Binnenkijken bij Kristof Boxy: van een tapijt met mythische figuren tot de grootste houten fallus ter wereld

© Mr. Frank

Kristof Boxy is niet alleen gespecialiseerd in de kunst van fine dining, hij is ook een gepassioneerd verzamelaar. In zijn weekendhuis in Het Zoute staat alles wat hem raakt: van griffioenen in de haard tot de grootste houten fallus ter wereld.

Kristof Boxy weet hoe je iemand ontvangt. Hij is innemend, heeft een goed gevoel voor humor en neemt je met een grote vanzelfsprekendheid mee doorheen zijn woning. Die gastvrijheid zit erin gebakken: de sympathieke chef vormt samen met zijn tweelingbroer Stefan al meer dan veertig jaar traiteur Boxy’s. Ook schoonheid vormt een constante in hun job, aangezien het duo in de mooiste panden, veelal inclusief bijzondere kunstcollecties, kookt. Bovendien werden de broers al op jonge leeftijd ondergedompeld in de kunstwereld, en die passie is alleen maar gegroeid.

“Raak ik op een kunstwerk gefixeerd, dan laat het mij niet meer los. Dit is waarschijnlijk het meest extreme voorbeeld”, vertelt Kristof Boxy wanneer we voor twee elegante, vrouwelijke griffioenen in zijn open haard staan. Begin jaren tachtig zag hij de chenets voor het eerst bij Bill Willis, een toen veelgevraagd Amerikaans binnenhuisarchitect die ook de eigendommen van Yves Saint Laurent inrichtte. “Het zijn in feite maar gewoon gebruiksvoorwerpen om houtblokken op te leggen, maar ik vond ze zo decoratief. Veertig jaar lang heb ik ernaar gezocht, telkens weer tevergeefs, en plots doken ze op.” Toen Yves Saint Laurent in 2008 overleed, verkocht diens levenspartner Pierre Bergé een groot deel van zijn collectie. Ook de chenets stonden op de lijst. Na een jarenlange obsessie moest hij wel een bod doen…

Buikgevoel

Zo’n uitgebreide en diverse kunstcollectie als die van Kristof Boxy vraagt om een specifieke architectuur. Met Maarten Van Severen bouwde de tweeling een uitstekende verstandhouding op. Eerder ontwierp de bekende interieurarchitect en meubelontwerper al het Boxy Paviljoen; het atelier in Deurle waar het duo hun traiteurdienst uitbouwde. Ook voor dit weekendhuis in Het Zoute had Van Severen plannen. Maar toen de designer ernstig ziek werd, zocht Kristof Boxy iemand met een even sterke visie. Dat werd het architectenduo Peter De Bruycker en Inge De Brock. Kristof: “Eigenlijk wist ik bijzonder weinig over hen. Maar toen ik zag hoe ze de galerie van een vriend hadden aangepakt, heb ik mijn buikgevoel gevolgd. Ik wil in mijn huis kunnen bougeren. Ze hadden die smalle, lange galerie weten op te delen, waardoor je een soort weg moest afleggen. Dat wilde ik ook.”

De kleine woning uit 1925 werd uitgebreid met een nieuw volume, waarbij de architecten extra aandacht besteedden aan lichtinval. Het veelvoud aan kleine ruimtes voelt daardoor nergens beklemmend. Niet alleen speelden ze het voor elkaar om hier ondanks de beperkte omvang twee badkamers en vier slaapkamers in onder te brengen, werkelijk elk hoekje is minutieus benut, elk storend element is weggewerkt.

In maart 2020 zou Kristof Boxy voor het eerst in de vernieuwde woning verblijven, het werden meteen zes weken. De verplichte rust van de lockdown schonk hem de tijd om te landen en de ruimtes geleidelijk aan te kleden. Een handvormige stoel van de Braziliaanse kunstenaar Pedro Friedeberg, de salontafel gevuld met Yves Klein-pigment, een fotorealistisch werk van de Amerikaan Tom Blackwell, een boegbeeld van een zeventiende-eeuws schip tot de grootste houten fallus ter wereld: omdat Kristof Boxy’s smaak zo veelzijdig is en zijn collectie uitgebreid, zocht het architectenduo naar visuele rust.

Er was maar één specifieke vraag: het wandtapijt, een indrukwekkend stuk van drie op vier meter, moest een bijzondere plek krijgen. Momenteel is het een van de blikvangers in huis, even leek het echter om een miskoop te gaan: “Kort na de aankoop stopte een vrachtwagenschauffeur voor mijn huis en plofte nonchalant een groezelig pak op de grond. Het tapijt was vuil en stonk enorm, bovendien was het zo hard als een sponzen handdoek die uit de wasmachine komt.” Maar de Koninklijke Manufactuur van Wandtapijten De Wit, wereldleider op het vlak van restauratie, stelde hem gerust: onder die vuile laag zat een parel van topkwaliteit. Intussen siert het zachte, sfeervolle tapijt de wand in de traphal en kijk je vanuit de slaapkamer op de mythische figuren.

De architect koos bewust voor veel wit, omdat je jezelf de tijd moet gunnen om aan een woning te wennen. Nu de inrichting voor mij klopt, is het tijd om de boel wat plezanter te maken.

Kristof Boxy

Wit wordt bladgoud

Voor iemand wiens dagen door gastronomie worden ingenomen, neemt de keuken natuurlijk een belangrijke plek in. Die bevindt zich apart in de rechtervleugel van de woning, met zicht op de tuin. Kristof Boxy: “Ik wil rust in mijn keuken, visueel maar ook communicatief. Bij ons wordt er nooit geroepen. Ik kan dat zelfs niet. Of jawel, tegen mijn broer kan ik tieren.”

De keuken hield hij vrij eenvoudig, die moest in de eerste plaats praktisch en overzichtelijk zijn. Door zijn verstrooide aard wil Kristof Boxy meteen kunnen zien waar die bepaalde pot nu ook weer staat. Daarom werkte architect Peter De Bruycker met grote panelen in geperforeerd koper; een warm materiaal dat doorheen de woning terugkeert en zo op een elegante manier het wit doorbreekt. Ook een belangrijk detail: niet alleen in de keuken, maar overal bevatten de kasten verlichting en glazen leggers. Ook dat refereert weer aan de openheid die in dit huis zo belangrijk is.

Intussen zijn we drie jaar verder en is Kristof Boxy toe aan een aantal kleine veranderingen. “Peter koos bewust voor veel wit, omdat je jezelf de tijd moet gunnen om aan een woning te wennen. Nu de inrichting voor mij klopt, is het tijd om de boel wat plezanter te maken.” Zo plant hij de kleine zitruimte in bladgoud te verven en zal kunstenaarsduo Jacqy duVal de trap in de inkomhal voorzien van een tekst van Oscar Wilde. Verder zal de toiletruimte een andere invulling krijgen. Nochtans had het architectenduo ook hier de wensen goed vertaald: Kristof wilde vooral niet met zijn knieën tegen een deur zitten. Sterker nog, hij wou eerst een sas met een wasbakje, vervolgens een deur en dan pas het toilet. De toiletruimte werd een schitterende spiegelkamer waar je maar beter geen complexen kunt hebben. En toch zal de plek, die zich tussen eet- en zitkamer bevindt, een andere invulling krijgen. Kristof: “Ik hou enorm van de sfeer van een bar en na een paar jaar weet ik het zeker: dit wordt een intieme inloopbar om met een goed glas gezellig door te zakken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content