Iedere Britse krant, elk zich respecterend magazine heeft er een : een stercolumniste die geen blad voor de mond neemt, of het nu gaat om het wereldgebeuren, het wel en wee van the bright and beautiful of het eigen privéleven. En ach, what a way with words hebben die gobby queens (brutale tantes) toch.

Ik zou mezelf niet omschrijven als hetero, straight of wat dan ook. En zeker niet als biseksueel, dat klinkt als een vorm van openbaar vervoer zonder spatbord. Als ik dan toch tot een seksuele categorie moet behoren, noem mij dan maar spontaan“, aldus Julie Burchill in The Independent. Lang voor ik zelf stukjes begon te plegen, koesterde ik een fascinatie voor de hip young gunslinger van de punkbeweging die op haar zeventiende voor de New Musical Express begon te schrijven. Als dochter van communistische activisten en virulente feministe – “toon mij een frigide vrouw en negen keer van de tien toon ik je een klein mannetje” – die er prat op ging “genoeg coke door haar grote snufferd gejaagd te hebben om het hele Colombiaanse leger plat te leggen”, was ze alles wat ik niet was, maar holy mackerel, wat was ik jaloers op die vlijmscherpe pen. Het moet gezegd dat Burchill, 52 intussen, het tegenwoordig wat kalmer aan doet. Zo verkaste ze van het zondige Londen naar haar geboortestad Bristol en zou ze zich volgens de laatste berichten tot het judaïsme bekeerd hebben (“als de joden me willen hebben”), maar tegen zere benen schopt ze nog steeds, of die nu aan Rihanna of Nick Cave toebehoren of aan een van haar vele exen (m/v). Een discipline waarin ze concurrentie heeft van sisters in arms als Janet Street-Porter, Catherine Townsend en India Knight.

Van anoniem tot persoonlijk

Hoewel het woord column via het Franse colonne uit het Latijn (columna) komt – oorspronkelijk verwees het naar de verticale indeling van een pagina – mag ik graag denken dat het genre in het bijzonder in de Angelsaksische sfeer gedijt. In de Engelse pers alleen al is er sprake van 220 langlopende columns van enige allure. Is het wellicht de traditie die erin voortleeft van de Speakers’ Corner zoals in Hyde Park ? Sprekers mogen daar van oudsher op een zeepkist vrijuit hun mening verkondigen over politiek, religie en cultuur zolang ze de Britse koninklijke familie maar niet beledigen of aanzetten tot het omverwerpen van de regering. In de huidige betekenis van ‘vaste rubriek in krant of tijdschrift’ dateert de column uit de late negentiende eeuw. Lange tijd verschenen columns anoniem. Berucht was de zogenaamde Peterborough column die voor het eerst in 1929 in The Telegraph opdook en waarin iedereen die de grenzen van de traditionele moraal overschreed, genadeloos gehekeld werd.

Harold MacMillan, in de jaren 1950 Brits minister van Buitenlandse Zaken, liet zich ooit ontvallen : “We lezen The Observer, niet voor wat er in staat maar om te weten wat Garvin nu weer te vertellen heeft”. Garvin was het pseudoniem van een destijds beroemde columnist die door The Observer ontslagen werd toen hij onder zijn echte naam columns voor The Telegraph begon te schrijven.

Tot in de late jaren 1970 gingen columns vooral over politiek, publieke aangelegenheden en kunst en cultuur, maar mettertijd werd de persoonlijkheid van de columnist even belangrijk als zijn onderwerp. De toename van de krantensupplementen deed dan ook een heel nieuwe generatie columnisten opstaan, die hun onderwerpen zochten in entertainment, lifestyle en uiteindelijk ook hun privéleven. Van de jaren ’90 dateert het succes van de persoonlijke, totaal subjectieve column, de zogenaamde me column. Het zal niemand verbazen dat veel van die columns door vrouwen geschreven worden. Een bekend voorbeeld is Bridget Jones’s Diary van Helen Fielding, die oorspronkelijk als column in The Independent verscheen. En voor wie smalend over de verchiclitisering van de pers spreekt : echt nieuw is het verschijnsel niet. Toen de Amerikaan Cyrus Curtis in 1879 The Tribune & Farmer stichtte, vroeg hij zijn echtgenote Louise Knapp Curtis een vrouwenrubriek te schrijven. Die werd zo populair dat hij vanaf 1883 als het maandelijkse supplement Ladies’ Home Journal & Practical Housekeeper verscheen. Toen dat supplement 25.000 abonnees had, doekte Cyrus zijn Tribune & Farmer op en hield alleen het vrouwensupplement over dat Ladies’ Home Journal ging heten. Het magazine bestaat nog steeds en gaat met zijn tijd mee. Tegenwoordig stelt het de lezeressen prangende vragen als : ‘Bent u saai in bed ?’ en ‘Is hij een Facebookaffaire begonnen ?’

Me, myself and I

“Ze was een stormfront van een vrouw, maar dan behangen met diamanten”, schreef Caitlin Moran van The Times bij de dood van Elizabeth Taylor. “Vanavond zal ik te harer ere koele, koele champagne drinken. En daarna een diamant eten.” Een afscheidsrede die ik zelf geschreven zou willen hebben. En geloof me, in het Engels klinkt het nog veel laconieker. Maar waarover hadden de gobby queens het zoal de afgelopen weken ? Over de affaire Strauss-Kahn natuurlijk. En aansluitend over de slut walks, waarbij her en der vrouwen in hun ondergoed op straat kwamen als reactie op een uitspraak van een politieman die studenten had aangemaand zich niet als sluts (lichtekooien) te kleden als ze niet aangerand wilden worden. Over de scheidingsregeling van bad boy Charlie Sheen en over popdiva Lily Allen die uit de publieke leven wil verdwijnen of toch weer niet. Barbara Ellen (motto : ‘een vrouw en toch grappig’) liet in The Observer haar licht schijnen over opgevulde behaatjes en stoute slipjes voor achtjarigen en over Kate Moss die volgens kwatongen zichtbaar een dagje ouder wordt, terwijl Barbara fulmineert dat dood nog altijd lelijker is dan oud en dat Kate Moss er trouwens nog altijd patent uitziet, haar liederlijke levensstijl ten spijt.

Maar welk onderwerp de column queens ook aansnijden, eigenlijk schrijven ze altijd over zichzelf. Neem nu de aanhef van Suzanne Moores column in The Guardian naar aanleiding van de affaire Strauss-Kahn. “Zoals veel vrouwen ben ik verleid en ben ik verkracht en in tegenstelling tot zekere Franse intellectuelen ken ik het verschil”, schrijft de 53-jarige linkse feministe die in 2010 als onafhankelijke kandidaat opkwam bij de verkiezingen met de slogan: ‘Stem voor mij, ik ben niet perfect’. Perfect misschien niet maar wél openhartig, niet iedereen wil tussen neus en lippen kwijt dat ze het slachtoffer van een aanranding was. Wie saillante details verwacht, is eraan voor de moeite. Maar Moore windt er geen doekjes om. “Een penis is domweg een stuk vlees”, schrijft ze, “maar verkrachting gaat over macht, vernedering en geweld, reëel of in de vorm van bedreiging.” En als uitsmijter geeft ze nog een praktische richtlijn mee, afkomstig van een lijst die onder de vriendinnen van haar dochter circuleert, het resultaat van de ondervraging van veroordeelde verkrachters. Als je het een verkrachter niet gemakkelijk wil maken, bind je haar dan niet samen in een paardenstaart, want dat geeft hem een betere ‘greep’ zo blijkt. Bitter, bitter…

Seks bij de eerste date

Dan houdt Janet Street-Porter (64), televisiepersoonlijkheid, voormalig hoofdredacteur van The Independent on Sunday en populair bij imitators en karikaturisten wegens haar geprononceerd Londens accent en grote, vooruitstekende tanden, het een stuk luchtiger. Vaak geciteerd is haar uitspraak dat ze altijd seks had bij de eerste date om te weten of een man een tweede date waard was. Wie wind zaait, zal storm oogsten. Zo wilde Keith Allen – jawel, Lily’s pa – per se in de tabloidpers kwijt dat hij ooit zo enthousiast met Street-Porter gerollebold had dat ze allebei in het ziekenhuis beland waren. Waarop Janet koeltjes riposteerde dat dat al lang geleden was en niets om over naar huis te schrijven. Niet dat ze een toonbeeld van waardig oud worden is : met Gnarls Barkley op de iPod wil ze nog wel eens rondstuiteren in haar 30-jaar oude T-shirt van de Sex Pistols en seks wil ze nog elke dag “ook al val ik midden in een zin weleens in slaap en doet het gerucht de ronde dat ik snurk”. Ha, ze praat dus zelfs tijdens het vrijen. Is dat wereldnieuws ? Hoeven we dat allemaal te weten ? Welnee, maar Janets stukjes zijn in elk geval minder naargeestig dan die van veel andere (en meestal jongere) vrouwen die het zuipen-snuiven-neuken-balen-register bespelen. Daar hebben ze er in de UK zoveel van dat ze gezamenlijk the sex columnists genoemd worden. Een van de leukere is thirtysomething Catherine Townsend, Amerikaanse van origine maar vooral bekend van haar column Sleeping around in The Independent en tegenwoordig ook van haar blog en tweets. Catherine heeft het over de precaire logistiek van triootjes, over hoe Hugh Grant in Four weddings and a funeral verantwoordelijk is voor haar obsessie met Britse mannen en over hoe een universele sleutel voor handboeien je uit gênante situaties kan redden. Wat ze met de meeste sekscolumnisten gemeen heeft, is dat haar relatieleven een treinramp in slow motion lijkt. Oefening baart kunst, zou je denken, maar nee, over een gelukkig liefdesleven valt nu eenmaal niet veel te melden.

“Sorry mom”, schrijft Catherine in haar voorwoord bij de bundeling van haar columns in Sleeping around, secrets of a sexual adventuress. En ja, dat vraag ik me wel vaker af : hebben Britse columnistes dan geen familie ? Moeders die een appelflauwte krijgen bij de onthullingen van hun dochter, partners die verontwaardigd de deur achter zich dichtslaan omdat ze iets te vaak als beminnelijke sukkel werden afgeschilderd. Claudia Winkleman kreeg in elk geval lik op stuk, toen haar echtgenoot (zij het eenmalig) zíjn versie van haar column Take it from me schreef.

Het zal India Knight (1965, geboren in Brussel uit een Belgische vader en een Pakistaanse moeder) niet overkomen. In de eerste plaats omdat de stercolumniste van The Sunday Times toch al gescheiden van haar echtgenoot leeft en ook omdat ze vooral de draak met zichzelf steekt. India’s columns en tweets zijn snedig en zitten vol levenswijsheid en zelfrelativering. Haar definitie van liefde ? Elastisch. En wie kan er nu kwaad zijn op iemand die zichzelf als een ei op pootjes beschrijft, vooral als er een foto in maillot bij staat die bewijst dat die beschrijving absoluut accuraat is ? Het Drukke Damesdieet dat India samen met Neris Thomas schreef, is dan ook het enige dieetboek waarbij je al grinnikend afvalt. En India hanteert als geen ander de grondregel van de column : dat je met alles wegkomt zolang je harder met jezelf lacht dan met anderen.

Door Linda Asselbergs

In de Engelse pers alleen al is er sprake van 220 langlopende columns van enige allure. Leeft hier de traditie voort van de Speakers’ Corner zoals in Hyde Park ?

Tot in de late jaren 1970 gingen columns vooral over politiek, publieke aangelegen-heden en kunst en cultuur, maar mettertijd werd de persoonlijkheid van de columnist even belangrijk als zijn onderwerp.

Vaak geciteerd is de uitspraak van Janet Street-Porter dat ze altijd seks had bij de eerste date om te weten of een man een tweede date waard was.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content