Uitgekookt: zijn Instagramwaardige vegan regenbooggerechten ook echt lekker?

Bietencarpaccio
Lotte Philipsen
Lotte Philipsen Journalist KnackWeekend.be

Een zomer lang test de redactie van Knack Weekend recent verschenen kookboeken uit. Deze week: vegan rainbow food van de Nederlander Jason Tjon Affo.

Na het succes van zijn kookboeken ‘Vegan soul food’ en ‘Vegan party food’ bracht Jason Tjon Affo ‘Vegan rainbow food’ uit, met zestig kleurrijke vegan recepten. Ook via zijn blog en Instagrampagina The Indigo Kitchen deelt de kookboekenauteur en foodfotograaf lekkere vegan gerechten, geïnspireerd door de Surinaamse keuken waar hij mee opgroeide, maar evengoed gebaseerd op Chinese, Japanse, Bulgaarse of mediterrane invloeden.

Wanneer ik het kookboek op m’n bureau zie liggen, slik ik toch even. Een blauw-paarse kaft met een foto van extreem kleurrijke sushi rolls. Het ziet er om eerlijk te zijn niet bepaald smakelijk uit. Ondanks de gezonde dosis scepsis, kijk ik ernaar uit de recepten te testen. Inspiratie om volledig plantaardig te kokerellen is immers altijd welkom.

Alle kleuren van de regenboog

In zijn voorwoord schrijft Jason dat dit kookboek hem terugbrengt naar waar het allemaal mee begon, namelijk kleur. ‘Kleur is wat me heeft geïnspireerd aan een veganistische levensstijl te beginnen. In dit boek komt alles wat ik de afgelopen acht jaar heb geleerd samen.’ Het boek wil z’n lezer meenemen op vegan avontuur, met vrolijke, gezonde en smakelijke gerechten. Er is wel degelijk een reden voor de kakofonie aan kleuren op je bord. De auteur wil ons zoveel mogelijk voedzame voedingstoffen laten eten in één gerecht. Een nobel doel, ik geef het toe.

Alsof hij m’n gedachten kan lezen, stelt Jason dat sommige mensen wantrouwig staan tegenover felblauw eten. Hij stelt meteen gerust dat alle recepten in het boek op natuurlijke wijze worden gekleurd en dat de ingrediënten die voor de kleur zorgen net heel gezond zijn. Niets om bang voor te zijn dus. Vervolgens loodst hij ons langs de voedingsstoffen die in kleurrijke voeding zitten, zoals de antioxidant lycopeen in rode groenten en fruit of anthocyanen in blauwpaarse voeding.

Bij het hoofdstuk over ingrediënten die je best in voorraad hebt voor je in het boek duikt, zinkt de moed me opnieuw in de schoenen. Er zijn weinig zaken die ik al in de keukenkast heb staan en ook bij m’n plaatselijke supermarkten – waaronder een biologische winkel – vind ik niet alles wat ik nodig heb. Je kunt uiteraard zaken zoals vlindererwtthee en blauwe spirulina online bestellen, maar dat gaat me te ver. Felblauw zal m’n eten er dus niet uitzien, maar er rest ons nog een ganse regenboog aan kleurrijke opties.

Getest

Starten doen we – bij temperaturen van 32 graden – met een bietencarpaccio (pagina 120) met dressing. Dit recept zou snel klaar zijn en is lekker fris. Bij het sprokkelen van de ingrediënten doet zich wel een klein probleem voor. Rode biet? Niets aan de hand. Gele biet? In geen enkele supermarkt in mijn buurt verkrijgbaar. Het kleurenpallet is dus iets bescheidener, maar dat maken we goed door er nog wat kiemen over te strooien. Dit recept is zo lekker, zeker tijdens hittegolven, dat het twee keer op tafel komt in één week tijd.

Bietencarpaccio

Vervolgens is de geroosterde worteldip (pagina 152) aan de beurt. Ik zwoeg er meer dan een uur aan, maar het resultaat mag er zijn. De dip is hemels lekker, met een cracker tijdens het aperitief, als smeersel op de boterham of als extraatje bij een gerecht dat nog wat pit kan gebruiken. Zeven tenen look lijken me wel wat overdreven, dus ik hou het bij vier en dat is meer dan genoeg. De verschillende kruiden, sesamolie en sojasaus geven de dip al heel wat smaak.

Worteldip


Het derde probeersel is een groentenbanitsa (pagina 36), een traditioneel Bulgaars ontbijtrecept, dat ik als avondmaal en lunch op tafel tover. Nu ja, tover… Zoals de foto’s al prijsgeven ziet mijn versie er in de verte verten niet uit zoals in het boek. Ik zou het kunnen steken op het feit dat ik geen filodeeg vond en dan maar bladerdeeg heb gebruikt, maar ik geef ook toe dat ik de oproltechniek niet begrepen heb. De omschrijving in het recept is te cryptisch voor leken zoals ik. De mix van tofu, edelgistvlokken, (vegan) fetakaas en (vegan) yoghurt is een heerlijke basis, die wordt gekleurd door rode biet, spinazie en kurkuma. Hoewel m’n gerecht er meer als een brij uitziet, wordt er toch met veel plezier van gesmuld. De volgende dag eet ik de rest van de vulling koud als lunch en ook dat is een schot in de roos.

Groentenbanitsa: niet helemaal gelukt zoals het voorbeeld in het boek

Het laatste recept uit het boek waar ik me aan waag is de matchagranola (pagina 47). Ideaal als ontbijt of om over een dessert te strooien. Voor het de oven ingaat is het mengsel knalgroen dankzij de matcha, maar na dertig minuten in de oven schiet er nog maar weinig over van die kleur. Het enige ingrediënt dat ik niet heb gebruikt is maïzena, maar het lijkt me gek dat het gebrek aan kleur daaraan ligt.

Matchagranola

Om m’n ontbijt toch een groene toets te geven beslis ik er spirulinapoeder – ook een ingrediënt dat ik heb aangeschaft om dit kookboek te testen – over te strooien. Zo krijg ik meteen wat extra eiwitten binnen. Bij het openen van de verpakking gaat er echter iets duchtig mis en niet alleen de granola, maar ook mijn keuken, kleding en gezicht krijgen een laagje. De deurbel gaat en voor ik er erg in heb sta ik als Shrek-imitator oog in oog met de postbode. Gelukkig is de granola heerlijk en hebben we tijdens de pandemie allemaal onze postbode weleens doen schrikken met een bizarre lockdownlook.

Matchagranola: mijn versie is niet groen

Het verdict

Hoe meer je bladert en leest in het boek, hoe vrolijker je wordt. Helaas vind ik sommige recepten wat ingewikkeld, ben ik er niet in geslaagd alle ingrediënten te vinden en zien de creaties er lang niet zo mooi uit als de voorbeelden. Mijn advies? Zie het als een leerproces, waarbij je het boek als leidraad kunt gebruiken om plantaardiger en kleurrijker te koken, maar de recepten niet op de letter moet volgen. Iets minder Instagramwaardig op die manier, maar daar is het de meeste hobbykoks ook niet om te doen. Ik onthoud dat ik wat meer ga experimenteren met kruiden en verschillende kleuren in de keuken.

Er zijn recepten die ik de komende maanden zeker nog op de planning zet. Zo kijk ik er al naar uit om in de herfst de gevulde pompoenringen (pagina 119) en in de winter de pestospruitjes (pagina 90) uit te testen. De sweet & spicy tofuspiesjes (pagina 99) staan volgende week al op het menu als het van mij afhangt.

Als uitsmijter, de hamvraag die op ieders lippen brandt: hebben mijn tafelgasten en ik dierlijke ingrediënten gemist? Absoluut niet. Leve regenboogrecepten.

Vegan Rainbow Food, Jason Tjon Affo, verschenen bij Becht, richtprijs: 25.99 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content