Een verhaal van verwachtingen: boys will be boys of genderneutraal opvoeden?

© Illustratie Pieter Van Eenoge

Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn? Deze campagneslogan van de Nederlandse Stichting Ideële Reclame veroorzaakte eind juli heel wat ophef. Het idee dat jongens zo zijn en meisjes zus versus genderbewust opvoeden.

Het stond al een tijd met stip op één op zijn verlanglijst. Hij probeerde bij de Sint, klopte aan bij oma en opa en stelde uiteindelijk alle hoop op de man uit het Hoge Noorden. Met succes. Sinds kerst heeft onze zoon eindelijk zijn groene strijkplank met bijpassend ijzer. ‘Dat is toch niets voor jongens’, horen we soms. Maar gelukkig trekt hij zich daar niets van aan en blijft hij gezwind verder strijken. Net zoals hij ook in de klas vaak in de poppenhoek te vinden is. Zijn favoriete plek. Om er te koken en voor de baby te zorgen. ’s Avonds komt hij met de mooiste verhalen thuis. Net vier is hij. Een kleine man van zijn tijd, die ook gek is op auto’s, Superman en voetbal. Super, niet? Toch zien we het vaak anders. Als de zoon op dansles wil en de dochter voor rugby kiest.

Stilzitten wordt beloond

Jongens en meisjes. Dat ze biologisch verschillen, daar is geen twijfel over mogelijk. Maar wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat ze naast dat biologische verschil vooral opvallend veel gelijkenissen vertonen, zowel qua vaardigheden als qua competenties en interesses. De verschillen tussen meisjes onderling en jongens onderling blijken bovendien veel groter dan die tussen de twee geslachten en gemiddelden zeggen absoluut niets over individuele kinderen.

Ook al zijn er supercompetitieve atletes en excellente verplegers, wij lijken er collectief nog altijd van overtuigd dat meisjes zorgender zijn en jongens competitiever. De campagne van de Nederlandse Stichting Ideële Reclame (SIRE) stapt mee in die redenering. Omdat opvoeders – thuis en op school – stilzitten en gehoorzaam gedrag belonen, worden jongens benadeeld, stelt die. Jongens leren volgens hen door te experimenteren, te bewegen en risicio’s te nemen en daar krijgen ze geen ruimte meer voor.

Een recente studie aan de universiteiten van Iowa en Pennsylvania wees uit dat ouders vier keer zo vaak ‘Pas op’ zeggen tegen hun dochter als tegen hun zoon

Een van de meest rake reacties was een tweet van de Amsterdamse professor Leo Lucassen. ‘Iemand heeft ‘kinderen’ verkeerd gespeld.’ Want ja, kinderen die niet graag stilzitten hebben het vandaag moeilijker, maar niet alle jongens willen de hele tijd voetballen en er zijn ook heel wat meisjes die bestraft worden omdat ze te wild zijn. SIRE kaart een op zich waardevol standpunt aan, maar veel critici vinden het jammer dat ze er een ‘jongens’-probleem van maken.

Jongens leiden, meisjes volgen

‘Mensen houden graag vast aan wat ze kennen’, stelt Helena Bonte, stafmedewerker bij RoSa vzw, het kenniscentrum voor gender en feminisme. ‘Stereotypen zitten nog altijd in ons denken verweven door de beelden en ideeën die we hebben meegekregen. We denken spontaan aan een man als we het woord ‘chirurg’ horen. Denken we aan de lagere school, dan zien we automatisch een juf voor de klas. Bovendien voelen mensen nog steeds de drang om de wereld op te delen in wat ze zien. Ze zien mannen en vrouwen en willen dat ook in aspecten die niet meteen iets met biologie te maken hebben duidelijk afgebakend zien. Uiterlijk, hobby’s, karakter… De lijst is lang. Onduidelijkheid maakt ons onzeker. En dat geven we, vaak onbewust, aan onze kinderen mee.’

Gender, of onze verwachtingen rond mannelijk en vrouwelijk gedrag, heeft een enorme invloed op hoe we onze zonen en dochters behandelen. Uit recent onderzoek aan de universiteit van Princeton en New York University blijkt dat meisjes er al vanaf hun zesde van overtuigd zijn dat ze niet intelligent genoeg zijn om bepaalde dingen te kunnen. Echt briljant, dat is iets wat jongens zijn. Net zoals Superman, Sherlock Holmes of Sheldon Cooper.

Zodra we het geslacht van een ongeboren baby kennen, creëren we hokjes. Schopt een babyjongetje in de buik, dan horen we: ‘Het wordt vast een voetballer.’ Een meisje schopt gewoon.

Voor ze zes zijn, hebben kinderen daar een veel minder afgelijnd beeld van, blijkt uit de studie. De culturele stereotypen waarmee kinderen vanaf hun geboorte gebombardeerd worden in boeken, cartoons, series en films zijn overweldigend. De Amerikaanse actrice Geena Davis stichtte een Institute on Gender in Media, en uit hun onderzoek bleek dat de situatie in 2015 niet veel beter was dan die in 1946. In Amerikaanse kindertv en -films is amper 29% van de sprekende rollen voor een vrouw, 81% van de personages die werken zijn mannen en zelfs in scènes met een menigte is maar 17% van de figuranten vrouw. Bij meisjes gaat het in series en films vijf keer vaker over hoe ze eruitzien en ze hebben dubbel zo vaak onthullende kledij aan. Ook opvallend: vrouwelijke personages in kinderfilms dragen vaak even onthullende kleding als hun collega’s in 16+-films.

Het instituut sponsorde ook een educatieve videoserie, Guess Who?, waarbij kinderen korte verhalen werden verteld over brandweerlui, wiskundigen en proffen. Zowel jongens als meisjes verwachtten als vanzelf dat dat mannen waren en waren verbaasd wanneer het vrouwen bleken te zijn.

Een verhaal van verwachtingen: boys will be boys of genderneutraal opvoeden?
© Getty Images/iStockphoto

De Nederlandse Kim Blackburn, die de kinderboekenblog Spinzi runt, deed voor haar bachelorthesis onderzoek naar de AVI-boeken die door ongeveer 75% van het Nederlandse onderwijs gebruikt worden, en concludeerde dat ze zeer rolbevestigend zijn. Vrouwen zijn moeder of juf, mannen doen zelden huishoudelijke taken. Ook uit Amerikaans onderzoek aan de universiteit van Danville in 2007 bleek dat in 200 populaire kinderboeken veel minder meisjespersonages voorkomen dan jongens, en dat jongens vaak actieve leiders en redders in nood zijn, en meisjes volgzame en dienstbare meelopers. Al deze stereotypen bepalen het zelfbeeld dat kinderen ontwikkelen.

Roze LEGO

De menselijke verscheidenheid reduceren tot twee uiterste polen blijkt dus niet zo onschuldig. Toch doen we het dagelijks, ook al is het vaak onbewust. Zodra we het geslacht van een ongeboren baby kennen, creëren we hokjes. Schopt een babyjongetje in de buik, dan horen we: ‘Het wordt vast een voetballer.’ Een meisje schopt gewoon. Eenmaal de baby er is, wordt de scheiding tussen de roze en blauwe wereld alleen maar groter. Meisjes moeten er lief en schattig uitzien, jongens dan weer stoer en sterk. Dat merk je al aan de geboortecadeaus.

Om die reden vroeg Marieke (32) na de geboorte van haar tweede dochter Emma met klem om géén roze kleding cadeau te doen. ‘Bij onze oudste dochter lag de kast in een mum van tijd vol roze spullen. En dat wilde ik niet. Ik snakte naar neutraliteit, omdat ik mijn dochters ook zo wil opvoeden. Houten speelgoed, de kamer in een neutrale kleur en geen typische meisjeskleren.’

Wat betekent het om een jongen of meisje te zijn? Wat wordt er dan van je verwacht?

Ook na de babytijd gaat het nog door. In de leerboeken op school wordt er steevast over brandweermannen en verpleegsters gesproken. Ook in speelgoed en leesmateriaal is de opdeling groot. Zelfs Lego heeft nu een jongens- en meisjescollectie. Ninjago of Star Wars, dat koop je voor je zoon. De dochter krijgt Lego Friends in roze en paars cadeau. Speelgoedfabrikanten spelen meer dan ooit op de indeling m/v in. Net als de textielsector. Vroeger was kinderkledij vaak min of meer uniseks, vandaag hebben jongens en meisjes elk een eigen afdeling.

Uiteindelijk moet er een studiekeuze gemaakt worden en laten jongeren zich nog vaak leiden door vastgeroeste ideeën en verwachtingen. Humane wetenschappen trekken driemaal meer meisjes dan jongens aan, in wiskunderichtingen zitten dan weer dubbel zoveel jongens. Gevolg? Ongelijke kansen op de arbeidsmarkt en een ongelijke verdeling van vrouwen en mannen over de verschillende sectoren.

De typische ‘vrouwenjobs’ zijn bovendien vaak de minst betaalde. ‘We streven al jaren naar een gelijke behandeling van man en vrouw op allerlei niveaus’, stelt professor Marysa Demoor, voorzitter van het Centrum voor genderstudies. ‘Op de arbeidsmarkt of in de politiek. Toch slagen we er maar niet in om dit recht te trekken. Ook het feit dat de taken thuis nog altijd niet worden verdeeld zoals het moet, speelt hierin een grote rol. Een genderbewuste opvoeding kan zoveel oplossen. Het kan onze kinderen doen inzien dat die gelijke verdeling zo noodzakelijk is.’

Geen prinsen en prinsessen

Wat betekent het om een jongen of meisje te zijn? Wat wordt er dan van je verwacht? We hebben er allemaal ideeën over, weet Helena Bonte. ‘Vaak zijn het clichés die bewust of onbewust ons gedrag en het gedrag van zoon of dochter bepalen. De genderbewuste opvoeding is erop gericht dat te vermijden en ervoor te zorgen dat kinderen zich vrij kunnen ontwikkelen. Om uiteindelijk keuzes te maken die gebaseerd zijn op hun persoonlijkheid, los van de hardnekkige stereotypen. Want net die genderstereotypen beperken hun ontdekkingstocht. Ze verhinderen dat bepaalde activiteiten uitgeprobeerd worden en zo worden jongens en meisjes onbewust in een bepaalde richting geduwd.’

‘De onuitgesproken norm dat meisjes lief en jongens stoer moeten zijn, verhindert onze kinderen zich te ontwikkelen tot wie ze werkelijk zijn’

Steeds meer ouders willen dat vermijden door hun kinderen genderbewust op te voeden. Het Britse koppel Beck en Kieran haalde dit jaar alle Britse kranten. Hun baby Sacha kreeg een ‘genderneutrale’ naam, mocht spelen met wat hij wilde en koos zelf kleertjes. Het gezin had ook geen televisie en zo wilden Beck en Kieran hun kind, een zoon, vrijwaren van stereotypen. De Zweedse crèche Egalia in Stockholm streeft datzelfde doel na. Jongens mogen er in de poppenhoek, meisjes worden aangemoedigd om met de stoere legoblokken te spelen. Verhalen over prinsen en prinsessen worden gemeden.

Papa poetst

Ook dicht bij huis kiezen sommige ouders heel bewust voor de genderbewuste opvoeding. Zoals Gilles, alleenstaande vader van Seppo (9). ‘Ik groeide zelf op in een ruimdenkende familie. Mijn ouders waren pas twintig toen ze mama en papa werden. Toen mijn moeder ziek werd, nam mijn vader de rol van papa én mama op zich. Ik zag mijn vader poetsen en strijken en vond dat heel normaal. Mijn ouders hebben me altijd gezegd dat ze me vooral gelukkig willen zien. Het maakte niet uit of ik later voor een vrouw of man zou kiezen, als ik maar voor een goede partner ging. Mijn keuze om Seppo genderbewust op te voeden is een logisch gevolg van wat ik zelf als kind gezien en gehoord heb. Seppo mag spelen met om het even welk speelgoed. Hij had vroeger een pop. Maar hij is ook zot van Star Wars. En hij speelt voetbal. Die keuzes mag hij helemaal zelf maken.’

Een verhaal van verwachtingen: boys will be boys of genderneutraal opvoeden?
© Getty Images/iStockphoto

‘Ik wil mijn zoon meegeven dat jongens en meisjes helemaal gelijkwaardig zijn. Ook voor hem is dit nu een evidentie. Ik zie jongetjes van zijn leeftijd die meisjes helemaal niets vinden. Alsof ze er zelfs een beetje vies van zijn. Bij Seppo merk ik daar niets van. Integendeel zelfs. Hij is erg geïnteresseerd in hen en als hij vindt dat er iets onrechtvaardigs gebeurt omdat het meisjes zijn, zal hij de eerste zijn om een stap naar voren te zetten. Hoe jong hij ook is. Seppo is een jongetje dat erg goed in zijn vel zit. Ik merk vaak dat hij rijper is dan heel wat leeftijdsgenootjes. Hij danst en speelt toneel en praat daar ook open over met zijn vrienden. ‘Heb je Billy Elliot al eens zien dansen?’, vraagt hij als ze hem erop wijzen dat dansen wel heel erg gay is. Dan komt er vaak een gesprek op gang en blijft hij trots zijn passie verdedigen. ‘Goed bezig’, denk ik dan trots. Ik ben ervan overtuigd dat hij door de bagage die hij van mij én van zijn moeder meekrijgt een pak sterker in het leven staat.’

Jongens in een prinsessenjurk ‘mietje’ noemen en boomklimmende meisjes ’tomboys’, daar moeten we ook volgens Helena Bonte zo snel mogelijk van af. Bonte: ‘De onuitgesproken norm dat meisjes lief en jongens stoer moeten zijn, verhindert onze kinderen zich te ontwikkelen tot wie ze werkelijk zijn.’

Varieer. Er is niets mis met auto’s en poppen. Het is geen of-ofverhaal. Auto’s én poppen, dat kan perfect.

Dat hadden ook de ouders van Maja (35) al snel door. Maja: ‘Ik was een verlegen kind dat bang was voor van alles en nog wat. Van de grote kinderen op school. Van het monster onder mijn bed. Van het veel te diepe zwembad. Van de vader van mijn beste vriendinnetje omdat hij zo’n bulderstem had. Ik herinner me nog dat ik jaloers was op de kinderen uit mijn boeken die nergens bang voor waren. En ja, het waren meestal jongens. Ik wilde ook zo zijn. Dus fietste ik op een dag razendsnel onze steil aflopende straat af en kwam ik tegen een auto terecht. Of ik probeerde dan toch zo hoog mogelijk die boom in te klimmen en lag even later met een bult op mijn voorhoofd en een gehechte knie op de bank. Toch bleven mijn ouders rustig, ik mocht telkens opnieuw beginnen. Mijn vertrouwen groeide. Uiteindelijk bleef er nog weinig van dat angstige kind over. Pas jaren later vroeg ik mijn moeder waarom ze me steeds weer liet doen, ook al wist ze dat de kans op hechtingen groot was. ‘Ik wilde jou besparen wat ik als kind had meegemaakt’, zei ze. Zij had wel een moeder die alle risico’s vermeed en haar dochter erg kort hield. Terwijl haar vriendinnen de wereld ontdekten, mocht zij niets. En dat vond ze zo erg.’

Een recente studie aan de universiteiten van Iowa en Pennsylvania wees uit dat ouders vier keer zo vaak ‘Pas op’ zeggen tegen hun dochter als tegen hun zoon. Collega’s van de universiteit van Ontario ontdekten dat jongens worden aangemoedigd om van een brandweerpaal af te glijden, terwijl meisjes werden gewaarschuwd en veel vaker geholpen. Dat onderzoek kaderde in een bredere studie, waaruit bleek dat jongens systematisch aangemoedigd worden om risico’s te nemen, terwijl meisjes gewaarschuwd worden voor hun kwetsbaarheid. Dat laatste idee leeft nog steeds. Marthe is mama van Emilia (6) en Boaz (4). ‘Ook ik waarschuw mijn dochter vaker dan mijn zoon: ‘Pas op’ – ‘Doe dat niet’ – ‘Doe voorzichtig’. Mijn moederinstinct levert vaak strijd met de feministische gedachtegang. En ik geef het niet graag toe maar mijn instinct wint meestal.’

De opvoeding speelt zo’n belangrijke rol in hoe we later met gender omgaan, bevestigt Helena Bonte met klem. ‘De wereld zou er zo anders uitzien als we met z’n allen genderbewust gingen opvoeden. Dat is vaak een kwestie van creatief omgaan met de dingen die aanwezig zijn. Stap af van blauw versus roze en kies voor kleuren tussenin, zoals geel, groen, rood en oranje. En varieer. Er is niets mis met auto’s en poppen. Het is geen of-ofverhaal. Auto’s én poppen, dat kan perfect. Net als ballet én voetbal. Laat je kind zoveel mogelijk uitproberen. Houd de mogelijkheden breed.’

‘Let als ouder ook op je taalgebruik. Vermijd stereotypen als ‘Wie van de meisjes wil naar K3?’ of ‘Jongens, willen jullie naar Spiderman kijken?’ Ga spontaan met je dochter klimmen en met je zoon de stad in. Als je kinderboeken koopt, kies dan voor verhalen zonder specifieke jongens- en meisjesaanduiding. Stimuleer je kinderen ook om samen te spelen. Hoe duidelijker we onze kinderen al op jonge leeftijd indelen in meisjes versus jongens, hoe groter de kans dat ze ook later geloven in een wereld die is opgedeeld in mannen en vrouwen. Vul de taken thuis niet clichématig in. Als papa ook kookt en poetst en mama de auto wast en in de tuin werkt, zien kinderen al snel in dat de klassieke taakverdeling nergens voor nodig is.’

Wie heeft er ambitie?

Naast opvoeding speelt ook het onderwijs een grote rol als we onze kinderen een genderbewuste opvoeding willen meegeven. ‘Het onderwijs kneedt onze toekomst’, stelt Marysa Demoor: ‘Maar net daar merken we dat stereotypen al van jongs af aangeleerd worden. Onze leerboeken moeten drastisch vernieuwd worden en ook in de leerkrachtenopleiding zou het genderbewust lesgeven veel meer aandacht moeten krijgen. We moeten met zijn allen die nieuwe wereld instappen. Maar er is nog zo’n weg te gaan. We zijn er nog niet.’

Denk maar aan de discussie die deze zomer op Twitter en in opiniestukken is uitgevochten over vrouwen en ambitie. Ze zouden het van nature niet zijn, zei een journalist. Ambitie heeft niets met biologie en alles met cultuur te maken, was het tegenargument. Het is veel ingewikkelder dan dat, wisten wetenschappers. Ambitie is niet eens een duidelijk te definiëren begrip, toeterde een filosoof. Veralgemeningen en gemiddelden zeggen niets over de realiteit, vonden mensen met gezond verstand. ‘Dat soort discussies kunnen we vermijden. Als we onze kinderen laten inzien dat gelijkheid tussen jongens en meisjes niet meer dan normaal is, dan zijn we al een heel eind.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content