Amateurs!

NATHALIE CARDON

Een nieuw seizoen breekt aan. De zon laat al verdacht veel van zichzelf zien en Hanne Decoutere zit weer gewoon achter haar nieuwsdesk. Rondom mij wordt opgelucht ademgehaald. Mijn omgeving had het er namelijk nogal moeilijk mee: een anker dat zichzelf loskoppelde van het journaalschip om – met ons belastinggeld! – een oude droom na te jagen. Terwijl Hanne zich, elegant op de onderlip bijtend, onderwierp aan een eindeloze reeks pliés en pirouettes, regende het retorische vragen: “Waarom worden we doodgeslagen met reclame voor dat programma?” – “Wat gaan ze ons volgend seizoen serveren, Martine Tanghe die actrice wordt?” Vorig jaar, toen Thomas Vanderveken onder vakkundige begeleiding het pianoconcerto van Grieg uit zijn vingers probeerde te krijgen, las ik op sociale media soortgelijke reacties. Voornaamste verzuchting: “Waarom hij wel en zoveel meer getalenteerden niet?” Letters waar je een andere vraag doorheen zag schemeren: waarom hij wel en ik niet?

Op onze Instagramaccount staat in één regel wie we zijn. En wat we doen, moet goed zijn. Bak je taarten in je vrije tijd? Oké, maar die moeten wél duizend hartjes scoren

Nog los van de discussie of de VRT een speeltuin moet zijn waarin elk bekend gezicht zijn hobby mag uitleven – persoonlijk vond ik Ruben Van Gucht op een koersfiets eerder meditatieve televisie – kunnen we onszelf ook de volgende bedenking voorleggen: misschien zegt onze onvrede wel iets over onze eigen onvervulde dromen. Wat is er geworden van het vijfjarige meisje dat op HetZwanenmeer in de living rondsprong? Waar is de jongen naartoe die zelf radioprogramma’s samenstelde met zijn cassetterecorder? Nog voor we een studie kozen, kregen velen van ons de boodschap mee dat wat we het liefste deden ons nergens zou brengen in het echte leven. Het was niet onze essentie, maar gewoon een foto die we later aan onze kinderen zouden tonen. “Kijk, dit was ik toen elke dag nog een avontuur was. Toen ik nog niet dagelijks vloekte op de NMBS. Toen ik nog niet liep te kuisen-voor-de-kuisvrouw-komt.”

We slaan op ons achttiende een richting in, lopen maar verder en krijgen hoe langer hoe meer het gevoel dat er geen zijwegen meer te bewandelen zijn. Gedaan met spelen en experimenteren. Wat we doen, moet goed zijn. En pitchbaar. Op onze Instagramaccount staat in één regel wie we zijn. Die influencer met de perfecte bikinibillen. Die schrijver van twee bestsellers. Bak je taarten in je vrije tijd? Oké, maar die moeten wél duizend hartjes scoren.

Wat áls. Als we nu eens de deur zouden intrappen van de hokken waarin we onszelf opgesloten hebben. Als we het leven en onszelf niet zo serieus namen en plat op onze bek durfden te gaan bij het proberen van iets nieuws of het oppikken van een oude passie. Langzaam schaven aan een vaardigheid die je geluk verschaft zonder dat een publiek het ziet; daarvoor heb je zelfs geen perfect oefentuinhuis nodig zoals Thomas Vanderveken. En naar een topchoreograaf in Monaco reizen, zoals Hanne deed, hoeft al evenmin: ook hier kan iemand je uitleggen hoe je je armen door de lucht beweegt alsof het water is. Het is niet de professionele omkadering waar het ons aan ontbreekt, maar moed.

Een paar jaar geleden schrok mijn puberzoon zich een ongeluk toen hij zijn moeder plots thuis aantrof in een maillot en een paar roze nylonkousen. Ik zag hem twijfelen: colloqueren of laten passeren? Vandaag kijkt hij nergens meer van op en zegt hij: “Mama, ik voel mij als ik pianospeel zoals jij wanneer je ballet danst.” Misschien is dat wel het belangrijkste wat ik geleerd heb, in al die uren dat ik met een knalrood hoofd en een gloeiende rug aan een barre stond: iemand die vol overgave doet waar zijn hart voor klopt, is uiteindelijk nooit belachelijk. Ook al heeft dat opgetilde been soms iets weg van een hond die moet plassen en zien je fouettés er belabberder uit dan de meest blooperachtige van Hanne met een halve griep. Elke vooruitgang is een triomf. En falen noodzakelijk. Je bent nooit te oud om van je kinderdroom te leren. Daarom ga ik door tot ik tachtig ben, of tot een ambulance mij komt halen. Zwaailichten voor een stervende zwaan. Als daar geen cameraploeg op afkomt, weet ik het ook niet.

P.S.: In dit nummer vind je zowel mensen die vastzitten in een volwassen rol die hun niet zint als speelvogels.

nathalie.cardon@knack.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content