Onderwijs als wapen tegen discriminatie van meisjes

Een meisje verzamelt waterleliebloemen in een vijvertje in de Kampong Speu-provincie in Cambodia. © REUTERS

In een land als Cambodja, met een sterke traditionele cultuur, is er nog veel werk aan de winkel wat betreft gendergelijkheid. Vrouwenrechten staan er weliswaar in de grondwet en 8 maart is zelfs een officiële feestdag. Maar meisjes en vrouwen komen er in de praktijk nog vaak op de tweede plaats.

‘Cambodja heeft jarenlang geweld en ellende gekend en is nu nog altijd één van de armste landen in Zuidoost-Azië, ondanks de economische groei’, zegt Pok Panhavichetr. Ze is directeur van het Cambodian Women’s Crisis Center (CWCC), een organisatie die zich al meer dan twintig jaar inzet voor vrouwenrechten onder het motto Helping women help themselves (Vrouwen leren zichzelf te helpen).

‘Op de leeftijd van zeven of acht jaar stopt ongeveer veertig procent hier met school om het gezin te helpen’

Met haar opmerking verwijst ze naar de periode van de Rode Khmer en de burgeroorlog in haar land. ‘Armoede is een overkoepelend thema in onze werking’, gaat ze verder. ‘We merken bijvoorbeeld dat het gebrek aan toegang tot degelijk onderwijs een grotere impact heeft op meisjes dan op jongens’.

Open blik

‘Het belangrijkste is hun blik op de wereld te verruimen, kinderen leren dat ze kunnen worden wat ze willen’, bevestigt ook Ghislaine Locicero, een Française die samen met haar zus de vzw ‘Pour l’avenir d’un enfant’ (Voor de toekomst van een kind) oprichtte in provincie Kampong Chhnang.

‘Op de leeftijd van zeven of acht jaar stopt ongeveer veertig procent hier met school om het gezin te helpen in de landbouw of de visvangst’, vertelt ze over de gemeenschap van ‘Koh Krobai’ – een eiland in de Tonlé Sap Rivier (letterlijk ‘waterbuffel-eiland’) waar enkel een lagere school is.

Soburn, een elfjarig meisje, verzamelt op een afvalberg voedsel voor de varkens thuis. Als ze 's morgens ze genoeg verzamelt, kan ze daarna naar school.
Soburn, een elfjarig meisje, verzamelt op een afvalberg voedsel voor de varkens thuis. Als ze ’s morgens ze genoeg verzamelt, kan ze daarna naar school.© REUTERS

De organisatie van Ghislaine heeft in 2016 een internaat opgericht om jongeren de kans te geven hun middelbaar onderwijs af te maken. Maar dan moeten de families willen meewerken en dat vraagt vaak veel overtuigingskracht.

Meisjes blijven vaak thuis

‘Als er kinderen uitvallen, zijn het altijd meisjes’, zegt Ghislaine. Ze vertelt het verhaal van de 16-jarige Sohkrin, die bij het begin van het nieuwe schooljaar niet kwam opdagen. Het bleek dat ze in Pursat (zo’n 100 kilometer verderop) voor 70 dollar per maand als au pair moest gaan werken. ‘Zij was een heel goeie leerlinge en ze is zonder overleg uit ons programma gehaald. Mijn zus is persoonlijk gaan onderhandelen om haar terug te halen’.

Het voorbeeld toont aan dat de onderwijscarrière van jongens veel meer gezien wordt als een investering in de toekomst, of ze nu goed presteren op school of niet. Meisjes doen het huishouden en zorgen voor de kinderen.

Kinderopvang voor jonge moeders

De discriminatie houdt niet op bij de schoolbanken. Piet Holten is de Nederlandse manager van Pactics, een textielfabriek in Siem Reap, vlakbij de tempels van Angkor Wat. Anders dan de klassieke sweatshops, is dit een goed verlichte en verluchte bedrijfshal, rondom een vijver met een tuintje.

Ook Chenda, vijftien jaar oud, speurt de afvalberg af in de hoop herbruikbare spullen te vinden. Zij mist soms een dag school als ze haar ouders lang moet meehelpen, vertelt ze.
Ook Chenda, vijftien jaar oud, speurt de afvalberg af in de hoop herbruikbare spullen te vinden. Zij mist soms een dag school als ze haar ouders lang moet meehelpen, vertelt ze.© REUTERS

‘Wij doen er alles aan om het onze mensen zo aangenaam mogelijk te maken en werknemers langer bij ons te houden’, zegt Holten. Zo is er betaald zwangerschapsverlof en heeft het bedrijf een kindercrèche. ‘Als we dat niet hadden, zouden veel vrouwen na hun bevalling gewoon thuis blijven om voor hun kinderen te zorgen.”

Voor bedrijven van meer dan honderd werknemers is zo’n dagopvang zelfs verplicht in de Cambodjaanse wet. ‘Maar veel ondernemers lappen die verplichting aan hun laars en komen er mee weg. En het personeel zelf zal er ook niet gauw naar vragen’, besluit Piet Holten.

Op de barricade

Het klopt dat Cambodjanen niet makkelijk op de barricade staan. Ook dat heeft met de geschiedenis van dit land te maken. Mensen zijn bang om hun mond open te doen, nadat ze door allerlei regimes onder de knoet werden gehouden. Van de Franse bezetter en de Rode Khmer tot de huidige regering, die geen herrieschoppers duldt.

Wij planten een zaadje in die kinderen in de hoop dat het ooit zal ontkiemen

Aandacht vragen voor vrouwenrechten ligt zeker moeilijk. De gelijkheid tussen de geslachten staat dan wel in de wet, maar de culturele wet zegt dat dit een patriarchale maatschappij is.

Mannen zwaaien de plak

Dat ervaar ik in de Kol Tor Teng Pagoda in Ta Khmau, een kleine 20 kilometer ten zuiden van hoofdstad Phnom Penh. Hier woont een grote gemeenschap Doan Jee of nonnen. In de meeste andere tempels vind je er maar enkele, maar hier zijn er meer dan honderd. Het zijn vooral oudere vrouwen die geen familie meer hebben en hier onderdak vinden. ‘De monniken hebben ons de toestemming gegeven om hier een huisje te betrekken’, zegt één van hen. De vrouwen zijn te herkennen aan de witte kledij en de kaalgeschoren hoofden.

Maar het zijn de monniken die er de plak zwaaien. Zij beslissen over budgetten. Zij verlaten het klooster om zich bij te scholen, terwijl de vrouwen binnen de muren blijven en huishoudelijke taken opknappen.

Chan Thy, ook vijftien, gaat niet meer naar school. Ze werkt op de vuilnisbelt en verdient daar twee dollar per dag mee.
Chan Thy, ook vijftien, gaat niet meer naar school. Ze werkt op de vuilnisbelt en verdient daar twee dollar per dag mee.© REUTERS

Of de zusters dat niet oneerlijk vinden, wil ik weten. Hun verbaasde blikken spreken boekdelen. ‘Dat is toch altijd zo geweest?’, stamelt één van hen. Ze lijkt mijn vraag over gendergelijkheid amper te begrijpen. ‘Ik heb nooit geleerd om te studeren’, zegt Lysok Li, terwijl ze haar schouders ophaalt en mijn vraag weglacht.

Zaadjes planten

‘Het is de cultuur én de traditie’, zegt ook Ghislaine uit Kampong Chhnang. ‘Vrouwen die wél op het hoogste niveau terecht komen, hebben bijna altijd in het buitenland gestudeerd. Dat is een soort kwaliteitslabel.”

Ze verwijst onder meer naar Mu Sochua, een politica die ooit als minister bevoegd was voor vrouwenrechten. Nu is ze, als oppositieleiderster, naar het buitenland gevlucht -uit angst om opgepakt te worden door het regime van premier Hun Sen.

Of het in dit land de goeie kant opgaat met de vrouwenrechten, wil ik nog weten. Ghislaine schudt het hoofd. ‘Wie zal het zeggen? En hoe lang zou het nog duren voor hier echt iets verandert? Niemand weet het. Daarom zet ik met mijn organisatie zo sterk in op onderwijs’, besluit ze. ‘Wij planten een zaadje in die kinderen in de hoop dat het ooit zal ontkiemen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content