Binnenkijken: ingesloten burgerwoning wordt speelse stadswoning vol licht, kleur en verrassing

© Jan Verlinde
Amélie Rombauts
Amélie Rombauts Journalist Knack Weekend

Hoe injecteer je licht, lucht en kleur in een statig herenhuis ingesloten door koterijen? Met een indrukwekkende blauw-paarse sas die maar liefst drie verdiepingen overspant, bedachten architecten Saar Meganck en David Dhooge.

“Het was een immens doolhof”, herinnert Saar Meganck zich van het eerste bezoek aan het nieuwe huis van Yole en Simon. Het koppel juristen kocht de statige burgerwoning, vlak bij het Gentse Sint-Pietersstation, van een oude dame. Decennialang gebruikte ze enkel de gelijkvloerse verdieping. Aan de authentieke elementen – uit 1912, zo schatten ze – was niet geprutst. De glasramen boven de voordeur, de mozaïekvloer in de inkomhal, de met stillevens beschilderde plafonds en hun sierlijsten waren ontsnapt aan de verbouwingsgolf met haar planchetten en verlaagde plafonds uit de jaren zeventig en tachtig. Voeg daar nog een uitstekende locatie en een ruime, zuidgerichte stadstuin aan toe en je begrijpt helemaal waarom het stel overstag ging.

© Jan Verlinde

Al was die droomtuin op dat moment ver te zoeken. Een allegaartje van bijgebouwen en nog wat koterijen erbovenop, verbonden via een diensttrap, blokkeerde niet alleen het zicht op de tuin, maar ook alle zonlicht. “Het was er donker en met een cluster aan gangen en kamers ook heel onrustig”, gaat Meganck verder. “Het uitzuiveren van de ruimte was de eerste uitdaging.”

Omdat de bewoonbare oppervlakte te groot was voor het gezin van vier, stelden de architecten voor om juist minder te bouwen. Een grote opkuis volgde, waardoor de tuin ettelijke vierkante meters kon winnen. “Toen alle koterijen waren verdwenen werd pas duidelijk hoe uitzonderlijk breed het perceel was”, vult David Dhooge aan. “Dat wilden we accentueren door net in de hoogte te werken. Met een nieuwe achtergevel die tot in de kelder duikt konden we alles oplossen.”

het invallende zonlicht wordt weerkaatst in de glanzende tegels van de nieuwgebouwde sas. © Jan Verlinde

Roept u maar

Vanuit de knusse woonkamer die op de kinderspeelkamer aan straatkant volgt, krijg je al meteen een glimp van wat hij bedoelt. Blauwe, glanzende tegels weerkaatsen het invallende zonlicht door de immense glazen tussendeuren. Eens daardoorheen kom je in een indrukwekkende, lichtrijke vide die drie verdiepingen overspant. Het contrast met de pasteltinten en de klassieke plafonds uit de voor- en middenkamer kan niet groter zijn. Het balkon en de verschillende ramen die op de keuken uitkomen, doen denken aan een theaterdecor. “Heren­huizen uit die tijd waren typisch sterk verkamerd. Toen was het de gewoonte om je te kunnen terugtrekken in een eigen ruimte, afgezonderd van de rest”, weet Meganck. “Die geborgenheid wilden we behouden, maar ook aanvullen met één ruimte waarop alle andere zouden uitkomen. Een soort sas tussen binnen en buiten, maar evengoed een hart waar het gezin op verschillende momenten van de dag in verbinding kan staan met elkaar.” Yole vertelt hoe ’s avonds, in de gloed van de ondergaande zon, de ene ouder op het binnenbalkon een boekje voorleest aan de kinderen, terwijl de ander aan het fornuis staat, of hoe broer en zus zich er verschansen om verstoppertje te spelen. “Dat neemt niet weg dat er nog altijd veel in huis wordt geroepen. Maar we horen elkaar tenminste meteen”, lacht ze.

Om het nieuwe volume met het oude deel van de woning te verbinden, waar warme tinten in de oude plafondschilderingen voorkomen, koos het architectenduo voor verschillende tinten paars. Handgemaakte lampen door Jos Devriendt kregen een prominente plaats. © Jan Verlinde

Regenboog in huis

Buiten hebben de gevelbrede, strak geritmeerde vensters, de bijbehorende luifels en het ronde bovenraam wat weg van een Bauhaus-villa. De stijl gaat lijnrecht in tegen de sierlijke, vooroorlogse voorgevel in rode baksteen, met typische erker en balkon. “Als we een ingreep doen, kiezen we ervoor een andere vormentaal te hanteren dan de bestaande. We hebben het niet zo voor pastiche”, vertelt Meganck. “Wat niet wil zeggen dat het in schreeuwerig contrast moet staan met het oude. Hier zie je ook klassieke elementen. Het ronde raam is er een van, net als de luifels die de harde zuiderzon temperen, maar ook de keukenopstelling. Een aanrecht aan het raam is best traditioneel.”

© Jan Verlinde

De grote lichtpaarse vlakken rondom zijn een hedendaagse vertaling van de lambriseringen in het oude deel van het huis. Ze geven een menselijke schaal aan de vide waarin je anders verloren zou lopen. “Over de blauwe tegels hadden we al snel een beslissing genomen, al in de ruwbouwfase. We grijpen met die kleur terug naar de voordeur. Voor de speel- en woonkamer kozen we voor warme pasteltinten die in de oude plafondschilderingen voorkomen. De overgang tussen oud en nieuw, warme en koele kleuren, mocht niet te abrupt zijn. Zo kwamen we snel uit op paarstinten”, legt Saar Meganck uit. Elke kamer onderging dezelfde aanpak. In de slaapkamer van de jonge ouders wordt het groen van de boomkruinen waarop ze uitkijken herhaald. De kleur van het balkon is een afgeleide van de paarse keuken en de roze badkamer, terwijl de stalen pergola nog een andere rozetint toont dan de achtergevel. “Het is makkelijk om alles in het wit te steken. Dan moet je er niet over nadenken. Maar dan ontloop je ook elke vorm van nuance, van schaduw­vorming of profilering. Dan wordt alles vlak, als een kwak mayonaise.” Meganck is momenteel aan het doctoreren rond kleurcompositie, materialiteit en textuur in de architectuur aan de Architectuur Academie Maastricht en de KU Leuven. Ze vertrekt vanuit de archieven van Wim van Hooff, de kleuradviseur binnen de Bossche School. “Al is het uitgesproken kleurgebruik bij deze woning vooral een weerspiegeling van de smaak van Yole.” Net als Simon lachen beide architecten vol sympathie naar Yole. “Met de donkere outfit die ik nu aanheb, zou je dit niet meteen verwachten,” legt ze uit, “maar lange tijd stond ik in mijn vriendengroep bekend als ‘de regenboog’.” De kleren maken niet langer de vrouw, dat doet haar huis.

De architecten creëerden een gezellige zithoek in de erker van de slaapkamer van Simon en Yole. Hier baadt alles in het groen. © Jan Verlinde
De gordijnen en de afwerking in Mortex zorgen voor een gemoedelijke sfeer in de badkamer, die zich net onder de zolder bevindt. Achter het bad en de wastafels gaat een dressing schuil. © Jan Verlinde
© Jan Verlinde
De pergola, een paar tinten feller roze dan de achtergevel, zal met de tijd overgroeid worden door klimplanten. Zo wordt inkijk door de buren tegengehouden. © Jan Verlinde

Saar Meganck (44) 
en David Dhooge (46)

Beiden zijn ingenieur-­architect.

Meganck startte snel haar eigen praktijk, Dhooge werkte jarenlang bij Stéphane Beel vooraleer hij in 2015 zijn vrouw vervoegde en Dhooge & Meganck Architectuur ontstond.

Hun hart gaat vooral uit naar complexe en sociaal-maatschappelijke opdrachten. ­Recent wonnen ze een BIS architectuurprijs 2023 voor De Porre, een reconversie van een oude textielsite tot duurzame wijk. Mosterd­fabriek Camp’s in Oudenaarde werd genomineerd voor een Mies van der Rohe Award. Momenteel werken ze aan het masterplan van de Gentse Meulestede en de vervangbouw van 300 sociale woningen.

Beide bouwen ook een academische carrière uit.

dhoogemeganck.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content