Toeleveranciers van grote merken en ondernemingen zoals PepsiCo, Procter & Gamble en Unilever kunnen nog steeds niet garanderen dat voor hun palmolie geen bossen verwoest worden. Dat blijkt uit een net verschenen rapport van Greenpeace.
Drie jaar geleden spraken de grootste palmolieleveranciers een beleid tegen ontbossing af. Greenpeace benaderde elf toeleveranciers, waaronder Cargill, Olam en Wilmar, om te zien hoeveel vooruitgang ze geboekt hadden. Zij konden niet bewijzen dat hun toeleveringsketen vrij was van ontbossing, en ook niet aangeven wanneer dat wel het geval zou zijn.
De uitkomsten van het onderzoek laten volgens Greenpeace zien dat er geen plannen zijn om de problemen op te lossen.
‘In plaats van hun beloften serieus te nemen, hanteren deze bedrijven een ‘wat niet weet, wat niet deert-beleid’, dat suggereert dat alles onder controle is terwijl de bossen in Indonesië in rook opgaan’, zegt Bagus Kusuma van Greenpeace in Zuidoost-Azië.
Orang-oetan
Merken die palmolie van deze toeleveranciers gebruiken, hebben aangegeven dat ze hun keten voor 2020 schoon willen hebben. Slechts twee van de leveranciers die Greenpeace benaderde, werken naar deze deadline toe. Dit zijn Cargill en IOI Group. De meeste toeleveranciers hadden geen deadline.
‘Dit is een wake-up call voor bedrijven zoals PepsiCo, Unilever en Procter & Gamble, die hun consumenten hebben beloofd te breken met toeleveranciers die bossen verwoesten’, zegt Kusuma.
‘Consumentenmerken kunnen niet er niet op vertrouwen dat palmoliehandelaren hen schone palmolie leveren. In plaats daarvan zullen ze toeleveranciers moeten dwingen tot schonere praktijken.’
Sinds 1990 is in Indonesië 31 miljoen hectare bos verloren gegaan. Dat is een oppervlakte die bijna even groot is als Duitsland. De ontbossing is onder meer schadelijk voor bedreigde dieren zoals orang-oetans.
