Toen ik enkele maanden geleden naar Kopenhagen ging (zie p. 54), wilde ik absoluut gaan dineren bij Noma van chef René Redzepi. Want dat is, zo beslisten honderden experts zowel in 2010 als in 2011, het allerbeste restaurant ter wereld. Maar daarvoor, zo vertelde mijn culinaire collega, had ik weken op voorhand moeten reserveren. Jammer.

Maar enkele weken geleden kwam Noma naar mij. Het is te zeggen, het restaurant kwam ter ere van de internationale meubelbeurs en op kosten van een Deens meubelmerk naar diens showroom in Milaan afgezakt. En wij kregen ook een uitnodiging. De hapjes waren lekker : gekonfijte rode biet en radijs in naar aarde smakende puree. Maar na een dag rondlopen in expohallen en van de ene meubelshowroom naar de andere galerie rijden met te plompe publieke stadsfietsen, hadden we toch steviger kost nodig. We staken het plein over voor een stevige risotto trevisana in de trattoria. De anonieme kok maakte ons die avond zoveel blijer dan de gerenommeerde topchef.

Die conclusie zou wel eens de samenvatting kunnen zijn van de hele meubelbeurs waarvoor we die week in Milaan zaten. Opvallend minder dan vorige jaren goochelden de fabrikanten er met namen van sterontwerpers. Zowel meubelmakers als designers lijken zich te bezinnen over hun rol, maar blijven nu nog voorzichtig. Het is duidelijk geen moment voor durf en grote risico’s. Maar daardoor lopen de fabrikanten misschien het gevaar relevantie te verliezen (zie meubelverslag p. 29).

Wat zijn dan de relevante ideeën voor onze woningen ? Misschien wel gewoon comfortabele en zachte meubels ? Of stoere en robuuste statements ? Scandinavische eenvoud ? Of is het power to the people en krijgt open source design misschien een toekomst ? Dat gaat ervan uit dat wij allemaal, de kleine anoniempjes, mee kunnen bepalen én ontwerpen hoe onze eigen gebruiksvoorwerpen, meubels en huizen eruitzien. We zagen die piste in Milaan niet alleen onderzocht in een expo van Thomas Lommée (door het Hasseltse cultuurcentrum Z33), maar ook bij de Nederlandse designorganisatie Premsela en bij Droog Design.

“Wie en wat is er relevant vandaag ?” vraagt ook het Amerikaanse nieuwsweekblad Time zich elk jaar eind april af. Naast hun lijst met de honderd invloedrijkste mensen bedachten ze een versie met de 100 most influential things. Op nummer 1 : aardbevingen. “Het doet er niet toe hoe gesofisticeerd onze gadgets worden of op welke manieren we conflicten in romans leren analyseren in het middelbaar onderwijs, het is nog steeds mens versus natuur out there. Mens versus zichzelf is voor verveelde rijke mensen”, schrijft auteur Joel Stein.

Als we het Time-lijstje volgen, dan zou Shigeru Ban wel eens de invloedrijkste architect van het moment kunnen zijn. De Japanner is bekend voor innovatief werk met… kartonnen buizen. Daarmee bouwt hij noodwoningen, maar ook kerken en privéruimtes in sporthallen waar veel tijdelijke daklozen verblijven. En het tentoonstellingspaviljoen voor de eerste meubelcollectie van luxemodemerk Hermès op de beurs in Milaan. We probeerden het eerder al, maar dit voorjaar kreeg Jesse Brouns eindelijk een interview vast. Ban was net terug van een rondreis door Japan, dat in maart door een aardbeving getroffen werd. “Mensen die alles verloren hebben in een ramp, hebben comfort nodig, een mooie, aangename leefomgeving. Dat verzacht hun leed”, legt hij uit. Voor hem is een relevante architect een combinatie : hij werkt zowel voor superrijken als voor overheden, zoals de Verenigde Naties. Hij verwijst naar artsen en advocaten die naast hun reguliere job ook pro deo werken. “Ik vroeg me af wat ik als architect kon doen voor mensen die het nog moeilijker hebben dan gewone mensen.” We zeiden het al : de anoniempjes tellen weer mee.

leen.creve@knack.be

Leen Creve, redacteur Wonen

“KRIJGT OPEN SOURCE DESIGN MISSCHIEN EEN TOEKOMST ? ZODAT WIJ ALLEMAAL, DE ANONIEMPJES, MEE KUNNEN BEPALEN HOE ONZE OBJECTEN EN MEUBELS ERUITZIEN.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content