VOORRANG AAN CREATIVITEIT

Suzuki Crosshiker. © PPI

Dat Japanners creatief uit de hoek kunnen komen, bleek op het autosalon van Tokio. Daar stonden eenzitters, modellen die door de feedback van gebruikers zijn geïnspireerd en andere mobiele rariteiten tien dagen lang te kijk.

De meest interessante oplossingen vonden we bij de concept cars. Soms zijn die behoorlijk realistisch, zoals bij Suzuki met zijn compacte Crosshiker : een speelse 2+2, bedoeld voor volwassenen die van een artistieke toets houden en er niet voor terugschrikken een auto te kopen die persoonlijk oogt. De kleine wordt aangedreven door een driecilindermotor van 996 cm³. Hij weegt slechts 810 kg en is voorzien van een traploze CVT-automaat. Binnenin overheersen een elegant lijnenspel en een U-vormig stuur. De X-Lander lijkt nog het meest op een open Suzuki Jimny, met onderhuids een 1.2-litermotor, gecombineerd met een elektrische motor die de opwindend uitziende, compacte 4×4 overal doorheen moet loodsen.

Bij Nissan trok de Bladeglider alle aandacht : een deltavormige driezitter met centrale plaats voor de bestuurder. Hij ziet eruit als een directe afgeleide van de racewagen die in de 24 uren van Le Mans furore maakte. De eigenzinnige vorm zorgt voor een lage luchtweerstand, de manier waarop hij geconstrueerd is voor een laag gewicht, het smalle spoor vooraan met de kleine wielen voor een geringe rolweerstand. Het resultaat is een op de achterwielen aangedreven elektrisch buitenbeentje. Nissan zet er zijn zoeken naar creatieve oplossingen andermaal mee in de verf. De twee modellen van de IDx-reeks komen dan weer tegemoet aan de behoefte van de koper tot individualisering van zijn auto. Daarom gaan de ontwerpers uit van wat ze als ‘een collaboratieve designstrategie’ omschrijven : de gebruikers spelen suggesties en feedback door voor het soort auto dat ze willen en vertrekken daarbij van een aangeboden basisvorm. De IDx Free-flow, met zijn casual uitstraling, richt zich bijvoorbeeld tot de zogenaamde digital natives (geboren na 1990). De IDx NISMO moet dan weer de meer sportieve gebruiker aanspreken.

Mitsubishi mikt voor de komende jaren vooral op SUV-wagens en in toenemende mate op elektrische en hybride oplossingen. Drie concepts illustreren die filosofie, met als absolute blikvanger de XR-PHEV, een voorloper van de komende generatie van compacte SUV’s, waarbij functionaliteit gecombineerd wordt met de lijnen van een sportieve coupé. De 2+2 kiest volgens de omstandigheden voor een louter elektrische aandrijving dan wel voor een klassieke aandrijving, of een combinatie van beide. Centraal staat een driecilinder-1.1-literbenzinemotor met directe injectie en turbo. De voorwielaandrijver doet in de gecombineerde cyclus meer dan 28 km met één liter benzine, dat is minder dan 4 liter/100 km. Louter elektrisch aangedreven, heeft de XR meer dan 85 km autonomie.

Eenzelfde filosofie zagen we achter de hybride Volkswagen Twin Up ! Die beschikt over een autonomie van 950 km, waarvan toch zo’n 50 km louter op batterijen. Dat zou moeten volstaan om emissieloos te rijden in een wereld waarvan de constructeurs volhouden dat de gemiddelde automobilist slechts 50 km/dag aflegt. De Twin Up ! loopt niet mee in de trend van de extended range (waarbij een thermische motor elektriciteit aanmaakt) maar kiest voor een klassieke aandrijving door middel van een tweecilinderturbodiesel van 800 cm³, én een elektromotor. Die oplossing zorgt voor een beter rendement en is voor het gebruiksgemak gekoppeld aan een automatische DSG met zeven trappen.

Ook Mazda zweert in de nabije toekomst bij de hybride aandrijving en toonde die in Tokio op de Mazda 3. Dat is daarmee de eerste auto op de lokale markt die zowel op benzine, diesel als in hybride vorm te koop is. Die hybride Mazda 3 (benzine/elektriciteit) verbruikt in de Japanse cyclus 3,2 liter/100 km. Alsof dat nog niet mooi genoeg was, is er nu van het model ook een versie ontworpen met een combinatie van CNG (compressed natural gas) en benzine. Jammer genoeg komt geen van die twee nieuwe versies voorlopig naar Europa.

In Tokio diende zich nog een andere opmerkelijke trend aan : de lokale constructeurs lijken steeds meer gewonnen voor een individuele vorm van gemotoriseerde mobiliteit. Bij Honda dook de merkwaardige Unicub op, een eenzitter die als het vervolg oogt van de in 2009 voorgestelde U3-X. De eenwieler kreeg er een mini- achterwieltje bij en wordt zoals zijn voorganger gestuurd door de bewegingen van het lichaam, zoals dat dat bij een segway het geval is. Het elektrisch aangedreven hebbeding, dat 25 kg weegt, is slechts 62 cm hoog, 51 cm lang en 31,5 cm breed en zorgt daardoor voor een echte, compacte mobiliteitsoplossing. De maximumsnelheid bedraagt 6 km/uur, de autonomie is voorlopig beperkt tot 6 km. De slogan the power of dreams was dan weer minder toepasselijk op de elektrisch aangedreven MC-beta, een tweezitter in tandem die duidelijk op de Renault Twizy geïnspireerd is. Hij heeft meer dan 80 km autonomie, haalt een top van ruim 70 km/uur en wordt opgeladen in minder dan drie uur.

Ook Toyota kiest voor individueel vervoer met zijn FV2, een allermerkwaardigste eenzitter met een naar voren openklappende deur, die gesloten als dak dienstdoet. Ze is slechts 99 cm hoog, maar drie meter lang. Het voertuig wordt gestuurd door de bewegingen van wie ermee rijdt. Vreemd genoeg wordt de FV2 ‘open’ gereden, waardoor ons de zin van de compacte vorm een beetje ontging. Dan lijkt de I-Road, een driewieler met twee zitplaatsen in tandem die zich als een motorfiets in de bochten kan leggen, ons een meer compacte en zinvolle oplossing voor de toekomst.

De producten van Toyota’s dochter Daihatsu worden in ons land niet meer ingevoerd. Dat is jammer, want de firma bruist van frisheid. Getuige daarvan de nieuwe Kopen met wisselbare koetswerkdelen, en zijn FC Deck, die eruitziet als een soort minivrachtwagen-cabine. Innovatief is ook de nieuwe brandstofceltechnologie, waarvoor geen edele metalen gebruikt worden.

Motorfietsenbouwer Yamaha, ten slotte, stelde een elektrische stadswagen voor die door formule 1-legende Gordon Murray werd ontworpen: de MOTIV.e. Hij is eenvoudig te bouwen maar komt niet eerder dan 2020 op de markt.

PIERRE DARGE / FOTO’S PPI

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content