THOMAS MEUWISSEN

© CHARLIE DE KEERSMAECKER

Waarom niet op een iconische plaats ? Dat flitste door mijn hoofd toen ik van de Muziekkapel Koningin Elisabeth in Waterloo huiswaarts reed, nadat ik er de opdracht voor het vervaardigen van een volledig strijkkwartet had gekregen. Inspiratie vond ik bij Het Lam Gods, dat in het Gentse Museum van Schone Kunsten, achter glas, wordt gerestaureerd. Het Muziekinstrumentenmuseum, het art-nouveaugebouw, is de ideale locatie voor de job. Met de art nouveau voel ik me als vioolbouwer verwant. Het idee dat constructieve elementen tegelijk decoratief zijn.

Ik vlieg de wereld rond om instrumenten van topmuzikanten in conditie te houden. Een viool is zeer gevoelig en raakt door het vele reizen makkelijk ontregeld. Doorgaans kan ik zo’n viool in een concertzaal bijstellen, heel uitzonderlijk kan dat ook de lounge van een luchthaven zijn. Soms denk ik : zie me hier nu sleutelen aan een Stradivarius ! Het is wellicht daarom dat het idee van een open atelier me helemaal niet afschrikt. Ik ben het gewend dat mensen op mijn vingers staan te kijken.

Vioolbouwers een uitstervend ras ? Het tegendeel is waar. We beleven een renaissance. Nooit eerder was er een periode waarin wereldwijd zoveel mensen op hoog niveau met vioolbouw bezig waren. Het grote publiek weet niet eens dat er nieuwe violen gebouwd worden en dat die de kwaliteit van een Stradivarius kunnen evenaren. Daarom wil ik ons vak in de kijker zetten en hoop ik stilletjes dat meer jonge mensen het ambacht leren.

We hebben misschien nood aan een nieuwe arts-and-craftbeweging. Er mag gerust een reactie komen op onze consumptiemaatschappij. De viool is een toonbeeld van duurzaamheid, ze kan minstens vierhonderd jaar meegaan !

In ons vak kijken we achteruit om vooruit te kunnen gaan. We vertrekken van een lange traditie. Het boeiende is dat al die disciplines samenkomen : architectuur, beeldende kunst, akoestiek, muziek, geschiedenis, toegepaste kunst, expressie. Zoals een choreograaf een dansstuk maakt, zo kan ik ook een viool maken. Het is een manier van communiceren. Je keuze in materialen, vormtaal en lijnvoering bepalen de persoonlijkheid van een viool. Uiteraard moet die perfect klinken, maar daarnaast zie ik het instrument toch ook als een beeldhouwwerk. Het krijgt pas verzamelwaarde als het een beauty is.

Laat ons opnieuw artiesten zijn in plaats van louter vaklui. Toen ik dit vak leerde, werd vooral gefocust op de perfectie van uitvoering, als betrof het een Zwitsers horloge. Tegenwoordig is er weer ruimte om een eigen stijl te ontwikkelen. We moeten terug de weg op van de oude meesters Stradivari en Guarneri, terug naar de toegepaste kunst van vóór de industriële revolutie. Met een eigen signatuur.

Wat mijn overgrootvader deed met grote schepen, doe ik nu met kleine violen. Jules Meuwissen was scheepsbouwingenieur. Pas recent las ik zijn memoires en zag de parallellen. Ik ben net als hij naar Engeland gegaan om te studeren. Hij is met een aantal adelbrieven op zak naar de grote scheepswerven van Newcastle upon Tyne getrokken. Uiteindelijk heeft hij, via zijn berekeningen van de romp, een heel belangrijke bijdrage geleverd aan het ontwerp van de Mauretania, dat meer dan twintig jaar lang het snelste en grootste schip was. In essentie zijn wij met hetzelfde bezig : het optimaliseren van een eeuwenoude vorm om een hoger rendement te halen.

Constructief samenwerken, dat heb ik van de topmusici geleerd. Het zijn vaak toegankelijke, ongecompliceerde mensen. Als een groot artiest voor een concert in de Bozar arriveert, zal hij eerst de regisseur achter de schermen groeten. Ja, heel soms zitten er diva’s tussen, maar over het algemeen tonen ze veel respect. Ze weten dat ze niets zijn zonder de componist en de vioolbouwer. Wij hebben elkaar nodig.

Thomas Meuwissen (49) behoort tot de internationale top van de vioolbouwers. Sinds kort betrekt hij een open atelier op de 7de verdieping van het Muziekinstrumentenmuseum in Brussel, waar hij twee jaar lang aan een strijkkwartet – twee violen, een altviool en een cello – zal werken.

DOOR PETER VAN DYCK & PORTRET CHARLIE DE KEERSMAECKER

“Uiteraard moet een viool perfect klinken, maar daarnaast zie ik het instrument toch ook als een beeldhouwwerk”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content