Veertien videospelletjes, waaronder “Pac-Man” en “The Sims”, hebben hun opwachting gemaakt in het Museum of Modern Art (MoMA) in New York.
Veertien videospelletjes, waaronder “Pac-Man” en “The Sims”, hebben hun opwachting gemaakt in het Museum of Modern Art (MoMA) in New York.
Ze vormen het begin van een nieuwe tak van de museumcollectie, die op termijn veertig videogames moet omvatten.
De veertien videospelletjes maken deel uit van de tentoonstelling “Applied design”, die nog tot eind januari 2014 “de nieuwe richtingen van het hedendaagse design” in de schijnwerpers zet.
Op de derde verdieping van het New Yorkse museum voor moderne kunst staan “Pac-Man” (1980) en “Tetris” (1984) broederlijk naast elkaar, telkens met de nodige uitleg over hun ontstaan en met de mogelijkheid om een rondje te spelen. In een volgende zaal kregen onder meer “Another World” (1991), “Myst” (1993) en “The Sims” (2000) een plaatsje.
Er is ook aandacht voor recentere videospellen als “Katamari Damacy” (2004), “Dwarf Fortress” (2006), “flOw” (2006) en “Canabalt” (2009).
The Legend of Zelda en andere klassiekers
Het MoMa zal de videospelletjes ook opnemen in zijn permanente collectie. Het museum wil de komende jaren in totaal veertig games verwerven. Daarbij ook klassiekers als “Pong” (1972), “Space Invaders” (1978), “Super Mario Bros” (1985), “The Legend of Zelda” (1986), en “Spacewar!”, het allereerste computerspel uit 1962.
De videogames worden niet alleen gekozen op basis van hun historische en culturele waarde en hun esthetische kwaliteit, maar ook omwille van “de elegantie van de programmeercode” en het gedrag dat ze creëren bij de speler.
“Ik ben eerlijk gezegd niet geïnteresseerd in de discussie of videospelletjes kunst zijn, of of een stoel kunst is”, zegt Paola Antonelli, de verantwoordelijke van de tentoonstelling. “Design is voor mij de hoogste vorm van de menselijke creatieve expressie, en als iets een prachtig design heeft, is dat voor mij al meer dan voldoende.” (Belga/MS)
