Suriname

In Paramaribo hebben ze een Kromme Elleboogstraat, een Keizerstraat en een Jodenbreestraat. En waar anders ter wereld word je zelfs in een jungledorpje pal naast de evenaar in zangerig Nederlands begroet?

Een wandeling door de hoofdstad Paramaribo zet je voortdurend op het verkeerde been: nu eens geven de withouten koloniale huizen met veranda’s je de indruk dat je in de Caraïben bent, een paar meter verder zou je zweren dat je ergens in Indonesië gekatapulteerd bent.

En waar anders staat de moskee pal naast de synagoge, op spuugafstand van de kathedraal bovendien? De Surinamers koketteren graag met hun ‘eenheid in etnische diversiteit’.

Nog geen half miljoen zielen telt de bevolking van dit uitgestrekte land in het noordoosten van Latijns-Amerika, maar wie op zaterdagmorgen door de Domineestraat kuiert, waant zich op een bijeenkomst van de Verenigde Naties.

Niet dat de afstammelingen van indianen, Afrikanen, Europeanen, joden, Chinezen, Hindoestanen, Javanen, Libanezen en Brazilianen geen vooroordelen tegenover elkaar zouden koesteren. Maar samen vormen al die halfbloeden een etnische tuttifrutti waarin de hele wereld vertegenwoordigd is.

Het helsche beest

“Hoe wij hier ook samen kwamen”, zingen de Surinamers in hun volkslied. Tja, hoe ze daar kwamen, dat is een heel verhaal. De meeste kwamen per zeilschip: Spanjaarden, Engelsen en Nederlanders. Van Fort Zeelandia, het oudste en meest kenmerkende gebouw in Paramaribo, werd de eerste steen gelegd door de Engelsen, maar in 1667 werd het veroverd door de Nederlanders.De indianen waren er natuurlijk allang, zij zijn de enige echte autochtonen.

Over de uitwassen van de koloniale tijd kan elke Surinamer wel een paar gruwelverhalen vertellen. Neem nu het hoekhuis van het Onafhankelijkheidsplein, één van de mooiste panden van de historische binnenstad. Daar woonde tot 1783 ‘het helsche beest’ Susanna du Plessis die door haar wreedheid hét symbool werd van de gewelddadige onderdrukking van de slaven.

Op de hoek van de Zwartenhovenbrugstraat en de Dr. Sophie Redmondstraat staat het standbeeld van een bevrijde slaaf, Kwakoe of Woensdag, waar ieder jaar op 1 juli de afschaffing van de slavernij in 1863 herdacht wordt.

Boeiend volk

Waar logeert de reiziger in Paramaribo? In het legendarische hotel Torarica natuurlijk! Samen met het Krasnapolsky behoort het Torarica qua accommodatie tot de topklasse, ook al dateert het al uit de jaren ’50 en is het zwembad omringd door beton.

Wie meer over de koloniale tijd te weten wil komen, kan met een boot langs de oude plantages aan de Commewijnerivier varen, langs fort Nieuw Amsterdam, Mariënburg en het prachtig gerestaureerde Frederiksdorp, waar je in de voormalige planterswoningen kunt verblijven.

Ruim tachtig procent van Suriname bestaat uit maagdelijk oerwoud, een paradijs voor natuurliefhebbers. Geen wonder dat het ecotoerisme hier steeds meer aan belang wint. Natuurpark Brownsberg gaat prat op 1450 plantensoorten, waarvan twaalf nergens anders ter wereld gevonden worden.

De Boven-Suriname is het woongebied van de Saramaka, een van de grootste marrongemeenschappen van Suriname. Aan het hoofd van elk dorp staat een kapitein, geassisteerd door een waarnemer, zich zeer bewust van zijn waardigheid, ook als zijn outfit uit een korte broek en een badlaken bestaat.

In Laduani doet een grasveld dienst als start- en landingsbaan. Na een kwartier vliegen hang je al boven het regenwoud, een uitloper van het Amazonegebied. Wat later vlieg je over het Brokopondo-stuwmeer, intens blauw maar een tikkeltje morbide, met al die kale boomtoppen die boven de waterspiegel uitsteken.

Albina was vroeger een lieflijk badplaatsje aan de Marowijnerivier. Tegenwoordig is het een kleurrijk maar wat louche grensstadje, de uitvalsbasis voor goudzoekers, smokkelaars en… toeristen die naar Galibi gaan om de broedplaatsen van reuzenschildpadden te bezoeken.

Vanuit Albina gaat het met de korjaal stroomafwaarts. Bij de monding van de Marowijne liggen twee bij elkaar aansluitende indianendorpen, Christiaankondre en Langamankondre die samen het gebied Galibi vormen. De zandstranden zijn schaars in Suriname en de indianen hebben op tijd ingezien dat ze van levensbelang zijn.

De inheemsen hebben zich hier met succes verzet tegen het doortrekken van de weg vanuit Albina zodat het oorspronkelijke karakter van het gebied en de broedplaatsen gevrijwaard blijven.

Het echte leven begint in Galibi pas na middernacht op een smalle strandstrook bij flarden maanlicht. Een enorm gevaarte ploegt met haar voorvinnen door het zand zodat er een grote, ronde kuil ontstaat. Schildpadden, gestuurd door hun onfeilbaar instinct, leggen duizenden kilometers af om hier hun eieren te leggen. Wat een adembenemende ervaring om daar getuige van te zijn.

Bron: Weekend Knack

Foto: Epa

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content