Binnenkijken in de urban jungle van Atelier Atopia: ‘Ons interieur leeft, in elke zin van het woord’

Atelier Atopia
© Mr. Frank
Amélie Rombauts
Amélie Rombauts Journalist Knack Weekend

Fransen met eigenzinnige ideeën over architectuur, interieur en kamerplanten vinden elkaar in Brussel. Samen vormen ze Atelier Atopia. “Landschapsarchitecten voor buiten kent iedereen al. Wij zijn paysagistes d’intérieur, landschapsarchitecten voor binnen.”

Op de hoogten van Vorst kijkt een rij woontorens uit op de honderdjarige beuken van het Dudenpark, een stukje onaangeroerd Zoniënwoud dat tot in onze hoofdstad reikt. De late-sixtiesgevels lijken allemaal wat op elkaar, en aan weerskanten van de gemeenschappelijke ingang van één ervan bevinden zich tientallen opeengestapelde identieke appartementen. De woonkamer met een terras en de keuken liggen aan straatkant. Een gang met grote opbergkasten leidt langs de badkamer naar twee slaapkamers. Beide ‘vleugels’ netjes gescheiden door de inkomhal. Klassiek en oerdegelijk, vinden Lucie en Alexandre, oprichters van Atelier Atopia.

Atelier Atopia
Rechts van Lucie en Alexandre staat een van hun creaties. In plaats van op een vuilnisbelt te belanden doet de Componibili van Kartell dienst als bloempotlamp waar verschillende tropische planten wortel schieten. © Mr. Frank

Als ik hen mag geloven, hebben de andere inwoners van het gebouw alles gestript of het grondplan omgegooid. Samen met een zesentachtigjarige buurvrouw, “de eerste die destijds haar intrek nam in het gebouw”, vormt het koppel Fransen de uitzondering op de verbouwkoorts van de buren. Aan de keuken van metaal in dat typische sixtiesblauw, aan de terrazzovloer en het parket of aan de groene badkamermeubels – en helaas ook aan de leidingen, grapt Alexandre – was sinds de oplevering niet meer geraakt toen ze het kochten. Lucie glimlacht. “Waarom breken of weggooien als je het kunt hergebruiken, aanpassen of personaliseren?” Voeg je aan die filosofie nog eens een passie voor planten, kleur en trouvailles toe, dan krijg je Atelier Atopia, hun geesteskind. Uit oprechte zorg voor het milieu kiezen de twee Fransen niet voor recyclage, maar voor upcycling. Of het nu om hun kleren gaat, hun meubels of de objecten die ze creëren: alles is gevonden of voor een peulenschil opgekocht, uiteengehaald en in eigenzinnige combinaties opnieuw geassembleerd. Twee keer per week vind je ze op schattenjacht op het Vossenplein of in de brocantes in de Marollen. “Wat we doen, is zoals koken. Van alles uit de koelkast halen om daarna uit drie kookboeken een uniek gerecht samen te stellen.” Alexandre is ook patissier, dat verklaart de vergelijking.

Atelier Atopia
De kleuren in het appartement zijn een verdienste van Lucie, die van opleiding illustratrice is. Ze komen niet uit een bestaand kleurenpalet, maar zijn het resultaat van een lang zoekproces naar de ideale tint voor de lichtinval op de muur en de sfeer die ze wilden creëren. © Mr. Frank

Gedrogeerde planten

In de keuken, verstopt achter een wijnrank die midden in de woonkamer één wordt met een Epipremnum, belicht Alexandre een van hun creaties. Een zwarte, beschadigde Componibili van Kartell staat op een hoge metalen standaard. De top ging eraf, de binnenkant werd hermetisch afgesloten en afgewerkt met een spiegel en een lamp. In plaats van op de vuilnisbelt te belanden, doet het nu dienst als een ingenieuze, multifunctionele bloempotlamp waaruit verschillende tropische planten schieten. Op de vensterbank groeien vetplantjes in een compositie van Stoff Nagel-kandelaars en een potloodpot in keramiek. Naast de platenkast gedijt een mini-moslandschap in een glazen bol dat op een lampenkapgeraamte rust. Als Alexandre het licht aanknipt, verschijnt een spel van licht en schaduw op de muur. “Landschapsarchitecten voor buiten kent iedereen al. Wij zien onszelf als ‘paysagistes d’intérieur’, landschapsarchitecten voor binnen”, stelt Lucie. Het is ook de versmelting van hun passies: zij had vroeger een plantenwinkel in Brussel, hij een architectenbureau in Parijs. “We denken na over de integratie van planten in de ruimte, van de vloer tot aan het plafond. Architectuur houdt al rekening met oriëntatie, maar met planten moet je ook nog stilstaan bij de seizoenen. En omdat ze groeien, mag je hun evolutie doorheen de tijd niet vergeten, net als de schaduwen die ze mettertijd creëren of hun reactie op huisgenoten.”

Zo’n jungle vraagt onderhoud en aandacht, maar het is vooral de opstelling die tijd vraagt. “Mensen zijn soms afgeschrikt door een grote hoeveelheid planten, maar meer dan een halfuurtje per week om water te geven en een dagelijkse controleronde op parasieten of overenthousiaste groei is echt niet nodig. Als ze goed staan.” En als je kwaliteit in huis haalt. Lucie en Alexandre willen zo weinig mogelijk te maken hebben met de kweekplantenindustrie. Ze adopteren planten liever of ruilen ze. “Het klinkt misschien verrassend, maar mensen willen van hun planten af omdat ze te groot zijn, in de weg staan of omdat ze erop uitgekeken zijn. Soms hebben we het geluk om specimens te vinden die al 30 jaar oud zijn. Planten met zo’n geschiedenis zijn sterk, in tegenstelling tot wat je in tuincentra vindt. Die zijn gedrogeerd. Ze kregen een overdosis licht en meststoffen om snel te groeien, maar zodra ze in een interieur worden neergepoot gaan ze in shock. Koop je ze van iemand die ze thuis heeft grootgebracht, dan ben je beter af.”

Schuiven met meubelen

Ook kleur maakt deel uit van hun eigenwijze interieurlandschap. In de slaapkamer kozen ze voor een mat donkerbruin op de muur op het noorden als aardse inkleuring. De vensterzijde in het oosten, het plafond en de scheidingswand met het atelier op het zuiden zijn lichtblauw om een gevoel van openheid te creëren. En de muur op het westen is geverfd in een matte auberginetint die in het avondlicht een warme, mysterieuze gloed geeft. Voor de badkamer kozen ze een gesatineerd violet als contrastkleur voor de originele perzikgele mozaïeken en de pistachegroene badkamermeubelen. Het dikke fluwelen gordijn verbergt wasmachine en opslag en zorgt meteen ook voor een gedempte boudoirsfeer.

Atelier Atopia
© Mr. Frank

“De configuratie van ons interieur is in de drie jaren die we hier wonen al tientallen keren veranderd”, vertelt Lucie wanneer ik verschillen opmerk tussen het tijdstip van de shoot van hun interieur en mijn bezoek. “Meer nog, we hebben een inrichting voor ieder seizoen. Dat heeft veel te maken met de planten en hun noden, maar ook met ons, aangezien we hier werken. We verhuizen af en toe onze werkkamer naar de woonkamer, of bouwen onze woonkamer om tot galerie voor een showcase van wat we doen. Ons interieur leeft. In elke betekenis van het woord.”

In de slaapkamer heeft iedere muur een andere kleur. De oranje gordijnen zijn origineel uit de jaren 60. Als de zon erdoor schijnt creëert het een gloed in de hele kamer die je zin geeft om op te staan.
In de slaapkamer heeft iedere muur een andere kleur. De oranje gordijnen zijn origineel uit de jaren 60. Als de zon erdoor schijnt creëert het een gloed in de hele kamer die je zin geeft om op te staan. © Mr. Frank

Atelier Atopia

Lucie Martens (35), illustratrice en bloemiste en Alexandre Rabineau (48), architect en patissier.

Hebben beiden de Franse nationaliteit, maar verhuisden om professionele redenen naar Brussel, waar ze elkaar leerden kennen in 2019.

Verenigen hun passies in Atelier Atopia, een studio die inzet op upcycling van designmeubelen uit de jaren 60 tot 80 en de integratie van planten in architectuur en interieur.

@atelieratopia

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content