Allesbehalve zurig

Overdag zwem je in het zuiverste water ter wereld, ’s nachts duik je in een bruisend nachtleven. Bijna alles wat blinkt is goud, en naar verluidt zouden zelfs de Zwitserse bankbedienden er een prinsenleven leiden. Zürich is voor de zoveelste keer verkozen tot de meest leefbare stad op aarde.

Onchristelijk vroeg in de ochtend. De zon is nog niet op, maar wij wel : we hebben koeien gemolken om halfvijf. Als het uiteindelijk begint te dagen, zijn we allang in de wolken. Of beter : bóven de wolken, want in de schemering van de dageraad drijven de wolken onder onze horizon. De dag kan niet meer stuk. Gisteren een halve dag met Gsto, een enthousiasteling in lieslaarzen, met een gulle lach onder een rosse knevel. Hij kneep mijn hand ongeveer tot moes en klapte zijn hakken tegen elkaar : ” Ich fröhe mich.” Om samen met mij in een ijskoude snelstromende bergbeek een paar microscopische flintertjes goud uit het water proberen te filteren ? ” Stimmt. Wie zoekt, die vindt. Ook goud”, verzekert hij. Ik ben de koning te rijk, want luttele uurtjes later zit in mijn broekzak een minuscuul flesje kristalhelder water met wat zweempjes bladgoud. Tel daarbij nog de zegeningen van een bergwandeling met kruidenvrouwtje Rosemari Buri. Ze heeft van haar moeder, die op haar beurt van háár moeder, die op haar beurt van háár moeder alles leerde over planten en hun geneeskrachtige werking. Rosemari zegt onder meer dat arnica heilzaam is tegen allerlei kneuzingen, ook die van het hart. Maar we hebben goud gezocht en gevonden ; we hebben koeien gemolken na een nachtje met zijn allen in het hooi, een nacht die rust bracht in onze ziel : wat moeten we dan nog met arnica ?

Zimoon van Züri

We stappen op de trein die zoals gepland stipt om 7 uur 21 vertrekt. In vervoering en sprakeloos van bewondering, staren we naar het voorbijtrekkende landschap. Even later graaien we onze spullen bijeen, stappen uit, wandelen op ons duizendste gemak naar de overkant van het perron, stappen in de trein die op ons lijkt te wachten, deuren dicht, weg. Geruisloos en pünktlich naar Zürich. Daar peddelen witte zwanen op het meer, spuiten feestelijke fonteinen, stuurt de zon haar uitbundige stralen over het glinsterende Zwitserse Zwanenmeer. Op een wit vierkant gebouw op de oever staat Lindt Maître Chocolatier de Suisse in grote gouden letters om in te bijten : robuust en geblokt, als waren ze van verpakte chocola. Gsto en ik zijn lang niet de enigen die goud gevonden hebben.

Op een van de jaarlijkse top 25’s van ’s werelds meest leefbare steden hebben Zürich en Kopenhagen weer van plaats gewisseld. Zeven keer stond de Zwitserse stad al op één, tot ze onttroond werd door Kopenhagen. Maar nu heeft het Engelse blad Monocle Zürich weer op kop gezet. De belangrijkste reden is, dat de Zwitsers hun fantastische openbaar vervoer en luchthaven nog verder gaan uitbreiden en verbeteren. Andere criteria zijn onder andere veiligheid en misdaadcijfers, netheid, culturele activiteiten, gastronomie, onderwijs, aantal uren zon… Zürich scoort ook zo hoog omdat de bevolking zich verbindt om de strenge CO2-uitstoot nóg meer aan banden te leggen.

“Zwitsers zijn zeer milieubewust, en we zijn trots op wat we hebben. In dit meer kun je letterlijk zwemmen met je mond open. Dit is het beste water van Zwitserland. En dat wil wat zeggen : het is van het zuiverste water op aarde.” Dat zegt Zimoon, onze gids. Op haar naamkaartje staat Simone, maar op papier klinkt dat zo Vlaams, als Simonneke uit Thuis. Maar in de moedertaal van de Zwitserse spreek je haar naam uit met een Duitse tongval : Zimoon. En net als vele hippe Zwitsers slikt ze de laatste letters van Zürich in. Het is Züri voor en Züri na.

“Züri is smetteloos schoon, maar tegelijk ook een bruisende metropool. Overdag zwem je in het zuiverste water, en ’s nachts duik je in ons wereldvermaarde uitgaansleven. Een schril contrast met het brave platteland. Buiten de steden is Zwitserland zo traditioneel, religieus en vroom. Het barst er van de roddels en achterklap. En de mannen uit de bergen zijn echt saaie pietjes-precies.”

Op die manier krijgt Zwitserse Precisie er nóg een betekenis bij. Want Zwitserse precisie, van koekoeksklok tot Swatch, het alfa en Omega van de horlogerie, daar kun je niet naast kijken in straatstalletjes en souvenirwinkeltjes. Daar zijn de Zwitserse symbolen alomtegenwoordig : Heidi en Willem Tell ; geld en goud ; edelweiss en chocola ; en beeltenissen van de Matterhorn, die met zijn spitse top model stond voor Toblerone ; het Rode Kruis…

“Je vergeet de eeuwenoude Zwitserse neutraliteit, maar die is moeilijk af te beelden”, zegt Zimoon. “Deze stad voert die traditionele eigenschap nog steeds hoog in het vaandel. Na zijn vrijlating uit de gevangenis heeft de schoenengooier uit Irak gevraagd om hier te mogen wonen.”

Groen als gras

“Zürich mag dan omgeven zijn door besneeuwde bergtoppen, maar als er in de stad een keertje wat sneeuw valt, ligt de stad lam. Dan is er geen verkeer meer en blijft iedereen thuis”, zegt Zimoon. “Een aantal van die bergen rond het meer hebben een bijnaam gekregen. Op de plaatselijke Beverly Hills woonden honderd jaar geleden alleen maar boeren. Nu is het een toevluchtsoord van the rich and famous uit de hele wereld. Om er één te noemen : Tina Turner heeft hier haar stek. En dan heb je de IQ Hügel, de heuvel met de universiteit die al 21 Nobelprijswinnaars leverde. Tegenwoordig studeren er vijftigduizend jongelui. De Sorbonne in Parijs was de eerste universiteit die vrouwelijke studenten toeliet, Zürich de tweede. Het waren vooral meisjes uit Rusland. Die werden door de anderen ‘Paarden’ genoemd, omdat ze kortgeknipte haren hadden.”

Zürich zelf is zo groen als gras, want er zijn parken in overvloed, en een kwart van de stad is bos. Dat betekent : zestig vierkante meter bos voor elke inwoner. Toch trekken de stedelingen in hun vrije tijd graag de natuur in, en die is nergens veraf. Op geen enkele plek in Zürich ben je verder dan tien minuten verwijderd van het bos met reeën en eekhoorntjes, spechten en hazen.

Ook wij gaan de stad uit, de bergen in. We zitten op warme vellen en er zijn fleece dekentjes voor iedereen op de picknick in een middeleeuws bergdorpje. Dat is aangekondigd als een dorp met nog maar zeven inwoners, maar tegen de tijd dat we er zijn, zegt een andere Zwitser dat het er nog maar zes zijn. Niet te geloven. De Präzision heeft een steek laten vallen. Tenzij er vandaag iemand overleden is natuurlijk, maar daar is de stemming niet naar. Aan het eind van het kronkelende bergpad, dat langs een kabbelend beekje loopt zoals het hoort in dit Alpenland, worden we onthaald door een groepje muzikanten. Deze keer geen lokale fanfare van indrukwekkende alpenhoorns. (Zimoon : “Natuurlijk kun je die uiteenschroeven. Hoe zou je die anders vervoeren ?”) Geen alpenhoorns vandaag, maar een stemmig trio. De helft van de resterende dorpelingen ? De harmonicaspeelster is een Maria Magdalena op jaren. Haar mond is aandoenlijk hartvormig en rozerood geverfd, in een kleur die perfect past bij de roze haarstrengen in haar gitzwarte kapsel. Ze draagt schoenen met torenhoge hakken en ze wordt als een etalagepop door de dikbuikige fluitspeler naar de overkant van de straat over de hobbelkeien gedragen. Ze speelt door op haar accordeon, alsof ze niet merkt dat ze getild wordt.

Door Griet Schrauwen – Foto’s Wouter Van Vaerenbergh

In hypermodern, bruisend Zürich ben je nergens verder dan tien minuten verwijderd van het bos met reeën en eekhoorntjes, spechten en hazen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content