‘Lui’ tuinieren loont: deze drie tuinarchitecten maaien (bijna) niet

© Bart Kiggen Keen

De meimaand staat in het teken van Maai Mei Niet, de periode waarin het gras mag blijven groeien. Drie tuinarchitecten en -aannemers gunnen ons een blik in eigen tuin.

“In onze tuin is het de bedoeling dat je in je blootje kunt rondlopen”

Tussen Gent en Kortrijk ligt Kruishoutem, de heimat van bloemenstudio MiFleur en tuinbedrijf Guerill. Met dat laatste wonnen Pieter Maes en Josefien Goethals in 2022 goud in de categorie ‘tuinen kleiner dan 250 vierkante meter’ in de wedstrijd De Vlaamse Tuinaannemer. Hun tuinbedrijf kreeg ook het eco-friendly label.

“In de eetplaats van onze woning ligt er een lijn van stenen die langs twee kanten doorloopt in de tuin en beide met elkaar verbindt. Die verbinding met de natuur vormt de rode draad in ons leven, zowel in onze job als onze levensstijl en onze tuin.”

“Met een paar strategisch geplaatste hagen en planten hebben we ervoor gezorgd dat de buren geen inkijk krijgen in onze tuin. Zo kunnen we doen en laten wat we willen. Het is de bedoeling dat je hier in je blootje kunt rondlopen. Afhankelijk van de windrichting, zorgt de autostrade voor lawaai. Op die momenten kunnen we luide muziek afspelen en naakt door de tuin dansen.”

Levend schilderij

“Het gras maaien voelt zo nutteloos en onnatuurlijk. In onze achtertuin zitten er op verschillende plaatsen bloembollen in de grond. In mei veranderen de margrieten de tuin in een bloemenzee. De grote ratelaar is een plant die ervoor zorgt dat het gras tussen de bloemen laag blijft, waardoor de stengels ruimte hebben om te groeien. Het enige wat we nu nog doen, is paden vrijmaken zodat er plaats is om rond te lopen.”

© Guerill

“Ook in de rest van de tuin staat er altijd wel iets in bloei. Aan het begin van de lente kleurt de tuin paars en geel, net een levend schilderij. In onze ontwerpen proberen we de natuur na te bootsen, maar geen mens slaagt erin om dat zo mooi te doen als de natuur zelf. De meeste ideeën ontstaan door andere tuinen te bezoeken, iets wat we zelfs tijdens onze vakanties met de kinderen regelmatig doen. Dan fietsen we naar kwekers of bezoeken we voedselbossen.”

“Bij bloemen horen bijen. Onze imkerkast heeft ons vorig jaar 70 kilogram honing opgeleverd, goed voor 150 potten. De buurman is er verslaafd aan en komt steevast onze laatste voorraad kopen, omdat hij weet dat honing uit eigen streek extra gezond is.”

Iglo van wilgentakken

“Om te voorkomen dat de oprit in een grote steenvlakte zou veranderen, hebben we groene stroken voorzien waar je met de auto overheen kunt rijden. Op het terras achteraan is er hier en daar een tegel weggelaten om er planten als kruiptijm, laagblijvende marjolein en bonenkruid te laten groeien. Met een beetje creativiteit kun je heel veel ruimte benutten. Zo doen gevels prima dienst als verticale tuinen en kun je je plat dak omtoveren tot een groene oase, net zoals wij dat deden.”

© Donna Van den Ende

“De iglo die we samen met de kinderen gevlochten hebben uit wilgentakken doet dienst als natuurlijke airco. Tijdens hittegolven is het hier heerlijk vertoeven met temperaturen die minstens tien graden lager liggen dan in de rest van de tuin. We komen hier ook op de boomstammen zitten om belangrijke gesprekken te voeren. Het is een ceremoniële plaats waar we onder andere het lentefeest van onze zoon hebben gevierd. Al komen we hier ook om tijdens de luie uren een dutje te doen met het gezoem van de bijen op de achtergrond.”

Tip van Pieter en Josefien

“Met de juiste plant op de juiste plaats voorkom je veel problemen. Laat je bijstaan door een expert in beplantingsplannen. Planten vormen voor ons de tuinbeleving, niet de minutieus geplaatste verhardingen. Er kan een heel jaar door iets in bloei staan, waardoor de tuin echt leeft.”

“Ik beschouw mezelf als een luie tuinier. Het is fascinerend om te zien wat er aan komt waaien”

Met studio k ontwerpt tuin- en interieurarchitecte Karlien Heremans samen met haar team al vijftien jaar architecturaal natuurlijke tuinen. In haar stadstuin in Deurne trekt ze die visie door.

“Ik heb dit appartement gekocht voor de tuin. Wat je nu ziet, is het resultaat van acht jaar plannen, groeien en experimenteren. Ik wou graag met beton werken, omdat ik dat een fijn materiaal vind. Er zit veel textuur in, waardoor het niet erg is als het een beetje vuil vangt. Om voor dynamiek en speelsheid te zorgen, heb ik ervoor gekozen om een schuine lijn in de tuin te verwerken. Ondanks de kleine oppervlakte is het hier een weefgetouw van zithoekjes en zones.”

© Bart Kiggen Keen

Natuurlijk wild

“Vroeger groeide er gras rond de trampoline, nu is die plek de bosrandborder. De haag en de inheemse beplanting op de bodem roepen het gevoel van een bosrand op. Aan de andere kant van het pad dat tot het einde van de tuin loopt, staan drie moestuinbakken. Daarin groeien vooral geneeskrachtige kruiden, zoals rozemarijn, salie en citroenmelisse. De blikvanger is ongetwijfeld de venkel die even hoog komt te staan als de fruitbomen en in de bloeiperiode gele bloemen draagt. Zowel de moestuinbakken als de paden ertussen zijn door mijn vader gemetseld met recuperatiebakstenen van de verbouwing. Doordat het materiaal zo poreus is, groeit er onkruid tussen, maar eigenlijk vind ik dat wel leuk. In mijn tuin laat ik de natuur haar gang gaan. Alleen netels, paardenbloemen en kruipende boterbloemen haal ik weg, de rest laat ik staan. Natuurlijk wild, noem ik dat.”

© Bart Kiggen Keen

“Ik beschouw mezelf als een luie tuinier. Dat wijt ik vooral aan tijdsgebrek. Af en toe ga ik de tuin in om wat orde te scheppen, maar ik vind het ook fascinerend om te zien wat er aan komt waaien. Zo is hier spontaan een heel mooie geranium met paarse bloemen gegroeid, net als de gele aardbeien die dienst doen als bodembedekker.”

Parasol van planten

“Het beton loopt achteraan uit in een praktische zone met vuilnisbakken aan de ene kant en aan de andere kant een eetbare zone met allerlei bessenstruiken en een plukmuur waar een druivelaar tegen groeit. Soms maakt mijn moeder er confituur van. Vlakbij de ‘bosrand’ staat een picknicktafel. In de architecturale border staat een zeteltje onder het lichtspel van de fijne bladeren van de schijnbeuk. Die heb ik gekozen omdat het een architecturale boom is met een stam die eruit ziet alsof die helemaal is opengebarsten.”

“De metershoge steeneik staat strategisch voor de al even hoge muur. Samen met de klimplanten die ertegen groeien, verstopt hij de bakstenen. Aan de andere kant vormt het leifruit – drie appelbomen, twee perenbomen – een groen scherm dat de tuin scheidt van die van de buren. In het begin zette ik de parasol vaak open, maar ondertussen vormt de tuin een natuurlijk zonnescherm.”

“Je zit hier afgesloten van de buitenwereld en hoort alleen geroezemoes. Ik kom hier tot rust, zelfs door erin te werken. Ik ben iemand die graag in het weekend de ongerepte natuur intrekt, maar ook hier is het fijn vertoeven.”

Tip van Karlien

“Onthard en beplant. Dat is zowel gevoelsmatig als naar verkoeling toe voordelig. Het vraagt soms wat kennis om een complex beplantingsplan op te stellen, maar met een paar simpele plantencombinaties kom je al een heel eind ver. In Antwerpen heb je het Ecohuis. Daar kan je suggesties voor zulke combinaties terugvinden.”

“Bij volle maan weerkaatst de zwemvijver het maanlicht, overdag weerspiegelt het water de bomen”

Eervolle rust na noeste arbeid: de oude Romeinen gebruikten er het woord Otium voor. Tuin- en landschapsarchitect Dominic Christiaens vernoemde er zijn bedrijf naar. Samen met zijn gezin ruilde hij vijftien jaar geleden het stadsleven voor het platteland in Brakel.

“Nadat we deze woning voor het eerst hadden bezichtigd, heb ik de hele nacht doorgetekend om zowel de tuin als het huis te ontwerpen. Pas toen we wisten wat er allemaal mogelijk was, besloten we het huis te kopen. Voor de verbouwingen hebben we meteen een aantal fruitbomen in de tuin geplant en een krentenboom op de binnenkoer. Ondertussen zijn ze uitgegroeid tot karaktervolle bomen die zorgen voor schaduw en vruchten. Hoe vroeger je ze plant, hoe sneller je er echt van kunt genieten.”

© Dominic Christiaens

“Zowel in de eetplaats op het gelijkvloers als in de woonkamer op de eerste verdieping is er contact met de tuin. De grenzen tussen binnen en buiten vervagen hier. Beneden schuiven we alle ramen open van zodra het weer het toelaat en boven kijken we vanuit de zetel uit over het landschap. Vijf jaar geleden lieten we een zwemvijver aanleggen. Bij volle maan zie je hoe het maanlicht erin weerkaatst en overdag weerspiegelt het water de bomen. Zwaluwen scheren langs het oppervlak en in droge periodes komen zelfs bijen er hun dorst lessen.”

Snoepkast

“Ook het uitzicht rond de tuin was een reden om hier te komen wonen. Doorheen het jaar verandert het kleurenpalet van de bomen in en rond het dal van verschillende groenschakeringen in het voorjaar tot geel, bruin en oranjerood in het najaar. In de winter bespeur je vooral naakt hout, maar ook dat heeft iets magisch als de mist ertussen hangt en de huizen in het dal uitwist.”

“De winter is de minst mooie periode, maar we proberen wel mee te bewegen met de seizoenen. Met de juiste beplanting kun je ervoor zorgen dat er altijd iets te beleven valt. Zelfs uitgebloeide planten kunnen een heel mooie textuur hebben, vooral als er dauwdruppels of spinnenwebben aan kleven.”

“Ook de groenten in de serre en het fruit in het achterste deel van de tuin reflecteren de seizoenen. Onze drie zonen leren hoe tomaten groeien en dat je asperges in de lente eet en niet in de winter. Ze kunnen gewoon door de tuin wandelen en af en toe iets plukken en opeten. De bessenstruiken zijn als het ware een snoepkast.”

Buiten eten

“Op zondag leg ik mijn telefoon weg en ga ik de tuin in. Af en toe werk ik iets bij, maar ik vind het ook belangrijk om stil te staan en te genieten. Nu de dagen lengen is het leuk om ’s avonds naar buiten te trekken. Je ruikt andere geuren en hoort andere geluiden, zoals de vogels die terugkeren en beschutting zoeken voor de nacht.”

“Verder eten we zoveel mogelijk buiten. Het terras dat aan de eetkamer grenst is overdekt en voorzien van een kachel, zodat we negen maanden per jaar buiten kunnen eten. Om zoveel mogelijk van de zwemvijver te genieten, heeft elk gezinslid een wetsuit. Ik breng niet zoveel tijd in de tuin door als ik zou willen, maar als ik dat wel doe, bereik ik hier het otium.”

Tip van Dominic

“Maai Mei Niet is een goed startpunt in functie van bewustwording, maar het is nog beter om langer dan een maand niet te maaien. Met wat geduld en het juiste maaibeheer zullen er elk jaar nieuwe soorten in de tuin verschijnen. Belangrijk: gecontroleerde chaos is ook mogelijk in strakkere tuinen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content