Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Weinig constructeurs pakken zo systematisch de veiligheids- en milieuthema’s aan als Volvo. In het kader van het milieuconcept Clean Inside and Out deden de Zweden alweer een nieuwe stap. Volvo realiseerde zonet de nodige aanpassingen om twee van zijn populairste motoren, de vijfcilinder 2.4 en de viercilinder 1.8 op twee soorten brandstoffen te laten draaien. Het gaat om benzinemotoren die dankzij allerlei verbeteringen (geringere interne wrijving, elektronisch management, variabele kleppentiming) en een rist andere ingrepen (extra brandstoftank, aangepaste injectiesystemen) ook voor een andere, milieuvriendelijker brandstof in aanmerking komen.

De interessantste brandstof (met properder emissies als norm) is methaan, een enkelvoudig koolwaterstof dat voor ongecompliceerde uitlaatgassen zorgt. Methaan kan op twee manieren worden geproduceerd: door winning uit diepere aardlagen (aardgas), of uit gisting van organische elementen (biogas). De uitstoot van kooldioxide, dat verantwoordelijk wordt geacht voor het broeikaseffect, ligt bij aardgas twintig procent lager dan bij benzine. Op biogas rijden produceert helemaal geen extra kooldioxide, omdat de auto op methaan rijdt dat al integraal deel uitmaakt van het ecosysteem. Voor aardgas bestaan in Europa momenteel 500 verdeelpunten, vooral in Zweden, Duitsland, Zwitserland en Italië. Verdeelpunten voor biogas zijn er alleen in Zweden en de belangstelling voor die twaalf pompen is groot, ook omdat biogas kan worden geproduceerd op basis van afval.

Methaan opslaan is niet zo eenvoudig, omdat het gas met een druk van 200 bar moet worden samengeperst om in vloeibare vorm in de auto te worden gebruikt. Dat vereist extra energie en zeer stevige tanks.

Voor ons land is vooral de lpg-optie interessant. Lpg ( liquefied petroleum gas) is een mengsel van butaan en propaan en kan op twee manieren worden gewonnen: ofwel rechtstreeks tijdens het oppompen van aardolie en gas, ofwel onrechtstreeks als afvalproduct van de olieraffinaderijen – waar het vaak gewoon wordt afgefakkeld. Net als aardgas is lpg een schonere brandstof dan benzine of diesel en de productie van CO2 ligt tien procent lager dan bij benzine. Doordat lpg al bij een druk van 6 bar vloeibaar wordt, is de tank eenvoudiger te produceren en vormen grotere volumes geen probleem. Bovendien is lpg in 3000 tankstations in Europa voorradig, en gelden in sommige landen fiscale voordelen om de installatiekosten van het systeem te verlichten. Groot-Brittannië betaalt 75 procent van die kosten terug. België voorziet in een premie voor wie achteraf een gasinstallatie laat inbouwen, en dat gebeurt, volgens een VAB-onderzoek, niet altijd even professioneel. Wie voor de veiligste oplossing kiest en meteen een auto met lpg-installatie aankoopt, vangt minder: het zoveelste bewijs dat de wetgever dwaalt, slecht voorgelicht is of van kwade wil.

Bij de lpg-installaties die Volvo aanbiedt, zit de tank onder de vloer gemonteerd. Bij de 40-serie is het verlies aan bagageruimte minimaal, bij de grotere modellen is de benzinetank tot een inhoud van dertig liter beperkt, zodat ook na montage van een lpg-tank de koffer intact blijft. Wel wordt het reservewiel vervangen door een kompressor en een tire-fit-systeem, waarmee een lekke band op een eenvoudige manier kan worden gerepareerd. Uiteraard kan men een reservewiel meenemen in de koffer.

Tijdens de testritten viel alvast op dat het verschil in prestaties verwaarloosbaar is. Anders ligt dat met het verbruik: een S40/1.8 verbruikt op benzine gemiddeld 8 liter/100 km, terwijl dat op lpg 10,4 liter wordt. Bij de V70 klimt het van 10,6 naar 11,5. In elk geval blijven de besparingen op brandstofkosten en milieu significant. Voor de 40-serie kost een ingebouwd lpg-systeem 2000 ?, voor de 60/70/80-serie 2500 ?.

Volvo wil ook het interieur proper houden en volgt daarbij twee lijnen. Enerzijds voldoen de gebruikte bekledingsstoffen aan de Öko-Tex norm 100, de belangrijkste norm ter wereld wat de eco-etikettering betreft en bevat geen enkele bekleding schadelijke stoffen of restproducten. Tijdens de levensduur van de wagen wordt geen enkele schadelijke stof afgegeven.

Standaard zijn Volvo’s voorzien van een zeer doeltreffende partikelfilter die pollen en andere stofdeeltjes uit de lucht verwijdert. In optie kan daar een ventilatiesysteem bij dat ook nog een actieve-koolfilter en een luchtkwaliteitssensor omvat. Die controleert permanent hoeveel koolmonoxide de binnenstromende lucht bevat en sluit de luchttoevoer af bij een te grote concentratie, wat het vaakst voorkomt in files of in tunnels.

Ten slotte is Volvo de eerste constructeur die tot 75 procent van de ozon in zuurstof kan omzetten dankzij het PremAir-systeem.

PIERRE DARGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content