IDEEËN ZAAIEN

Malcolm Gladwell : "Als je ongerust bent over je economie en je toekomst, dan heb je creatieve genieën nodig." © GF

DAT DE DOOD VAN STEVE JOBS ZOVELEN RAAKT, ZEGT VEEL OVER ONZE TIJD, VINDT MALCOLM GLADWELL. DE CANADESE JOURNALIST OBSERVEERT AL JAREN WAAROM SOMMIGE IDEEËN WEL AANSLAAN EN ANDERE NIET. OF MENSEN. HIJ SPREEKT VOOR HET EERST IN BELGIË.

Ik heb een idee.” Wie indruk wil maken, probeert beter met deze zin dan met “Ik heb geld” of “Ik heb een lief”. Anders Bjerre van het Copenhagen Institute for Future Studies beweerde het onlangs nog in ingewikkelder termen op een lichtevenement in Kortrijk : “Onze maatschappij was vroeger industrieel georiënteerd, daarna werd ze een dream society vol ervaringen en nu draait alles rond creativiteit en innovatie.”

Dat we in creatieve hoogtijdagen leven, is ook te merken aan de populariteit van creativiteitscongressen. Er is niet alleen TED, dat al sinds de jaren tachtig via conferenties en de website ideas worth spreading de wereld instuurt, en vooral een indrukwekkende reeks speeches online heeft staan. Canvas maakte er eerder dit jaar een programma van zeventien afleveringen mee. In mei schreven vijfhonderd mensen zich in voor The Future Summit. TEDx Flanders in september telde iets meer dan duizend inschrijvingen, en in november zullen 2150 mensen twee werkdagen investeren in het Creativity World Forum in Hasselt. Dit soort conferenties zijn wat The Factory van artiest Andy Warhol in rock-‘n-rollversie was : plekken waar banden moeten gesmeed, waar ideeën door de lucht vliegen en maar geplukt hoeven te worden. Een festival van nieuwe informatie. En keynote-sprekers, dat zijn de headliners van die festivals : die moeten volk trekken. Zij worden verondersteld na hun gig het meest hoofden in werking gezet te hebben.

Flanders District of Creativity, een organisatie van de Vlaamse regering die ondernemerscreativiteit stimuleert, ondervroeg op vorige events de aanwezigen naar hun favoriete sprekers voor de toekomst. Naast de intussen overleden Applebaas Steve Jobs gaf zowat een derde van hen de naam van Malcolm Gladwell mee. Dat is een 48-jarige Canadese journalist die eerst voor The Wash-ington Post en sinds 1996 voor The New Yorker schrijft. Hij won magazineprijzen en begon een dikke tien jaar geleden ook boeken te publiceren. In 2000 kwam Tipping Point uit, over de redenen en het moment waarop hypes ontstaan. In Blink, the power of thinking without thinking, duidt Gladwell op een fenomeen dat rapid cognition heet. En in 2008 gaat hij in Outliers, the story of success min of meer in tegen de American dream door te verklaren dat geluk, toeval en willekeur ervoor gezorgd hebben dat mensen als Bill Gates succesvol werden. Op dit moment is hij bezig aan zijn jongste telg die hij in 2013 af wil hebben, over macht. Zijn eerste drie boeken zijn bestsellers geworden, net als een bundeling van zijn belangrijkste essays in 2009. Hij werd door Time Magazine als een van de meest toonaangevende mensen in 2005 genoemd.

VERTELLER EN VERTALER

Het geheim van Malcolm Gladwell is hetzelfde als dat van filosoof Alain de Botton : tijdsbesparing. Beiden zijn immers goede vertellers en excellente vertalers van doorgaans complexe principes of theorieën. Wat de Botton doet in de wereld van de filosofie – goede ideeën en inzichten van oude en jonge filosofen groeperen rond thema’s zoals religie, architectuur, liefde, werk of status – doet Gladwell in de wetenschap. Hij bundelt aan de hand van persoonlijke verhalen of anekdotes een soort van best of uit de sociale wetenschappen over succes, intuïtie of sociale verandering. Direct toepasbaar in ons eigen leven en carrière. Geen van beide auteurs wordt graag in de afdeling zelfhulpboeken ondergebracht in boekhandels of bibliotheken, maar daar staan ze soms wel.

Terwijl de Botton nog keynote-spreker was op The Future Summit in mei, komt Malcolm Gladwell op 16 november voor het eerst spreken in België. Wij kregen hem enkele weken geleden al aan de telefoon.

Weet u al wat u komt vertellen in Hasselt ?

Malcolm Gladwell : Neen, ik houd ervan om de dingen open te laten tot op het allerlaatste moment. Er kan nog zoveel gebeuren dat me inspireert. Ik wil mezelf niet beperken op voorhand. Het zal wellicht gaan over een onderwerp waaraan ik nu op het moment werk.

Wat is het belang van dit soort creativiteitscongressen ?

Wat we weten over creativiteit en innovatie is dat het zowel ontstaat door serendipiteit als door dit soort geplande interacties. Zo’n congres doet mensen samenkomen op één plaats. Het verhoogt de kans op toevallige ontmoetingen tussen de aanwezigen. De bedoeling is dat het leidt tot positieve en blije resultaten. Ook het format van TED met korte speeches geeft veel mensen de mogelijkheid om eigenlijk weer naar school te gaan. Het is een andere manier om hun academische kennis uit te breiden. Dat vind ik goed, natuurlijk.

U volgt het ontstaan en evolutie van verspreiding van ideeën op. Hoe kiest een maatschappij in welke ideeën ze investeert ?

Wel, ik denk eigenlijk dat je dat niet kunt kiezen. Als we iets weten over creativiteit is het precies de onvoorspelbaarheid ervan. Je kunt niet plannen wat onvoorspelbaar is. Als je innovatie tracht te kanaliseren, dan verminder je haar impact.

Vroeger was convergente intelligentie belangrijk, waarin je juiste antwoorden moet geven op gesloten vragen. Nu is ook divergente intelligentie belangrijk, waarin je interessante antwoorden dient te geven op open vragen. Dat is wat we dikwijls als creatief omschrijven. Als divergente intelligentie meer gewaardeerd wordt, wordt ook een aantal divergent intelligente mensen meer gewaardeerd. Daardoor groeit de pool van mensen die kansen krijgt.

U schrijft in de laatste pagina’s van Outliers “Om een betere wereld te maken moeten we het lappendeken van geluk, toeval en willekeurig voordeel die nu bepalend zijn voor succes – een geboortedatum, een gelukkige gril van de geschiedenis – vervangen door een maatschappij die kansen biedt aan iedereen. [… ] De wereld kan zoveel rijker zijn dan waar we nu genoegen mee nemen.”

Ja, dat is mijn biggest worry in the world op dit moment. Het aantal mensen maximaliseren dat een kans heeft om ergens te raken. Impliciet gaat dit boek natuurlijk over kansengelijkheid.

ANGST EN GENIE

U werd als favoriet aangeduid door bezoekers van een Belgisch congres vorig jaar, maar nog populairder was Steve Jobs. Hebt u hem ooit ontmoet ?

Neen, nooit. Ik heb wel over hem gelezen, en ik recenseer de biografie die nu uitkomt. Ik schreef ook een beetje over hem in The New Yorker. Maar ik zou me geen Steve Jobs-expert durven noemen.

Vindt u hem een creatief genie ?

Ja, zeker. Als je ziet hoe hij verschillende computerdomeinen geherinterpreteerd heeft en impact heeft gehad in de hele wereld. Dat is straf.

Zijn er mensen die met hem te vergelijken zijn ? Andere creatieve genieën ?

Er zijn er veel. Ik denk niet dat hij een uitzonderlijk niveau haalde, maar hij was wel uitzonderlijk bekend. Hij was een icoon, zoals bijvoorbeeld Einstein dat ook was. Ook hij was niet het enige wetenschappelijk genie van zijn tijd, maar hij was het wel die het geniale vertegenwoordigde.

Hoe komt het dat deze mensen aanslaan en anderen niet ?

Het heeft er in het geval van Steve Jobs simpelweg mee te maken dat mensen geld aan zijn producten geven en ervan gaan houden zijn en er trouw aan zijn gebleven. Het gaat dus over een diepe relatie.

Dus u schrok niet van de reacties vlak na de dood van Jobs ?

Neen, ik vond ze niet verrassend. Het toont hoe erg we mensen als Jobs nodig hebben. Het heeft te maken met de angst die er leeft in de westerse maatschappij. Als je ongerust bent over je economie en je toekomst, dan heb je creatieve genieën nodig. Dan waardeer je hen erg, dan schat je hen naar waarde. Dat is wat er hier gebeurt. Onze diepe wens om toch nog iets meer te kunnen betekenen.

FATALISME

U behandelt in uw boeken verschillende wetenschappelijke disciplines. Psychologie, sociologie, politicologie, geneeskunde, economie…

Er zijn zoveel talloze wetenschappelijke onderzoeken gaande. Op alle domeinen. Maar ik weet niet of één domein interessanter is dan een ander. Het hangt van mijn onderwerp af. Toen ik Blink schreef ging het over psychologie, Outliers meer over sociologie. De combinatie van de verschillende wetenschapstakken is misschien nog wel het belangrijkste.

U vertaalt wetenschappelijke bevindingen en verkoopt daarmee veel boeken. Hoe komt dat populaire wetenschap zo belangrijk is ?

Het is altijd belangrijk geweest voor mensen. Zeker in een wereld die steeds technischer wordt en ingewikkeld. Je hebt toch wat wetenschappelijke geletterdheid nodig. Als je bijvoorbeeld spreekt over global warming, dan is het echt cruciaal dat mensen begrijpen waarover het gaat en wat er gebeurt. En ja, ik denk dat mensen nu veel beter op de hoogte zijn van wetenschap dan dat ze ooit waren.

Wat is in tijden van verontwaardiging en protestbewegingen de rol van het individu ?

Geen idee. Dat is een lastige vraag waarop ik echt geen antwoord heb. In elk geval vind ik dat er voor elk argument dat zegt dat technologie het individu sterker maakt er een tegenargument gesteld kan worden dat het ons leven ook ingewikkelder maakt.

De manieren waarop we sociale media nu gebruiken hebben niet het positieve algemene sociale effect dat sommigen beweren. De manier waarop we internet gebruiken vind ik niet superverrijkend op dit moment. Ik wenste dat ik meer open geesten zag. Worden we er uitgedaagd door nieuwe ideeën ? Of verstoppen we ons op plekken waar we simpelweg bevestiging vinden ?

Sommige mensen noemen uw boeken fatalistisch ?

Ik erken dat er krachten zijn die groter zijn dan onszelf en ik heb iets tegen het soort enge en onbevredigend geloof in zichzelf. Maar fatalisme is iets anders. Ik zou zeggen dat ik een complexe visie heb op waarom dingen gebeuren. Ik erken de rol van grote dingen maar ik erken ook de rol van individuen. Ik zit ergens tussenin, denk ik.

In de bibliotheek vond ik uw boeken in de afdeling zelfontplooiing. Heeft het schrijven van deze boeken uw persoonlijk leven eigenlijk beïnvloed ?

Neen, ik maak zelden zo’n sprong naar mijn eigen leven. Zo ver zou ik niet gaan.

“Wie in de jaren zeventig geobsedeerd was met de toekomst, was geobsedeerd met het bedrijf Xerox Parc,” schreef je in ‘The New Yorker’. Waarmee zouden we nu geobsedeerd zijn als we met de toekomst bezig zijn in 2011 ?

Ik heb geen enkel idee ! Mocht ik het weten, ik zou al mijn geld erin investeren. Het is het soort vragen dat altijd makkelijker te beantwoorden valt in retrospectieve. Ik kan het je nu niet zeggen. Sorry.

De meeste artikels van Malcolm Gladwell uit The New Yorker van de afgelopen 15 jaar en korte samenvattende interviews over de boeken op www.malcolmgladwell.com

www.flandersdc.be

DOOR LEEN CREVE

“JE KUNT NIET PLANNEN WAT ONVOORSPELBAAR IS. ALS JE INNOVATIE TRACHT TE KANALISEREN, DAN VERMINDER JE HAAR IMPACT.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content