Vrouwen en mannen zijn gelijkwaardig, maar biologisch uiteraard niet gelijk. Toch zijn heel wat wetenschappelijke studies voornamelijk gebaseerd op resultaten van mannelijke proefpersonen. Zeker binnen de sportwetenschappen is dit het geval, meldt een nieuwe studie op Science News.
Amper een derde van de proefpersonen in klinische studies zijn vrouwelijk, en in studies die zich enkel op cellen baseren is de situatie nog schrijnender: een review van deze onderzoeken, gepubliceerd in het vakblad Surgery, toont aan dat 71% van de studies (waarin het geslacht van de cellen vermeld werd) enkel mannelijke cellen onder de microscoop plaatsten.
Gezien wat gebruikelijk is in de wetenschappelijke wereld zijn de resultaten die Bethany Brookshire vandaag op Science News bekendmaakte niet zo wereldschokkend. Ze onderzocht medische studies met betrekking tot sport en revalidatie en merkte op dat de artsen zich vooral focusten op mannelijke atleten. “Vrouwen moeten sowieso al knokken tegen vooroordelen en partijdigheid in de sportwereld, maar blijkbaar moeten ze ook knokken tegen die partijdigheid in het sportonderzoek.”
“Eerder 50/50”
In 2014 publiceerde de Britse sportpsycholoog Joe Costello al een studie die deze partijdigheid bevestigde. Hij analyseerde 1382 wetenschappelijke artikels gepubliceerd tussen 2011 en 2013, artikels die gebaseerd waren op resultaten bij in het totaal meer dan 6 miljoen deelnemers. 39% van die deelnemers was vrouwelijk.
“Dat is niet voldoende”, liet Costello optekenen. “Die percentages zijn misschien wel een representatie van het percentage vrouwen dat werkelijk professioneel sport, maar het is absoluut niet realistisch wanneer je kijkt naar het percentage vrouwen dat aan amateursport, zoals hardlopen, doet. Daar is het meer 50/50, en de studies waarop artsen en kinesisten die deze vrouwen behandelen bij bijvoorbeeld een blessure zich baseren geven dat helemaal niet weer” schreef Costello in 2014.
Vooral in studies gericht op sportieve prestaties
Brookshire wilde weten of er sinds de bekendmaking van die resultaten al iets veranderd is en nam relevante artikels die gepubliceerd waren tijdens de eerste vijf maanden van 2015 onder de loep. In het totaal bestond haar studiemateriaal uit 188 artikels, gebaseerd op de resultaten van 255000 proefpersonen. “Van de 1888 studies bevatte 138 of 73% wel eens een vrouw”, schrijft ze. “Maar over het algemeen was slechts 42% van de proefpersonen vrouwelijk. 27% van de studies focuste zich enkel op mannen, 4% had enkel oog voor atleten van het vrouwelijke geslacht.”
Het grootste verschil was merkbaar in studies gericht op sportieve prestaties, met name in het hardlopen. Van de 4000 proefpersonen die onderzocht werden voor 29 verschillende studies was slechts 3% vrouwelijk, en dat terwijl de werkelijke cijfers van zij die hardlopen toch een heel ander evenwicht weerspiegelen.
Volgens “State of the Sport” rapport van het Amerikaanse hardloopmagazine Running USA is 43% van de mensen die een marathon uitlopen vrouwelijk, is 58% van de deelnemers aan een 5 kilometerloop vrouwelijk en ligt dat percentage nog hoger voor 10 kilometer (59%) en de halve marathon (61%).
Vrouwen die hun prestaties dus willen verbeteren, blessures laten behandelen of studies lezen om hun geliefde sport beter, gezonder en langduriger te kunnen beoefenen lezen dus hoogstwaarschijnlijk wetenschappelijke artikels die niet afgestemd zijn op hun lichaam.
