Een brokje Brazilië in Brussel: binnenkijken in een postmodern penthouse met veel hout

Een postmodern duplex penthouse werd geïnfuseerd met een shot tropisch modernisme, invloeden van kunstenaar César Manrique en veel warm hout. Een brokje Brazilië in Brussel.

Het huis van je buren komt één keer in je leven te koop. Het is een huizenhoog cliché, maar wel een om rekening mee te houden. Als de woning naast jou vrijkomt, moet je overwegen om toe te slaan. Het overkwam de eigenaars van deze Brusselse duplex. Toen het ontwerp voor hun appartement bijna helemaal op punt stond, konden ze plots ook de aanpalende unit kopen. Een buitenkans, niet alleen voor de bewoners, maar ook voor Veerle Van de Walle en Francesca Bonne, het duo achter architectuur- en designbureau Altu. “Plots hadden we de mogelijkheid om de tussenmuur tussen beide appartementen uit te breken”, zegt Van de Walle. “Dat was letterlijk de doorbraak voor dit project. Want daardoor kon de trap worden verplaatst naar de nieuwe vide. Dat bleek het sleutelelement in het project. De dubbele duplex kreeg een interessantere lichtwerking, groter ruimtegevoel en mooiere zicht­assen.”

De grid van de houten claustra’s komt terug in de kastfronten in de keuken, afgewerkt met een eighties werkblad en spatwand in porfier. De lampen in houtfineer zijn van Hans Agne Jakobsson. © De Pasquale + Maffini
Het maatwerk zit vol details, die je niet meteen opmerkt. Het bed is een eigen ontwerp van Altu. © De Pasquale + Maffini

Schelp van hout

Door alle overtollige kamertjes en tussenwanden uit te breken, legde Altu de originele structuur van de duplex bloot. Inclusief het helmvormige dakgebinte, typisch voor de postmoderne architectuur van de jaren 90. In die periode bevrijdde de architectuur zich van het rationele, strakke modernisme, dat kille eenheidsworst had opgeleverd. Er was weer ruimte voor vrije vormen, fantasie, expressieve kleuren, niet-evidente materialen en experimentele ruimtelijke oplossingen. Hoe radicaal ook, het postmodernisme leverde heel wat gebouwen op die onze grenzen van de smaak uitdagen. Toch moeten architecten van vandaag een antwoord bieden op dat zogenaamd ‘foute’ patrimonium. En dat maakt dit renovatieproject zo fris.

De rondingen van de trap vertalen zich ook in de kastenwand aan de eethoek. De driepotige Costes-stoel van Philippe Starck is een subtiele PoMo-referentie van Altu. © De Pasquale + Maffini
De monumentale centrale trap is een duidelijke knipoog naar het tropische modernisme van César Manrique, de Spaanse kunstenaar-architect die zijn stempel drukte op de architectuur in Lanzarote. © De Pasquale + Maffini

“Het postmodernisme is niet meteen een stijl die bekendstaat als smaakvol, gezellig of huiselijk. Maar net daarom vonden we het een uitdaging om er iets hedendaags mee te doen. Als je door de foute kleurkeuzes kijkt, kun je best wel boeiende elementen vinden. In plaats van al die typische jaren 80 en 90-elementen resoluut weg te halen, hebben we er enkele in de verf gezet. Zoals die opvallende pilaren, die lofty volumes of dat typische dakgewelf. Door dat dak aan de binnenkant in hout te bekleden, creëerden we een gevoel van geborgenheid. Op de onderste verdieping lag sowieso al wengé parket. Dus de woning is op de vloer en het plafond omwikkeld in hout”, zegt Bonne.

Met grote plantenbakken en tropische kamerplanten bracht Altu de natuur heel nadrukkelijk naar binnen. © De Pasquale + Maffini

Altu voegde zelf nog enkele postmoderne elementen toe, gelukkig goed gedoseerd. Het opvallendst zijn de vintage Costes-stoeltjes (1984) van Philippe Starck rond de eettafel, een eigen ontwerp in Braziliaanse sfeer. Maar ook het keukenblad in porfier is een typisch materiaal uit die tijd. De ritmische claustra’s in hout behoren evengoed tot de postmoderne woorden­schat, weliswaar hier uitgevoerd in een warm hout, dat aansluit bij de rest van de duplex. ‘Een mooi contrast met de witte kalkvloer van de bovenste verdieping, die uitziet over de Brusselse binnenstad.’

© De Pasquale + Maffini
Van twee duplexen in een postmodern Brussels gebouw maakte Altu een hedendaags doorzonappartement vol gesofisticeerde details. De vintage bureaustoel is een Cobra van Giotto Stoppino. © De Pasquale + Maffini

Frisse combinatie

Je kunt er moeilijk de vinger op leggen, maar de architectuur en interieurvormgeving van Altu doet op een eigenaardige manier altijd vertrouwd aan. Hun werk is geworteld in de 20ste-eeuwse architectuurtraditie, maar ziet er toch tijdloos uit, omdat ze uiteenlopende invloeden op een frisse manier combineren tot iets vernieuwends. Het postmodernisme was hier het onevidente vertrekpunt. Maar dat mengden ze met het tropische modernisme van Luis Barragán, een andere architectuurreferentie die in dit project doorschemert. Maar dan zonder het flashy roze, oranje of geel van de Mexicaanse architect.

Kobaltblauwe tegels – ook al een tropische referentie – komen terug in de haard en in de badkamer. © De Pasquale + Maffini
© De Pasquale + Maffini

De geïntegreerde plantenbakken, de organische vormentaal, de kobaltblauwe tegeltjes en het trap­volume doen dan weer enorm aan de architectuur van César Manrique denken: de Spaanse kunstenaar die vanaf de jaren 60 van Lanzarote een architectuurbestemming maakte. De draaitrap in Brussel zou zelfs rechtstreeks uit Mirador del Rio, de meest iconische architecturale creatie van Manrique, kunnen komen. En ook de blauwe tegels in de badkamer en de centrale haard – een Altu-classic – geven een vakantievibe. “De eigenaars wilden graag de natuur binnentrekken in hun duplex penthouse. Maar in plaats van een urban jungle te creëren met losse kamerplanten, hebben we een soort trapvormige sculpturale binnentuin ontworpen met tropische planten die gecontroleerd kunnen beginnen woekeren”, zegt Veerle Van de Walle. Een brokje Brazilië in Brussel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content