5 redenen waarom de Azoren het Hawaï van Europa zijn

In de Azoren ben je omgeven door water – overal is het zalig zwemmen. © Getty Images

Ze liggen voor de kust van Portugal en zijn zo dichtbij dat je er voor een paar dagen naartoe kunt. En toch lijk je op de Azoren mijlenver van Europa. Onze journaliste trok naar São Miguel, het groene hoofdeiland van de archipel.

São Miguel: een waterparadijs

Goed nieuws voor al die mensen die op sociale media het Bondi Icebergs-zwembad een like geven telkens wanneer het in hun feed passeert: voor een vergelijkbare ervaring hoef je niet naar Australië. São Miguel is bezaaid met infinitypools, liggend in de branding, waar ze regelmatig overspoeld worden door de golven. Onze favoriet is La Piscina Boca Da Ribeira, verscholen achter een klif en daardoor afgeschermd van een te grote toestroom van toeristen. Al dien je je plek in dit stukje paradijs wel te verdienen, je moet er immers een smalle, steile weg voor trotseren waar een niet zo ervaren chauffeur het Spaans benauwd van krijgt. Ingekapseld tussen witgekalkte muren, felgekleurde cabines en een helrode metalen balustrade die vanuit het zwembad recht de zee in duikt, waan je je in een film van Wes Anderson.

La Piscina Boca Da Ribeira doet denken aan het beroemde Bondi Icebergs-zwembad op Bondi Beach.
La Piscina Boca Da Ribeira doet denken aan het beroemde Bondi Icebergs-zwembad op Bondi Beach. © Kathleen Wuyard

Met zijn vele zwarte zandstranden en afgelegen baaien is São Miguel een ideale badplaats. Als je langs de kliffen via kleine paadjes naar beneden wandelt, ontdek je de meest paradijselijke stranden. En mocht het strand toch beginnen te vervelen, dan kun je een duik nemen in een van de vele natuurlijke zwembaden van het eiland, zoals die aan de kust van Lagoa of de baai van Porto da Caloura, waar het – behoorlijk frisse – water zo helder is dat je er zonder nadenken in springt.

Zelf zijn we minder enthousiast over de Caldeiras da Furnas, hete thermale bronnen die in toeristische folders worden aangeprezen, maar die een zodanig sterke zwavellucht uitwasemen dat ze niet alleen de lokale legendes voeden, maar ons ook achterlaten met de geur van gekookte eieren in de neus. Meer onze smaak – en vooral frisser en geurlozer – is Poço Azul (‘de blauwe fontein’) in Achadinha, waar we na een avontuurlijke natuurwandeling in het turkooizen water plonzen. Of het nu zacht is of jodiumrijk, gloeiend heet of ijzig koud: op de Azoren is water alomtegenwoordig en het eiland nodigt uit om elke dag een duik te nemen. Of waarom niet: om te leren surfen.

Lokaal lekkers: zeevruchten worden hier gegeten met wat extra boter erop.
Lokaal lekkers: zeevruchten worden hier gegeten met wat extra boter erop. © getty images

Op de surfplank

Geliefd bij Europese boardsportliefhebbers vanwege de nabijheid en de relatieve betaalbaarheid, scoort de archipel vrij hoog op de ranglijst van de populairste surfbestemmingen van Europa. Ook wij willen ons aan een partijtje surfen wagen, maar dat is buiten de woeste baren gerekend. De golven van de Atlantische Oceaan zijn niet min, en onze surfinitiatie heeft dan ook meer weg van een rondje zwieren in de wasmachine dan van een scène in Point Break. Voor een tweede poging trekken we naar een open strand met rustiger golven: we wagen ons opnieuw aan surflessen aan de stranden van Santa Barbara en Populo, waar we ons een stuk relaxter kunnen overgeven aan de golven – we slagen er zowaar in toch een paar minuten op onze plank overeind te blijven. Meer ervaren surfers zullen eerder naar Ribeira Quente en Praia do Monte Verde trekken, of naar het prachtige Vila Franca, waar je kunt surfen met een adembenemend uitzicht op het pittoreske Ilhéu de Vila Franca do Campo.

Surfen bij het Santa Barbara Eco-Beach resort.
Surfen bij het Santa Barbara Eco-Beach resort. © Kathleen Wuyard

Ook al worden de Azoren beschreven als het Hawaï van Europa of het paradijs voor surfers, de Portugese eilanden laten zich niet in één vakje duwen, integendeel – ook als je niet van watersport houdt, voegt die alomtegenwoordige surfcultuur wat extra charme toe aan je vakantie. Denk aan hotels en restaurants met tropische inrichting, strandtenten met een chill sfeertje of kledingboetieks of decowinkeltjes die niet zouden misstaan in Malibu of Maui.

Lekker tafelen in Ponta Delgada.
Lekker tafelen in Ponta Delgada. © Kathleen Wuyard

Het mooiste zicht

We kunnen ons met moeite losrukken van al die waterparadijzen, maar zijn toch nieuwsgierig om met een huurauto ook de rest van het eiland te verkennen. Caldeiras, Pico, Salto, Atalho…: de woorden verraden dat São Miguel een paar natuurwonderen als trekpleister heeft.

Wat je zeker niet mag missen? De achttien kilometer lange slingerpaden om en rond de magnifieke vulkaankrater Caldera das Sete Cidades, waar je de legendarische bakermat van Atlantis bewondert zonder een massa toeristen, want die staan zich allemaal te vergapen aan het panoramische uitkijkpunt Miradouro Vista do Rei. Het meer Lagoa do Congro is dan weer intimistischer dan de meeste andere waterplekken op het eiland, en vind je na een korte boswandeling. Tijdens een bezoek aan Furnas, de meest oostelijke vulkaan op het eiland, ontwaar je in de groene panorama’s oude gebouwen. Je waant je er in een filmdecor van Tim Burton. Verder biedt de waterval Salto da Farinha een adembenemend uitzicht op het strand diep beneden, dat je van dichterbij kunt verkennen na een steile wandeling, terwijl de Miradouro Ponta do Sossego je het omliggende panorama laat bewonderen.

Ponta Delgada, de hoofdstad van São Miguel: een verrassend bruisend stadje tussen het natuurgeweld.
Ponta Delgada, de hoofdstad van São Miguel: een verrassend bruisend stadje tussen het natuurgeweld. © getty images

De kokkels, graag

Van al die avonturen gaat je maag knorren, maar dat komt goed uit, want op de Azoren – en al zeker op São Miguel – kan er goed gegeten worden. We krijgen het water al in de mond bij het lezen van enkele van de lokale specialiteiten, zoals de kokkels, die met boter en look geserveerd worden – én met genoeg brood om de lookboter op te soppen. Nog zo’n lekkernij zijn de pataniscas de bacalhau, de verse en kruidige versie van de Portugese kabeljauwkroket, of de ovos de ceboladacom tomate, variatie op de oeuf cocotte, eieren uit de oven, met een smeuïge tomatensaus en gekonfijte uitjes.

De plaatselijke ananassen vind je hier overal, ze hebben een onvergelijkbare smaak.
De plaatselijke ananassen vind je hier overal, ze hebben een onvergelijkbare smaak. © Kathleen Wuyard

Goed om te weten voor de vleesliefhebber is dat op São Miguel het rund koning is. Het carne dos Açores staat bekend om zijn malse kwaliteit, en de bewoners van het eiland kleden zich steevast op om ervan te gaan smullen in het restaurant van het Associacao Agricola de São Miguel, waar het farm to table-concept meer is dan een marketingtruc. Als dessert neem je natuurlijk ananas, dé vrucht van het eiland, sappiger en smakelijker dan elders, en zowat op elke hoek te verkrijgen. Een zoetekauw gaat dan weer voor de malasadas, de lokale variant op poffertjes.

Tegels kiezen

Het is niet omdat de Azoren geroemd worden om hun ongerepte natuur dat de bewoners plattelandsmensen zijn. Integendeel, de unieke setting trekt heel wat kunstenaars aan die er workshops en retreats organiseren. De Azoren staan bekend om hun keramiek en aardewerk en je vindt er heel wat snuisteradressen. Als keramiekliefhebbers maken we van de reis gebruik om de fabrieken van Lagoa en Vila Franco do Campo te bezoeken en op maat gemaakte tegels te bestellen om in eigen huis de sfeer van de Azoren te creëren, voor we onze koffers neerploffen in Pico do Refugio, een prachtig landgoed met uitzicht op de omliggende heuvels, dat verhuurd wordt voor artistieke happenings en tentoonstellingen, maar ook zijn designinterieur openstelt voor toeristen die er willen verblijven.

Aardewerk is het perfecte souvenir.
Aardewerk is het perfecte souvenir. © Kathleen Wuyard

Met zijn design-, vinyl- en kledingwinkels van lokale ontwerpers heeft de hoofdstad van het eiland, Ponta Delgada, ons aangenaam verrast. In plaats van het provinciestadje dat we verwachtten, ontdekken we een bruisende trekpleister die niet moet onderdoen voor andere trendy Portugese steden, waar je absoluut even halt moet houden tussen twee natuurbestemmingen in.

Eilandhoppen

Wil je vanuit São Miguel ook andere eilanden bezoeken? Weet dan dat de Azoren negen bewoonde eilanden tellen, die verdeeld zijn over drie groepen: de oostelijke, centrale en westelijke. Je kunt voor een van de eilandgroepen kiezen en ter plekke makkelijk met de boot van het ene eiland naar het andere hoppen.

Ons advies? Laat je leiden door de kleur die je het meest aanspreekt, want elk van de eilanden wordt bepaald door een specifiek kleurenpalet. São Miguel staat, door zijn weelderige natuur en drie kraters, bekend als het groene eiland. Santa Maria wordt dan weer het roze eiland genoemd, door de parelende stranden, de velden en de okerkleurige aarde.

© National

In de centrale groep zijn Faial en Terceira blauw gekleurd, door de overvloedige aanwezigheid van hortensia’s en de blauwe oceaan rondom, waar je dolfijnen, potvissen en walvissen kunt spotten. Op de drakenrug van São Jorge buitelen vijftig tinten groen over elkaar heen, en Graciosa en Pico vormen dan weer een contrast met elkaar: Graciosa is met zijn traditionele huizen, lichte klei en heldere kliffen het witte eiland, en Pico – het meest vulkanische eiland van de hele archipel – is met zijn spectaculaire landschap van basaltsteen zijn zwarte tegenhanger.

In de meest westelijke groep ten slotte, kleurt Corvo door zijn stenen huizen grijs, terwijl het gele eiland Flores zijn kleurnaam dankt aan de guldenroede die zowat overal bloeit.

De natuur biedt voor elk wat wils op de Azoren, dus laat je verleiden door jouw favoriete kleur, of stel naar believen je eigen kleurenpalet samen.

Heen en terug

De snelste manier: reken op iets minder dan 5 uur vliegen vanuit Brussel als je reist met een van de weinige maatschappijen die rechtstreeks vliegen, zoals TUI fly.

De meest ecologische manier: verschillende rederijen, waaronder NavioAzul, bieden overtochten tussen Lissabon en Ponta Delgada. Reken op zo’n 36 uur varen, en tel daarbij een ruime dag reizen met de trein vanuit Brussel tot Lissabon, als je het langzaam en verantwoord wilt aanpakken.

Plan je een trip naar de Azoren? Lees dan zeker Exotisch surfparadijs in Europa: onze favoriete adressen op de Azoren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content