Voor 4:
100 g vlees van Noordzeekrab, gekookt
500 g grote Zeeuwse mosselen
eersteklas olijfolie
1 citroen
peper van de molen
zeezout
100 g Canadese wilde, zwarte rijst, tot poeder gemalen in de blender
Voor de aspic:
1,5 komkommers
3 el wittewijnazijn
1,5 sjalot
een handvol jonge spinazie
een snuifje gemalen peper
4 blaadjes gelatine op 400 g sap
Kiemen en kruiden:
20 g radijskiemen
20 g roderadijskiemen
20 dragonblaadjes
20 kervelpluksels
20 dillepluksels
10 g mosterdkiemen
1 el rodewijnazijn
2 el olijfolie
zeezout en peper van de molen
Meng het krabvlees naar smaak met olijfolie, peper, zout, citroenzestes en -sap. Dompel de mosselen onder in kokend water tot ze opengaan. Haal direct uit het water halen en peuter uit de schelp. Mix alle ingrediënten voor de aspic (behalve de gelatine) en doe door een puntzeef. Passeer het opgevangen vocht nog eens door een neteldoek.
Verwarm enkele lepels van het sap lichtjes en los de voorgeweekte gelatine in het verwarmde sap op. Meng dan met 400 g sap. Pof het rijstpoeder in een diepe pan met tot 200°C verhitte zonnebloemolie. Verwijder de gepofte rijst direct met een zeefje en leg op absorberend papier.
Leg de krabtartaar onderaan in de schaaltjes en verdeel hierop de mosselen. Overgiet met de aspic en plaats 1 uur in de koelkast. Maak de kruiden en kiemen schoon, breng op smaak met azijn, olijfolie, peper en zout en meng met de gepofte rijst. Leg de kruidenmengeling op de gekoelde aspic.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier