reacties : jp.mulders@skynet.be

Ik zou over het generatiepact kunnen schrijven, over boerkaboetes of over de kankervoorkomende werking van het hopbestanddeel xantohumol. Dat wringt echter een beetje, als je weet dat het geschrevene terecht zal komen in een blad dat uitpuilt van de oogverblindende vrouwen in exquise lingerie. Vogelgriep en voorstedelijke rellen staan in schril contrast met die werveling van platte buiken, ronde boezems en schier eindeloze benen. Lingerie is trouwens van het grootste belang. Ingevoerd in Google levert het 16,4 miljoen treffers op. Dat is zes miljoen meer dan Osama bin Laden.

Toch, moet ik toegeven, waren mijn eerste ervaringen ermee niet van het verheffende soort. Ik herinner me mijn oma, zoemend door de woonkamer in een vleeskleurig harnas dat gaine werd genoemd. Met haar bolronde lijf en daar parmantig onder uitkomende pootjes, leek oma op die momenten sprekend op Maja de Bij, de bekendste vertegenwoordigster der vliesvleugelige insecten.

Toen ik opgroeide en tiener werd, droegen de meisjes die ik leerde kennen steevast ondergoed van het slaapverwekkende soort : fantasieloos en van een witte vormeloosheid die in het beste geval deed denken aan pakijs in poolgebieden. Een van hen was zelfs zo zuinig op haar slips dat die ter hoogte van de heupen grote gaten vertoonden. “Oren”, als het ware, waaraan het resterende stukje textiel gemakkelijk over de billen kon worden gehesen. Het zijn toestanden die doen denken aan het voormalige Oostblok. We hadden het niet breed in die dagen, en die vriendin was filosofisch genoeg om met de toestand van haar ondergoed te kunnen lachen. Toen ik dat na wat glazen eens in gezelschap durfde te doen, werd ik getrakteerd op een klinkende draai rond mijn oren.

Van sommige momenten herinner je je achteraf haarscherp hoe belangrijk ze zijn geweest voor de verdere loop van je leven. Het was in de bibliotheek van de Rechten dat ik een lingerie-aficionado werd. Ik herinner mij nog, zonder kartelranden, dat mooie meisje met het acajou geverfde haar. Ze droeg een vlekkeloos, bijna maagdelijk te noemen witte bloes, waaronder nog net het ragfijne kant zichtbaar was van een zwarte bh. Telkens weer werden mijn ogen daar onweerstaanbaar naartoe gezogen. De stoffigheid van het leerboek waarover het meisje zat gebogen – het behandelde de wetgeving op laagstammige bomen – kon de betovering alleen maar vergroten.

Die sluimerende passie werd nog gevoed toen ik later Silke leerde kennen, mijn zwart-witte vriendin. Ik noem haar zo omdat ze haar hele appartement, tot de meubelen en de deurkrukken toe, in die twee kleuren had geverfd, als een uit zijn verhoudingen gerukte piano. Silke had een 85 C. Dat weet ik nog doordat ik, zoals de meeste venten, altijd geïntrigeerd ben geweest door dat nuchtere systeem waarmee vrouwelijke bekoorlijkheden in cijfers en letters worden gevat. Silke droeg tere niemendalletjes als betroffen het religieuze gewaden. “Lingerie zorgt ervoor dat ik mij vrouw voel tot in het diepste van mijn vezels”, zei ze met een stem waarin noodlottigheid lag. Soms stond ze louter in Marlies Dekkers voor ons te koken, met als uitdrukkelijke voorwaarde dat ik haar tot na het dessert met geen vinger mocht aanraken. Ze had een voorkeur voor zwarte en wijnrode modellen, en in het bijzonder voor jarretellegordels. Dikwijls heb ik mij afgevraagd waarin nu precies de hypnotiserende werking lag van die in wezen prullerige, ja zelfs wat narrige dingen. Zou de lust van onze vad’ren dan toch rechtstreeks in onze genen zijn geslopen, vanuit lang vergeten boudoirs en alkoven ?

Hoe het ook zij, sinds Silke geloof ik in de opbouwende, ja zelfs wereldverbeterende waarde van fraai dessous. Het verhoudt zich tot deze wegwerptijden als een Minerva tot een Toyota. Als vintage port tot een blikje pils dat te lang in de zon heeft gestaan. Ik zou niet zo ver durven gaan te beweren dat met liefde gekozen lingerie de mensheid kan redden. Maar toch. Op zijn minst is het een krachtige talisman tegen nausea en braken, tegen onverschilligheid en suizingen, tegen lage rugpijn en vage gevoelens van onbehagen. Het leert je te leven voor het moment. Niet voor een morgen, die door ons allen veel te licht wordt opgevat.

jean-paul mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content