Alber Elbaz (Lanvin): ‘Snelheid modesector doet alle creativiteit en vriendschap verdwijnen’
Het is geen geheim dat de modeindustrie gedreven wordt door een verschroeiend tempo en dat designers gebukt gaan onder een zware werkdruk. Alber Elbaz, creatief directeur van Lanvin, heeft echter nog wat andere eitjes te pellen met “zijn” sector.
“Nee, ik heb meer tijd nodig”, zo begon Elbaz zijn acceptance speech op de FGI Night of Stars. Hij doelde daarmee op de tijd die hem gegeven werd om een woordje te zeggen -amper 2 minuten-, maar zijn opmerking is één die allicht vaak door de hoofden van modeontwerpers spookt. Niet het minst met het vertrek van Raf Simons bij Dior nog in het achterhoofd.
“Een succesvolle show is nooit genoeg. Je moet datzelfde trucje blijven herhalen, opnieuw en opnieuw. Januari is haute couture, maart is ready-to-wear- mei is cruise, juli opnieuw couture, september ready-to-wear en in november resort – of is het alweer cruise?” schreef modejournaliste Suzy Menkes in haar must-read artikel stuk voor Vogue “Why Fashion Is Crashing“.
Het is wonderbaarlijk dat een ontwerper nog bereidwillig – of in staat is- om dat tempo te volgen – Suzy Menkes
“Voeg bij dat werkschema nog alle reclamecampagnes, actes de présence, winkelopeningen, trunk shows, interviews, instagram,… en het is wonderbaarlijk dat een ontwerper nog bereidwillig – of in staat is- om dat tempo te volgen”, aldus Menkes.
Ook trendwatcher Lidewij Edelkoort baart zich zorgen om de industrie. Vorig jaar verklaarde ze vlak voor haar grote trendpresentatie “Mode is dood”, in een interview met De Morgen verklaarde ze die uitspraak. “Dat manifest was een groot risico. Het had mijn carrière kunnen ruïneren. De meeste van mijn klanten zijn immers modehuizen. Maar ik moest het doen. Ik liep er al jaren mee rond. En ook in de modewereld hoorde ik dezelfde geluiden. De mode zou een blije wereld moeten zijn, geen slagveld van uitgebluste, ongelukkige ontwerpers. Zij tekenen tot tien collecties per jaar en moeten continu iets nieuws vinden. Dat is moordend.”
De mode zou een blije wereld moeten zijn, geen slagveld van uitgebluste, ongelukkige ontwerpers. – Li Edelkoort
Dat beaamde ook de Lanvin-designer toen hij zijn Superstar award mocht komen ophalen tijdens de FGI Night of Stars. Tijdens een speech die volgens WWD ruim een kwartier duurde haalde Elbaz uit naar de snelheid van de modeindustrie waardoor volgens hem alle creativiteit, vriendschap en fun verloren gaat.
“Wij ontwerpers starten als kleermakers met dromen, met intuïtie en met gevoelens. We startten onze dag met ‘wat willen vrouwen dragen? Wat hebben vrouwen nodig? Wat kan ik voor vrouwen doen om hun leven makkelijker, beter en eleganter te maken?’ Dàt is wat we vroeger deden”, aldus Elbaz. “Maar toen werden we creatief directeur en moesten we creëren, liefst zo direct mogelijk. En nu zijn we plots ‘image-makers’ geworden, mensen die er vooral voor moeten zorgen dat hun kleding er goed uitziet op foto’s. ‘The screen has got to scream baby‘ – dat lijkt wel de regel. Lawaai is het nieuwe cool, en niet enkel in de modeindustrie. Ik hou niet van lawaai, ik verkies gefluister.”
Nu zijn we plots ‘image-makers’ geworden, mensen die er vooral voor moeten zorgen dat hun kleding er goed uitziet op foto’s. ‘The screen has got to scream baby‘ – dat lijkt wel de regel. Lawaai is het nieuwe cool, en niet enkel in de modeindustrie. Ik hou niet van lawaai, ik verkies gefluister.
Ook voor de modejournalisten had hij wat advies: “Applaudisseer wanneer een ontwerper na een zwaar seizoen een paar seconden tijd heeft om te groeten. Toen ik na mijn laatste show even op de catwalk kwam voor een buiging hoorde ik bijna niets. ‘Ze hebben hun handen niet vrij om te klappen, ze zijn allemaal foto’s aan het maken of aan het filmen’, zei een assistent me.”
Elbaz sloot af met een noot voor de retailers, wiens bestaan hij evenmin benijdt. “Ze hebben tegenwoordig geen tijd meer om zelf in hun winkel te staan en hun klanten te ontmoeten. Ze zijn constant onderweg, van de ene show naar de andere presentatie, terwijl ze over hun cijfers gebogen zitten. Voor hen heb ik één raad: kijk naar je klanten, kijk naar de mensen, want het zijn zij die deze nummers doen ontstaan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier