DE WEG NAAR DE VRIJHEID

Het Bois de la Paix in Bizory : elke boom is een monument opgedragen aan een veteraan die in de Ardennen vocht. © WOUTER VAN VAERENBERGH

Zes maanden na de landing in Normandië leek de oorlog voorbij. Ons land was zo goed als volledig bevrijd, tot de Duitse troepen op 16 december 1944 een tegenaanval inzetten, en ei zo na de Maas bereikten. In het spoor van de geallieerden volgen we de route van de tweede bevrijding van de Ardennen.

Begin december 1944 zong Marlene Dietrich voor de geallieerde troepen in Reims. De stemming was opperbest. De landing in Normandië was een half jaar oud, en later in de maand zou Dietrich naar de Ardennen reizen. De Duitsers waren door de geallieerden tot aan de Rijn teruggedreven en de situatie leek onder controle. Toch vielen de Duitsers in de vroege ochtend van 16 december op drie fronten en met drie pantserlegers tussen Monschau en Echternach het oosten van België binnen, een front van meer dan zeventig kilometer breed. Ze vorderden het snelst in het zuiden, en zeven dagen later stond een klein, vooruitgeschoven deel van het Duitse leger van Von Manteuffel in Celles, dat op zes kilometer van de boorden van de Maas ligt. De verkenners keken uit over Dinant. In hun snelle opmars hadden ze een flink deel van de zuidelijke Ardennen heroverd, op Bastogne na, dat als een geallieerde enclave omsingeld bleef.

De reactie van de geallieerden kwam omwille van het slechte weer maar traag op gang. Het lage wolkendek liet niet toe om de luchtmacht in te zetten, en de wegen lagen onder een dikke laag sneeuw. Als de Duitsers de Maas konden oversteken lagen Brussel en Antwerpen voor het grijpen. Op 23 december klaarde de lucht op en konden de geallieerde vliegtuigen opstijgen. De verraste Amerikanen riepen bovendien inderhaast generaal Patton op om met drie divisies waarmee hij aan de Saar vocht naar de Ardennen terug te keren. Op kerstdag bereikte het Amerikaanse 2de leger Celles en begon de strijd om de Maas.

EEN LEUGENACHTIGE VROUW

Het is moeilijk om één enkele route naar de vrijheid uit te tekenen, omdat het front zo breed was en de aanvalsfronten soms ver uiteen lagen. Maar het is wel duidelijk dat de terugtrekking uit Celles voor een kentering zorgde, en het is dan ook van daaruit dat we onze tocht starten. Bij de eenzame tank die er nog staat, op de plek waar Marthe Monrique in de nacht van 23 op 24 december door de Duitsers werd ondervraagd toen één van hun tanks op een mijn was gelopen. De vrouw bleef koelbloedig en loog dat de weg naar Dinant bezaaid lag met Amerikaanse mijnen, waarop de Duitsers rechtsomkeer maakten. Een symbolisch moment.

Van absoluut beslissend belang was de stad Bastogne, het knooppunt van alle verharde wegen. Dat wisten de Duitsers en dat begrepen de Amerikanen, die al op 17 december in allerijl enkele divisies uit Reims naar Bouillon en vandaar naar Bastogne reden, met 380 vrachtwagens die zich door de nacht haastten. De Amerikanen van de 101ste divisie zouden de stad gedurende een week met man en macht verdedigen, terwijl de Duitse troepen zowel in het noorden als in het zuiden verder oprukten en al snel de stad in de tang hadden. In de nacht van 20 op 21 december sloot zich de ring. Hitler vond dat er snel verder naar het westen moest worden opgerukt, maar doordat Bastogne letterlijk in de weg lag, moest dat via kleine, zwaar besneeuwde wegen gebeuren. Dat zorgde voor vertraging op het Duitse schema, en speelde in de kaart van de Amerikanen. Op voorwaarde dat Bastogne met zijn wegenknooppunt overeind bleef.

NUTS ! Op 22 december stuurde de Duitse generaal Von Lüttwitz, commandant van het 47ste pantserkorps, een ultimatum aan garnizoenscommandant McAuliffe in Bastogne. Als de Amerikanen zich niet binnen de twee uur “eervol zouden overgeven” zou hij de stad in puin schieten. McAuliffe, die wist dat Patton onderweg was, leek niet onder de indruk en antwoordde kort maar krachtig met een “Nuts !” (Foert!). Een staaltje van blufpoker, want de voorraden munitie, brandstof en voedsel waren dramatisch geslonken, en een aanval van Pattons 4de pantserdivisie die de stad tot op tien kilometer genaderd was, werd door de Duitsers afgeslagen.

De plek waar McAuliffe de historische woorden uitsprak, bevindt zich niet ver van het centrum. In de zogenaamde Bastogne Barracks, in de kazerne Onderluitenant Heintz, is de historische gebeurtenis in scène gezet, en worden er gratis rondleidingen georganiseerd. Een must voor wie door de geschiedenis geboeid is geraakt.

De artilleriebeschieting op Bastogne bleef evenwel uit. ’s Anderendaags klaarde de hemel uit en slaagden de Engelse Dakotatransportvliegtuigen erin zo’n 144 ton voedsel en munitie boven de stad te droppen. Op kerstavond bombardeerden de Duitsers de stad en zouden dat de vier volgende nachten blijven doen. Tegelijkertijd werden ze door de geallieerden vanuit de lucht aangevallen en moesten ze hun opmars naar Dinant staken. De finale leek te zijn ingezet en de geallieerden namen de tanksporen in de sneeuw als leidraad bij hun voortdurende bombardementen met napalm. Op kerstdag, om 3 uur ’s ochtends trachtten de Duitsers in een wanhoops-poging alsnog Bastogne in te nemen, en braken op enkele plaatsen door de verdediging. Een tekort aan benzine verhinderde hun opmars. Intussen brachten Amerikaanse zweefvliegtuigen soelaas achter de linies door chirurgen en medisch materiaal aan te voeren.

Na drie dagen van gevechten slaagde Patton erin om met het 3de leger Sibret, op acht kilometer van Bastogne, te bereiken. Enkele uren later vielen ze de stad binnen, waar vooral wanhoop heerste, en waar de gewonden in lange rijen in de kerk lagen. Veertig ambulances volgden in het spoor van de Amerikanen. Twee dagen later begrepen de Duitsers dat ze het pleit verloren hadden. Overal begonnen ze zich terug te trekken, en moesten daarbij wegens brandstofgebrek talloze tanks achterlaten. Maar het duurde nog tot acht januari vooraleer Hitler zijn troepen over de hele lijn zou terugtrekken.

LEEG MUSEUM

Veel plaatsen getuigen nog van de hevigheid van de gevechten rond Bastogne. Er is het monument op de heuvel van Mardasson en het nieuwe War Museum, dat deze lente moest worden geopend, maar dat een jaar vertraging heeft opgelopen. Het wordt ongetwijfeld een interactief juweeltje, met getuigenissen van bewoners. Maar voorlopig blijft het bezoek een pijnlijke ervaring, omdat het oude museum gesloten werd. De bezoekers, vaak oud-strijders of hun familieleden, staan voor twee lege dozen, want niemand heeft eraan gedacht de situatie via het internet uit te leggen. Ze lopen er een beetje doelloos en vooral teleurgesteld rond, de meest fitte beklimmen nog wel de trap naar het dak van het monument in de vorm van een vijfhoekige ster. Vooral de Amerikanen voelen zich bekocht, andere bezoekers schudden het hoofd bij dit onverwachte staaltje van Belgisch mismanagement. We geven Aloïs, een Luxemburgse krijgsgevangene die de hel heeft overleefd, een lift naar de stad, waar nog deze zomer de tentoonstelling Ik was 20 in 1945 loopt.

In de buurt staan talloze tanks en monumenten, maar ook stukken van het afweergeschut waarmee de stad omringd werd. Voer voor specialisten van oorlogsmateriaal, maar als gewone bezoekers snakken we naar een rustiger plekje. Vlak bij Recogne, op het kerkhof voor de Duitse gesneuvelden, heerst er een indrukwekkende stilte. De plek maakt indruk omwille van het kleinschalige, van de eenvoud. Hier geen monumenten of heldhaftige verklaringen. We onthouden een simpele zin, in stiller Trauer den Opfern der Weltkriege (‘in stil verdriet voor de offers van de wereldoorlogen’), die de verslagenheid en ook de zinloosheid van de oorlog illustreert. Er is weinig bezoek, maar dat kan toeval zijn. “De bezoekers blijven discreet, de schaamte is gebleven. Ook al ging het vaak om onschuldige jongens”, zegt een lokale inwoner. De graven bestaan uit niet veel meer dan een grijs kruisje, met aan elke kant drie namen. Als het lijk niet geïdentificeerd werd, lezen we ein Deutscher Soldat. De stilte en de opstelling, de leeftijden van de jongens spreken voor zich. En opmerkelijk ook: gewone soldaten delen het graf met hun meerderen. In de dood is de rangorde verdwenen.

In Bizory werd ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Slag om de Ardennen het Bois de la Paix aangeplant. Over drie hectare staan er zo’n 4000 bomen die elk de naam dragen van een veteraan die op de plek van de strijd is teruggekeerd. Het is een mooi gebaar maar de plek mist de ontroering van het Duitse kerkhof.

POPPEN IN DE SNEEUW

Wie het allemaal wil uitvlooien kan nog een ommetje maken langs La Roche, waar in de Rue Châmont het Musée de la Bataille des Ardennes werd opgezet, en vervolgens doorrijden naar La Gleize, waar het Museum December 44 een publiekstrekker is, met voor de deur de Duitse Königstigertank van de beruchte Kampfgruppe Peiper.

Wie een statisch maar realistisch beeld wil krijgen van de ultieme wanhoopsaanval van de Duitsers, moet de grens van het Groothertogdom over, naar Diekirch. Daar bevindt zich verreweg de indrukwekkendste plek, het Musée National d’Histoire Militaire. De verscheidenheid van de taferelen is zonder meer indrukwekkend: er zijn zowel levensechte poppen van de Volksgrenadiers op de fiets, met hun Pantzerfausten-antitankwapens, maar ook aandoenlijke dagelijkse tafereeltjes rond de veldkeuken, compleet met opgezette kippen. De zeer realistische reconstructies geven een huiveringwekkend nauwkeurig beeld van het leven in de sneeuw. Een volledige ruimte is gewijd aan het rollend materieel, met Dodge 6-vrachtwagens, de motor met rupsbanden NSU HK101 Kettenkraftrads, en sympathiek ogende Schwimmwagens. Maar er is ook studiemateriaal over de lancering van V3’s, er zijn beelden van ontmijners aan het werk, of er zijn staaltjes van psychologische oorlogsvoering te zien, waarbij berichten verpakt werden in obussen. De bezoekers schuiven zwijgend van het ene tafereel naar het andere.

REBELSE GENERAAL

We rijden zuidwaarts, naar het onooglijke Hamm, dat deel uitmaakt van Luxemburg-Stad. Daar bevindt zich op het zestien hectare grote Luxembourg American Cemetery and Memorial het stoffelijk overschot van generaal Patton, samen met 5075 van zijn landgenoten. De plek maakt indruk door zijn omvang, door de rijen witte kruisjes. Georges S. Patton stond bekend als een man met een vechtersmentaliteit, maar ook iemand die zich bijzonder minachtend kon uitlaten over zijn oversten. Een rebelse geest die van zijn manschappen absolute orde en netheid verwachtte. Als kind had hij maar één doel voor ogen : hij zou later generaal worden. Hij nam in 1912 deel aan de Olympische Spelen in Stockholm en eindigde er als vijfde in de moderne vijfkamp. Al in de Eerste Wereldoorlog wist hij zich te onderscheiden, en ontving daarvoor een Purple Heart-decoratie.

Na de oorlog legde hij zich toe op tank- en pantsertactieken. In 1942 oogstte hij successen in Noord-Afrika en kreeg hij het commando over het 7de leger. Hij bevrijdde zowel Palermo als Messina, zeer tegen de zin van Montgomery, die zelf de klus had willen klaren. Wegens zijn ongezouten uitspraken werd hem tijdelijk het bevel ontnomen, maar de Duitsers wisten hem naar waarde te schatten en waren bevreesd voor zijn tactiek. Na de invasie in Normandië kreeg hij het bevel over het 3de leger, rukte op naar het oosten, nam honderdduizenden Duitse soldaten krijgsge-vangen en rukte in twee weken bijna 1000 kilometer op. Door brandstof- gebrek moest hij op 1 september 1944 halt houden bij Metz, wat de Duitsers de tijd gaf zich te herstellen. Toen hij de strijd hervatte, heroverde hij Metz, waarna hij Luxemburg, Arlon en Bastogne bevrijdde, waar de voie de la liberté eindigde.

Terwijl hij aan de slag was in Reims werd hij onverhoeds teruggeroepen om met het 3de leger het omsingelde Bastogne te ontzetten. Toen hij de Duitsers teruggedrongen had, wilde hij doorgaan, raasde door Saarland en Zuid-Duitsland en stond op het punt Praag te heroveren, maar het oppercommando riep hem een halt toe : bij de conferentie van Jalta was overeengekomen Oost-Europa aan de Sovjets te laten. Patton haatte de communisten evenwel meer dan de Duitsers, en suggereerde om met wat overbleef van het Duitse leger de Sovjets te bevechten. Een ontnuchterende overtuiging die voor veel tegenwind zorgde.

Hij stelde dan maar voor om in de Stille Oceaan de Japanners een lesje te leren, maar ook dat werd hem niet gegund. Omdat hij telkens opnieuw ongezouten meningen bleef spuien, werd hij van zijn taken ontheven en naar de States teruggeroepen. Daags voor zij terugkeren werd zijn auto door een vrachtwagen aangereden. Voor sommigen ging het om een banaal ongeval, voor anderen om een aanslag op een man die nooit in de pas had gelopen. Hij raakte door het ongeval verlamd en stierf enkele dagen later.

door Pierre Darge

MET WAT RESTTE VAN HET DUITSE LEGER WILDE GENERAAL PATTON DE SOVJETS GAAN BESTRIJDEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content