer van geweldloosheid die Gandhi predikte ? Zonder bloedvergieten heeft hij bereikt dat India zijn onafhankelijkheid kreeg van Groot-Brittannië. Misschien moeten we ons bij hem herbronnen ? Hoe kan men er mensen in conflictsituaties van overtuigen dat geweldloos verzet ook een sterk wapen kan zijn ?”
“Ik ben bang dat er veel belangen op het spel staan waarvan wij geen benul hebben. Belangen die altijd voorgaan op mensenlevens. Kijk naar Irak. Was Bush daar oorlog gaan voeren als er geen olie was ? Wapenlobby’s zijn machtiger dan vredesactivisten. Staatshoofden zijn volgens mij zeer goed ingelicht over de ware motieven voor oorlogen. We moeten ons geen illusies maken. Zo lang er wapens geproduceerd worden, zullen ze worden gebruikt.”
Wijsheid – Dwaasheid
“Wijsheid put ik uit mijn ervaring. Ik kijk rondom mij, ik analyseer en ik trek besluiten. Ik ben niet meer de jonge vrouw die hier meer dan twintig jaar geleden aankwam. Als je jong bent, ben je radicaal : de dingen zijn zwart of wit. Met de jaren heb ik geleerd te relativeren.”
“Vroeger zou ik de hoofddoek voor moslimvrouwen resoluut hebben afgewezen als hét symbool van onderwerping aan de man. Ik heb het er nog moeilijk mee, maar ik vraag me nu af hoe ik in hun plaats zou handelen ? Er zijn omstandigheden waarin het een manier is om respect af te dwingen. Het is ook onmogelijk om een cultuur van de ene dag op de andere om te gooien. Het blijft voor mij moeilijk te accepteren, een hoofddoek dragen omdat de godsdienst of een man het gebiedt. Maar ik probeer mij nu te verplaatsen in hun situatie.”
“Toen ik jong was, kon ik mij niet voorstellen dat ik geen carrière zou maken. Daar hadden vrouwen toch récht op, net zo goed als mannen ? Mijn ouders, die allebei maar tot hun veertiende op de schoolbanken zaten, hebben mij niet aangezet om naar de universiteit te gaan. Mijn oudere broer, die pas is gaan studeren toen hij al aan het werk was, heeft zijn kleine zusje wel ingeprent dat het nodig was om dat diploma van apotheker te halen. Een vrouw die thuis bleef, dat was absoluut tegen mijn principes als studente. En toch heb ik er nu geen spijt van dat ik er uiteindelijk toch voor heb gekozen. Als ik rond mij kijk naar al die koppels die met twee carrière hebben gemaakt, dan zie ik er nog maar weinig die bij elkaar gebleven zijn.”
“Wijsheid vind ik ook in gesprekken met heel eenvoudige mensen. Ik heb geen idolen, alle mensen zijn gelijk voor mij. We bestaan allemaal uit moleculen. Ik kijk naar de inborst van mensen, ik zoek naar goedheid en oprechtheid. Voor wie niet zo is, sluit ik mij af. Ik leef naar eenvoudige wijsheden. Wees tevreden met wat je hebt. Wees vriendelijk. Als je iedereen bars bejegent, bederf je niet alleen het leven van anderen maar ook dat van jezelf.”
“Als iets me dwars zit, probeer ik altijd de toestand te analyseren. Ik tracht te veranderen wat ik kan veranderen. Wat onomkeerbaar is, probeer ik te accepteren. Dat is niet altijd makkelijk. Maar je bent verantwoordelijk voor je eigen leven. Maak dus keuzen en leef ernaar.”
Wijsheid – Dwaasheid
“Dwaasheid en gekte liggen nogal ver van me af. Ik sta met beide voeten stevig op de grond. Maar iedereen heeft het recht om een beetje gek te zijn. Gekte maakt deel uit van het leven en ze stoort me pas als ze mijn eigen vrijheid bedreigt. Zolang gekken niemand kwaad doen, zijn ze zelfs een zeer gezonde factor in de maatschappij.”
“Gekke mensen zijn soms nodig om verandering teweeg te brengen en grenzen te verleggen. Anders zou het veel te veilig worden voor ons en zou onze angst voor avontuur de overhand nemen. Eén op honderd mensen krijgt in zijn leven op een of ander moment te maken met een vorm van schizofrenie. Weinigen daarvan ontsporen op een kwalijke manier. Meestal zijn dat creatieve mensen, vaak ook kunstenaars. Als de gekte nieuwe deuren opent, heeft ze haar plaats in de maatschappij. Als gekte gepaard gaat met kwade bedoelingen of bedreigingen, dan moet er natuurlijk wel paal en perk aan gesteld worden.”
kracht – Zwakte
“Mijn kracht put ik uit mijn roots. Boeren zijn realistische mensen met principes. Ik kom uit een eenvoudig milieu waar ik geleerd heb tevreden te zijn met wat ik heb. Ik heb de waarde van geld geleerd. Jonge mensen hebben nu snel veel geld. Ze hebben geen geduld meer. Ik moest drie jaar verlangen naar een nieuw wandelwagentje voor mijn pop en toen ik het eindelijk kreeg, ontdekte ik dat het oude veel mooier was. Alles komt op zijn tijd en je kunt in het leven niet alles hebben. Dat besef bespaart je veel frustratie. Ook mijn dochters heb ik die mentaliteit proberen bij te brengen. Onlangs nog wonden ze zich erover op dat ze als kind niet alle sinterklaasfiguurtjes in één keer mochten opeten van ons. We hebben geprobeerd hen matigheid te leren.”
“Ik heb hun geen principes opgedrongen, maar ons voorbeeld heeft hen wel beïnvloed. Ze weten wat ze willen en daar gaan ze voor. Ik ben trots op hen. De twee oudsten zitten aan de universiteit, de jongste in het voorlaatste jaar van de middelbare school. Ik heb hen aangezet om te werken op school, maar nooit met beloningen. Ze hebben geleerd in te zien dat inspanningen in de eerste plaats voor jezelf zijn, voor je toekomst, niet voor je ouders. Maar misschien heb ik ze niet genoeg gezegd wat ik positief vond, dat ik tevreden was. Daar heb ik wel spijt van. Ik kan nog proberen dat goed te maken.”
kracht – Zwakte
“Vaak heb ik de neiging om mijn eigen prestaties af te zwakken. Ik zeg soms bijvoorbeeld dat ik mijn studie heb afgemaakt omdat ik geluk had, terwijl ik er hard voor gewerkt heb. Ik geloof wel in mezelf, maar ik beschouw mijzelf niet als een uitzonderlijk iemand. Die bescheidenheid is misschien ook wel verbonden met mijn boerenafkomst. Ze dreigt soms mijn leven te vergallen. Je moet je grenzen kennen, maar je moet ook niet te veel je eigen kwaliteiten afzwakken. Ik heb het heel moeilijk met complimenten, meestal geloof ik ze niet.”
“Professioneel twijfel ik ook steeds. Bij het afleveren van een vertaling denk ik : dit of dat had ik anders moeten schrijven. Ik vertaal uit het Engels en het Nederlands naar het Frans. Ik besteed de grootste zorg aan mijn werk en toch blijf ik twijfelen of het wel goed genoeg is. Ik ben innerlijk zeer ongerust. Wat de toekomst inhoudt, zou ik nu al willen weten. Maar als je lotsbestemming vastligt, zou je zelf niets meer aan je leven kunnen veranderen. Met onzekerheden heb ik het moeilijk. Avontuur is niets voor mij. Zonder mijn constante twijfels zou het leven makkelijker zijn, dat besef ik. Maar ook met mijn perfectionisme zal ik moeten leren leven.”
Door Tessa Vermeiren I Foto’s Saskia Vanderstichele
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier