17 DE FARAO EN DE MODEKONING

Geholpen door Walter Van Beirendonck past een koorlid van de opera Akhnaten een rok die als een schelp naar boven geplooid wordt. © WOUTER VAN VAERENBERGH

Enkele weken voor de première van ‘Akhnaten’ leidt ontwerper Walter Van Beirendonck ons rond in het kostuumatelier van de Vlaamse Opera in Antwerpen. “Het is ongelooflijk wat hier allemaal kan.”

We zitten in de laatste fase”, zegt Van Beirendonck, die we kennen als ontwerper van gewaagde herencollecties en als het aimabele hoofd van de modeafdeling van de Antwerpse Academie. “Vandaag passen we de kostuums van twee van de bijrollen, na Nieuwjaar beginnen we met de solisten. Januari wordt een belangrijke maand, want dan komt alles samen : de muziek, de kostuums, dansers en zangers, het decor. Dat is een heel spannend, bijna griezelig moment. Na meer dan anderhalf jaar van voorbereidingen, moet het dan gaan gebeuren.”

“In de zomer van 2013 ben ik door Nigel Lowery, de regisseur, gecontacteerd met de vraag om de kostuums te maken. Voor een weinig opgevoerde opera als Akhnaten, waarvan enkel de muziek bestaat, is het de regisseur die het verhaal invult. Hij vertelde me hoe hij de personages, de kostuums en het decor zag, dat hij trouwens zelf heeft ontworpen, en dan ben ik gaan schetsen. Een van de visuele referenties die Nigel aanbracht, is het werk van Frans Masereel (Vlaams kunstenaar en houtsnijder). Ik heb me voor de kostuums laten inspireren door zijn harde, hoekige lijnen en ingesneden silhouetten. Het idee is om te werken tegen een donker decor, waardoor een deel van het kostuum opgaat in de zwarte achtergrond en je enkel een uitgepuurd, scherp beeld overhoudt.”

Akhnaten is een opera van de Amerikaanse componist Philip Glass uit 1984, over farao Amenhotep IV, de man van koningin Nefertiti, die het veelgodendom vervangt door één god, die van de zon, en zichzelf uitroept tot hogepriester. Het Egyptische volk pikt zijn bruuske hervormingen niet en brengt de farao ten val. Een verhaal dat doet denken aan de Arabische lente van 2011. “Nigel heeft de opera geactualiseerd door te verwijzen naar de opstand van het volk op het Tahrirplein. De zwarte vuist, het symbool van de revolutie, duikt bijvoorbeeld ook op in de kostuums.”

GLAMROCKFARAO

Nadat we ons even met een koffie hebben geïnstalleerd in de buik van de Vlaamse Opera, de refter, waar ook de schetsen van het indrukwekkende, draaiende decor ophangen, haalt Van Beirendonck een dikke, zwarte map uit zijn tas, vol tekeningen. De eerste schets van een dik pak, één voor elk van de om en bij dertig personages en het vijftigkoppige koor, is die van het hoofdpersonage : Akhnaten, de nieuwe naam van de farao. “Voor Akhnaten hebben we gekozen voor een kostuum met verwijzingen naar de glamrock. Ik wilde al die glamour en glitter, die toch eigen is aan de farao’s, moderniseren. Ik heb natuurlijk ook veel gelezen over Egypte, en deze farao in het bijzonder. Hij had een heel opvallende, bijna uitgerekte fysiek : hij was heel groot, met lange handen en een slank, vrouwelijk figuur. Om dat te onderlijnen hebben we voor Akhnaten, Nefertiti en hun zes dochters prothesen laten maken voor het gezicht en de vingers, om een koninklijke look te creëren.”

Het was de eerste keer dat Van Beirendonck, die nochtans vaak refereert aan andere culturen in zijn collecties, zich verdiepte in het oude Egypte. “Ik heb dat lang afgehouden, omdat die met goud overladen, beetje kitscherige periode me niet echt aansprak. Maar als je dan begint te lezen, is het heel boeiend. Zeker ook deze farao, die toch een uitgesproken visie op kunst en cultuur had, en best wat radicale beslissingen heeft genomen.”

Hoe verder we bladeren door de map, hoe kleurrijker de kostuums worden. “De opera bestaat uit twee delen”, legt Van Beirendonck uit. “Voor en na de revolutie. Alle hoofdpersonages hebben dus twee kostuums : een donker voor het eerste deel en een ‘heel Egyptisch’, met kleuren als turkoois, goud en azuurblauw, voor wanneer het rijk van de zonnegod aanbreekt. Nefertiti krijgt, bijvoorbeeld, een mantel van kerstslingers. Alles wat ik teken, kan hier gemaakt worden. Fantastisch, toch ?”

Voor we naar het kostuumatelier gaan, wordt Van Beirendonck opgehouden door medewerkers die hun kans grijpen omdat hij er is. Er moeten knopen doorgehakt worden. “Het is een heftig proces”, zegt hij. “Ik word constant bestookt met vragen. Ik heb aan iedereen uitgelegd hoe ik de personages zie en zij komen nu met testjes waaruit ik moet kiezen.”

HIPHOP EN HIËROGLIEFEN

Op een van de tafels heeft Naiara Beistegui, verantwoordelijk voor de rekwisieten van de Vlaamse Opera, de juwelen uitgestald die ze maakte op basis van Walters tekeningen. Hiphopjuwelen met hiërogliefen in gekleurde stras, scarabeeën gemaakt van punaises en gouden oorstukken die hij “te organisch” vindt. “Het lijkt hier op een kerstmarkt, met een kraampje waaruit ik mag kiezen”, lacht hij. “Heel mooi, Naiara !” Er wordt overlegd over de geelheid van het goud, het gewicht van de juwelen – “hang er achteraan wat metalen plaatjes op, dan worden ze zwaarder” – en de sluiting van armbanden voor Nefertiti. Als de ontwerper voor een eenvoudig systeem kiest, haalt Naiara opgelucht adem.

In het atelier vallen vooral de gouden rokken op. “Voor het koor”, legt van Beirendonck uit. “Het is een rok die naar boven wordt geplooid als een schelp. Omdat de stof geplisseerd is, blijft ze ook staan. Aan hun voeten dragen ze Reeboksneakers. Die staan ook in mijn schetsen, omdat ik dat type schoen kende en wist dat ze die ook hebben in rood en zwart. Ik vind de spanning tussen het oud-Egyptische en dat moderne element echt werken.”

Of hij dit minder stresserend vindt dan zijn eigen collectie ontwerpen, wil ik nog weten. “Het is anders. Je kunt vrijer denken, omdat je geen rekening moet houden met verkoop en productie. Anderzijds moet je rekening houden met de beperkingen van de zangers en dansers. Het is fijn dat er telkens gezocht wordt naar een manier om het kostuum te maken zoals ik het getekend heb. Ik geef aan want ik wil en zij werken het uit. Het is ongelooflijk wat hier allemaal kan.”

Akhnaten gaat in première in Antwerpen op 13 februari 2015, in maart verhuist de productie naar Gent.

Tickets : 070 22 02 02, ww.operaballet.be

DOOR ELLEN DE WOLF & FOTO’S WOUTER VAN VAERENBERGH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content