Silo slim in Wijnegem: fenomenaal zicht op het Albertkanaal en museale sfeer in voormalige mouterij
Toen Axel Vervoordt in 1998 een verlaten mouterij in Wijnegem kocht, droomde hij ervan om lofts te maken in de oude silo’s. Bijna twintig jaar later is het zover: interieurarchitect Arjaan De Feyter maakte de beton-architectuur bewoonbaar.
Van honderden meters ver zie je ze staan: de monumentale betonnen graan- silo’s langs het Albertkanaal in Wijnegem. Ooit huisde hier de grootste moutverwerker van Europa, nu is het een van de meest ambitieuze vastgoedprojecten van België. Kunsthandelaar en decorateur Axel Vervoordt kocht de kanaalsite op in 1998. Vervolgens liet hij er de crème de la crème van de Belgische architectuur op los: Coussée & Goris (bekend van bibliotheek De Krook in Gent), Bogdan & Van Broeck en Stéphane Beel. Die laatste mocht de ronde voormalige graansilo’s verbouwen tot lofts. Interieurarchitect Arjaan De Feyter – die op de kanaalsite ook zijn bureau heeft – richtte een van de eerste appartementen in.
Binnen en buiten
Wanneer we er binnenstappen, weten we niet wat het meest overweldigt: de beton- architectuur, het fenomenale uitzicht op het Albertkanaal of de drie ronde silokamers. “Het is niet alleen een sublieme plek om te wonen, ook de ruimtebeleving is uniek”, vertelt interieurarchitect Arjaan De Feyter, die er een riante flat inrichtte. “Het appartement is ondergebracht in drie silo’s, die via een bruggetje met elkaar zijn verbonden. Zo zie je vanbinnen overal het exterieur van het gebouw. De flat van 200 vierkante meter werd casco verkocht. De ruwbouw leek wel brutalistische beton- architectuur. Ik besefte meteen dat we iets van die industriële robuustheid moesten bewaren. De ronde vormen lieten we daarom ongemoeid. Sommige bewoners van Beels woontoren proberen rechte wanden te plaatsen in die cirkelvormige volumes. Wij hebben de rondingen net extra benadrukt. Ze maken de plek uniek.”
Huiselijke flow
Binnen lijkt het alsof je in een beeldhouwwerk ronddwaalt. De Feyter counterde die museale sfeer heel slim door een huiselijke flow in de drie silo’s te creëren. Zichtlijnen, terugkerende materialen en visuele rustpunten zorgen voor samenhang tussen de drie cirkels. Ze maken de silo’s letterlijk leefbaar. De eerste silo werd door De Feyter vrijwel leeg gelaten, op een grote vestiaire in donkere es na. “Het hout werd met de hand gekleurd met inkt van de galwesp om die bijzondere tint van verzilverde es te bereiken”, aldus Arjaan.
Via een glazen passerelle kom je in de gesloten zitruimte in silo twee terecht. “Omdat de bewoonster Marokkaanse roots heeft, hebben we de zithoek een oriëntaalse touch gegeven. Alle vloeren kregen een ‘microtopping’ die lijkt op tadelakt of mortex. Qua textuur past die minerale kalkpleister perfect bij de gevelpatina van de silo’s”, legt de interieurarchitect uit. De ronde bank versterkt het circulaire aspect van de ruimte, maar zorgt toch voor intimiteit. Het belangrijkste element in de zithoek is het schijnbaar nonchalant opgehangen gordijn. Het speelt een cruciale rol in de circulatie: je kunt erachter passeren zonder de zithoek te verstoren. “En vergeet niet dat die gordijnen ook essen- tieel zijn voor de akoestiek. Zonder zou zo’n ronde kamer absoluut onbewoonbaar zijn: alle geluiden worden versterkt.”
Niet zo streng
Wat dit project meteen verraadt, is Arjaan De Feyters bijzondere gevoel voor maatwerk, artisanale materialen, texturen en fijne details. Van de keuken, het bed, de zetel en de tafels tot de werkhoek in travertijn van Van Den Weghe: alles is op maat ontworpen en gemaakt. Het coherente totaalproject slaat letterlijk de glazen brug tussen het brutalisme en een soort neominimalisme: veel warmer en huiselijker dan het strenge minimalisme van de jaren 90. Noem het Pawson meets Axel Vervoordt.
Tekst Piet Swimberghe & Foto’s Piet Albert Goethals
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier