Nathalie Cardon

‘Ga eens naar een stad die je als je broekzak kent en gedraag je als een typische toerist’

Nathalie Cardon Eindredactrice Knack Weekend

Nathalie Cardon vindt niks te banaal voor een goed verhaal

‘Heb je reisplannen?’ De vraag verdeelt de westerse mens in twee categorieën: zij die recht van het vaccinatiecentrum naar het vliegveld willen doorsteken en degenen die bij ‘effe uitrusten van dat coronagedoe’ aan het terras om de hoek denken. Voor beide groepen heb ik een gouden vakantietip: ga eens naar een stad in eigen land die je als je broekzak kent en gedraag je als een typische toerist. Nee, ‘een keer naar het Atomium’ telt niet mee, we hebben het over het volledige draaiboek afwerken van José uit Madrid of Pjotr uit Sint-Petersburg. Ik en een vriendin namen de proef op de som in Gent. Een topdag waarop we nog net geen gebroken Engels spraken en waaruit ik de volgende vuistregels destilleerde:

Iemand die al jaren niet meer durft te vragen of het gesmaakt heeft, verdient niets dan onze liefde

1. Wis je geschiedenis. Welke band er ook bestaat tussen jou en de stad in kwestie, knip ‘m door. Vergeet dat je halve familie er woont, denk niet terug aan dat café waar je zo hebt zitten huilen. We vertrekken van nul, of beter, van de enthousiaste argeloosheid van een Japanner op een dubbeldekker. Zelf heb ik me een hele dag ingehouden om mijn zoon, die in Gent op kot zit, niet te sms’en dat ik in de buurt was. Pas de volgende ochtend stuurde ik hem een foto van het Belfort. (Reactie: ‘So?’)

2. Van monumenten gesproken: wees niet kritisch of krenterig. Voor de Dom van Milaan wil je betalen wat het kost, de Eiffeltoren beklimt iedereen minstens één keer, dus ga niet moeilijk doen over die acht euro om, welja, het Belfort te bezoeken. Een echt buitenlandgevoel heb je pas als je staat aan te schuiven om ergens een lift of een eindeloze wenteltrap te nemen, bordjes met informatie te lezen die je meteen weer vergeet en eenmaal boven te beseffen dat je eigenlijk hoogtevrees hebt. Bonuspunt voor het Belfort: op een van de balkonnetjes liggen duiveneieren, waar de moedervogel klapwiekend op af stormt zodra ze menselijke aanwezigheid ontwaart. Het San Marcoplein-gevoel met extra adrenaline.

3. Ga niet zoeken naar goede restaurantjes. Die hippe dumplingzaak probeer je maar een andere keer, en afzakken naar de vertrouwde succesnummers is valsspelen. Blijf in het centrum van het centrum. Plekken genoeg met gerieflijke rieten stoelen waar de geplastificeerde kaart niet lang op zich laat wachten. Ontdek dat een maaltijd ten dele gekruid kan worden door een goed gesprek en bemerk de schoonheid van je eigen mildheid: glimlach naar het personeel terwijl het zwijgzaam je bord vol drijvende stukken kip afruimt. Iemand die al jaren niet meer durft te vragen of het gesmaakt heeft, verdient niets dan onze liefde.

4. Foto’s, foto’s, neem foto’s. Bij voorkeur op een rondvaartboot. Druk af op exact dezelfde momenten als dat Spaanse koppel naast je. Geniet met volle teugen van het feit dat kadreren niet hoeft: niemand zal ooit geïnteresseerd zijn in je beelden van het Gravensteen of de onderkant van de Sint-Michielsbrug. Roep “mooi!” als je reisgenoot naar twee eenden wijst, maar houd je mond wanneer de gids in zijn sputterende micro vraagt of de passagiers achteraan hem kunnen horen. Bedenk dat je vandaag geen Belg bent. Steek pas een vage duim omhoog als hij na Nederlands, Frans en Duits op Engels overschakelt; ja, the people in the back zijn min of meer mee.

5. Voel. Hoe verbonden je kunt zijn met mensen die je vroeger als één berg synthetische T-shirts bekeek. Hoe verwondering vloeit als het water van de Leie. En hoe rustig het is als een onzichtbare hand een páár vliegtuigen aan de grond houdt. Dit is meer dan vakantie. Dit is magie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content