Wie was Willy Van Der Meeren? Portret van een groots modernist en humanist
Dit jaar zou hij honderd zijn geworden. Willy Van Der Meeren, de vernieuwende architect en bedenker van bijzondere meubelen, wordt geëerd tijdens de vijfde editie van de Brussels Biennale of Modern Architecture. Portret van een grote Belgische modernist.
Een geëngageerd humanist, die zeer begaan was met de maatschappelijke impact van de architectuur. Dat was Willy Van Der Meeren in het kort. Zijn creaties onderscheiden zich door hun verbazingwekkende eenvoud en felle kleuren. Van Der Meeren studeerde in 1948 af aan La Cambre en werd verder gevormd door twee grote persoonlijkheden van het modernisme: Louis-Herman De Koninck (1896-1984) en Victor Bourgeois (1897-1962). “Ik heb het bouwersvak geleerd bij De Koninck; de filosofie van het bouwen van Bourgeois”, zei hij. Liever dan architect noemde hij zichzelf een ‘ontwerper van gebouwen’. En als voorstander van grote woonensembles was het zijn doel om iedereen een fatsoenlijke woning te bezorgen tegen een betaalbare prijs. Om dit te bereiken, gebruikte hij gestandaardiseerde bouwsystemen en industriële prefab. Al het overtollige schrapte hij. “Waarom zou je een huis groter maken dan nodig? En wie zou dat betalen?” vroeg hij zich hardop af. Voor Van Der Meeren was Le Corbusier een groot voorbeeld. Hij tekende dan ook zijn plannen volgens diens Modulor-systeem, waarin alle verhoudingen gebaseerd zijn op een man van 1,80 m.
Dankzij de burgemeester van Evere, Franz Guillaume, kon hij daar verscheidene collectieve woningen bouwen. Hij bouwde ook tal van individuele huizen in Brussel. Tijdens de biënnale, die nog tot zondag loopt, kun je een aantal van deze constructies bezoeken.
Brussel, ville radieuse
Tussen 1950 en 1970 realiseerde Van Der Meeren een reeks opmerkelijke gebouwen voor de gemeente Evere, waaronder een gebouw van 12 verdiepingen met 105 appartementen voor de sociale huisvestingsmaatschappij Ieder Zijn Huis. Duidelijk geïnspireerd door de wooneenheid van Le Corbu in Marseille (1947), voorzag hij in deze constructie op palen gemeenschappelijke voorzieningen, zoals een dakterras en binnenstraten. De ramen in deze verticale tuinstad zijn op een speelse en abstracte manier in de gevel geplaatst, als een puzzel. Hierdoor kan het daglicht maximaal binnenstromen, en kunnen zowel kinderen als volwassenen van het uitzicht genieten.
Het interieur geeft blijk van zijn voorkeur voor kleur, met blauwe, rode of gele toegangsdeuren, waar een L-vormig gebogen stalen handvat uitsteekt, zijn beroemde signatuur. Om ontmoetingen tussen buren aan te moedigen, is er om de drie niveaus een gang die de appartementen van één niveau bedient en verbindt met het gelijkvloers en de hoger gelegen verdiepingen. Ze vormen echte straten in de openlucht.
Hij deed een beroep op verschillende kunstenaars om kleurrijke fresco’s en een monumentale sculptuur in de inkomhal en de tuin te creëren: Jo Delahaut, Rik Poot en Jean-Pierre Tuerlinckx. Hij zou meerdere gebouwen van dit type bouwen, maar het onverwachte overlijden van burgemeester Guillaume na de oplevering van het eerste gebouw maakte een einde aan het project.
Plastische expressie
Op een hoekperceel in Etterbeek bouwde Van Der Meeren een woning met 7 slaapkamers voor het grote gezin van advocaat Verhaegen. Blikvanger is een imposante betonnen pilaar, zonder structurele rol, waar enkele rechthoeken in zijn uitgespaard. Deze pilaar drukt ruimtelijkheid uit, balancerend tussen lichtheid en kracht.
Terug in Evere gaf hij in 1962 een volledig beglaasde benedenverdieping met geometrisch raamwerk aan een fotograaf genaamd Weyers. Het ontwerp van de raamlijsten vormt een abstract schilderij, in alle transparantie. Het huis werd opmerkelijk gerestaureerd door het bureau B-bis architecten, en bevat nog veel ingebouwde meubelen van de architect. Beide huizen zijn geopend tijdens de Biennale of Modern Architecture.
Huis uit de fabriek
Begin jaren vijftig werkte Van Der Meeren samen met architect Léon Palm (1922-1992) aan de bouw van een EGKS-prefabhuis voor de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Hij beet zich vast in een unieke verkenning van geïndustrialiseerde huisvesting. Deze huizen moesten een antwoord bieden op de grote vraag naar huisvesting voor arbeiders en mijnwerkers. Hij bedacht een woning van minimaal 100 m2, die in een maand tijd gebouwd kon worden, van alle gemakken en comfort voorzien, voor nog geen 4000 euro. Tegen dit revolutionaire project kwam er evenwel verzet van de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken (NMGWW), die er schandalige concurrentie voor het handgebouwde huis in zag. Het project werd nooit op grote schaal uitgevoerd, slechts acht exemplaren werden er gebouwd in Tervuren, aan het Vierwindenbinnenhof. Een ervan werd bewoond door Willy Van Der Meeren zelf en zijn gezin.
Ingebunkerd
Midden in de velden, op de top van de hoogste heuvel van het Pajottenland in Lennik, staat het Roelantshuis (1962), de laatste individuele woning die Van Der Meeren ontwierp. De opdrachtgever is Maurice Roelants, dichter, schrijver en oud-conservator van het kasteel van Gaasbeek, waar hij vanuit zijn huis op uitkeek. Het is een soort bunker, die bestaat uit twee in elkaar grijpende lichtgrijze betonnen schalen, geflankeerd door twee zwarte schoorstenen. Hij is perfect geïntegreerd in de omliggende natuur en heeft een aerodynamisch profiel dat 60 jaar later nog altijd even modern oogt. Uit zijn organische vorm spreekt Van Der Meerens inventiviteit. Het ontwerp is verrassend eenvoudig en herbergt een heldere en functionele ruimte, met verschillende meubelen ontworpen door de architect: kasten, planken, een bank en metalen open haard. De muren en plafonds zijn volledig bedekt met terracotta tegels, waardoor een zeer grafisch raster ontstaat.
Tussen 2013 en 2016 werd de woning door Callebaut Architecten zorgvuldig in haar oorspronkelijke staat hersteld. Tegenwoordig wordt ze gebruikt als kantoor- en tentoonstellingsruimte, en soms opengesteld voor het publiek.
Meubelen vol levensvreugde
Van Der Meeren wordt ook beschouwd als een van de belangrijkste naoorlogse meubelontwerpers in België. Ze zijn eenvoudig van structuur, speels en tijdloos. Net als zijn architecturale werk tonen ze de sociale betrokkenheid van de architect, aangezien ze bedoeld waren voor woningen van de middenklasse. Met felle kleuren en een subtiele elegantie creëert hij sfeervolle en functionele meubelen.
Voor de firma Tubax in Vilvoorde, gespecialiseerd in goedkope kantoormeubelen, ontwierp hij van 1951 tot 1958 een volledige catalogus meubelen voor ‘het hedendaagse huis’. Om kosten te besparen, zijn ze gemaakt van gestandaardiseerde elementen van hout en staal.
Vandaag zijn er op de tweedehandsmarkt nog stukken te vinden, gesigneerd door Van Der Meeren. Delphine Neuprez, oprichtster van La Maison Bruxelloise, gespecialiseerd in vintage meubelen: “Zijn lijn van schoolmeubilair voor Tubax is emblematisch. De rode, gele en blauwe formica elementen fleuren de klaslokalen en refters op waar destijds ‘warme maaltijden’ werden geserveerd. Als je hier bent opgegroeid, heb je er vast weleens kervelsoep of gegratineerde witlof van gegeten…”
Liefhebbers moeten rekenen op 150 à 200 euro voor een stoel voor een volwassene, en 250 euro voor een kinderensemble bestaande uit een tafel met twee stoelen.
Brussels Biennale of Modern Architecture, van 18 tot 23 april. Info en reservaties: bbma.be.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier