Polenta wordt ook wel eens als dessert gegeten. Na het koken dikt de massa in en kun je het als koek in stukken snijden.
Voor 4 personen
Voor de polenta:
100 g instant polenta
1/2 liter halfvolle melk
1/4 theelepel kaneelpoeder
50 g boter
1 ei
50 g suiker
Voor de kersen:
600 g ontpitte kersen
sap van 1 sinaasappel
1 kaneelstokje in stukjes gebroken
25 g suiker
2 eetlepels kirsch
25 g geroosterde amandelschilfers
Bereiding
1. Breng de melk aan de kook. Strooi de polenta over de melk en blijf roeren om klonters te voorkomen. Roer enkele minuten tot het mengsel loslaat van de pan en voeg de suiker, het ei en de kaneel toe. Giet de polenta op een vochtige bakplaat en laat enkele uren opstijven in de koelkast.
2. Doe de kersen in een pan met de suiker, het kaneelstokje en sinaasappelsap. Breng aan de kook, roer tot de suiker is opgelost en laat 10 minuten zachtjes koken, onder deksel, tot de kersen zacht zijn. Verwijder de kersen en laat het sap tot een derde inkoken. Voeg de kirsch en de kersen weer toe.
3. Snijd de polenta in repen of ruiten. Laat de boter smelten in een pan en bak de polenta aan beide kanten goudbruin en knapperig. Laat even uitlekken op keukenpapier en serveer warm met de kersen. Werk af met amandelschilfers.
