Bezienswaardigheden


Zambia is nog onbekend en weinig betreden, maar rijk aan diersoorten en soms zeldzame vogels, met voortreffelijke lodges in een ongerepte natuur. In Zambia liggen zeventien spectaculaire watervallen en negentien wildparken.

De Victoria Falls, de breedste waterval ter wereld en één van de zeven wereldwonderen, op de grens met Zimbabwe is de bekendste toeristische uitstap. De Zambezi rivier stort zich hier met onvoorstelbaar geweld en lawaai in een honderd meter diepe kloof. Je kan de watervallen het beste in mei of juni bezoeken want dan bereikt het water zijn hoogste peil. Zijn de watervallen op zich nog niet spectaculair genoeg, dan kan je gaan raften op de Zambezi, bungeejumpen tot vlak boven het kolkende water of de rotsen abseilen. Spanning verzekerd.

Vlakbij de Victoria Falls ligt het koloniale stadje Livingstone, genoemd naar de Schotse missionaris en ontdekkingsreiziger David Livingstone. Vroeger was dit de bruisende hoofdstad van – toen nog – Noord-Rhodesië. Tegenwoordig is het een rustig stadje dat door veel toeristen wordt gebruikt als uitvalsbasis voor de beroemde watervallen.

Een stuk minder bekend zijn de Ngonye Falls. Deze waterval is niet zo hoog, maar indrukwekkend door de breedte in de vorm van een hoefijzer. Ook de weg ernaartoe is de moeite waard. Je rijdt door een prachtig landschap langs typische bijna uitgestorven Afrikaanse dorpjes.

De meeste toeristen die naar Zambia reizen slaan de hoofdstad Lusaka over. Op het eerste gezicht lijkt de stad ook niet veel bijzonders, maar een paar dagen hier rondlopen is toch leuk om mee te maken. Lusaka is zo’n echte Afrikaanse chaotische stad met een modern centrum, maar ook authentieke markten en talloze straatverkopers.

Het diepe Afrika moet je zoeken in Kafue National Park, met 22.000 hectare één van de grootste natuurparken ter wereld. In dit park leven veel verschillende soorten antilopen en daarom ook veel roofdieren die het gemunt hebben op deze sierlijke dieren. In het noorden van het park ligt een uniek moerasgebied, de Busanga Plains. In het natte seizoen leven hier 400 verschillende soorten vogels, antilopen en veel leeuwen. Wanneer het moeras tijdens de droge periode opdroogt, komen nijlpaarden geregeld vast te zitten in de modder.

Het South Luanga National Park is, na de Victoria Falls, de grootste trekpleister in Zambia. Dwars door het park stroomt de Luanga rivier en die zorgt voor een enorme concentratie van wilde dieren, waaronder de meeste luipaarden in Afrika en 500 soorten vogels. Je kan hier verder enorme kuddes olifanten, nijlpaarden, krokodillen, zebra’s en luipaarden tegenkomen.

Het North Luangwa National Park wordt wel het grootste toevluchtsoord voor wilde dieren ter wereld genoemd. Een bezoek aan dit park is een unieke kennismaking met het Afrika zoals het ooit was. Er is geen enkele accommodatie en je mag het park alleen te voet binnen samen met één van de weinige safaribegeleiders die toestemming hebben om hier toeristen rond te leiden.

Het Lower Zambezi National Park is het jongste natuurpark in Zambia. Hier leven weliswaar minder dieren dan in de andere parken, maar je kan wel heel dicht bij de dieren komen die op de vele kanalen en riviertjes afkomen.

Het Lochinvar en Blue Lagoon National Park zijn heel anders dan de andere parken in Zambia. Het landschap is hier overwegend vlak, maar daardoor zeer geschikt om vogels te zien. In het natte seizoen verandert de vlakte in een groot sprookjesachtig moeras. Dit gebied staat ook bekend om de aanwezigheid van de Kafue Lechwe, een antilope die enkel hier voorkomt. Bijzonder zijn ook de enorme rivierpythons die afkomen op de antilopen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content