Ine Van Wymersch: ‘Als magistraat heb je wel wat macht, maar ik mag geen machine worden’

Ine Van Wymersch © Kevin Faingnaert

Ine Van Wymersch (37) combineert de job van woordvoerster van het Brusselse parket met die van parketmagistrate. Bij de aanslagen van 22 maart vorig jaar coördineerde ze op het crisiscentrum het slachtofferonthaal.

Bevattelijk communiceren helpt om tot een meer genuanceerd beeld van justitie te komen. Het korte commentaar dat ik op tv geef, is slechts het topje van de ijsberg; er gaat veel overleg met alle betrokken partijen aan vooraf. Je krijgt een kluwen aan informatie aangereikt. Dat proberen te ontrafelen om tot een duidelijke boodschap te komen, maakt mijn job zo boeiend.

Het is achterhaald om het woordvoerderschap als eenrichtingsverkeer te beschouwen. We screenen de vragen die er bij de bevolking leven én de foutieve informatie die circuleert en bepalen vervolgens wat we daar tegenover kunnen stellen. Vroeger werd er top-down beslist wat men wilde vertellen, zonder te checken of iemand daar wel écht een boodschap aan had. Dan moet je niet verwonderd zijn dat niemand je persbericht oppikt.

Mensen vragen me of ik niet bang ben geworden door wat ik heb gezien. Maar ik voel net veel vertrouwen: iedereen steeg na de aanslagen boven zichzelf uit

‘We couldn’t make it better, but we could have made it a lot worse.’ Dat zei een Engelse collega op een conferentie over slachtofferidentificatie. Toen ik na de aanslagen van 22/3 het slachtofferonthaal mee coördineerde – een intense ervaring – leerde ik hoe groot de solidariteit is. Mensen vragen me of ik niet bang ben geworden door wat ik toen gezien heb. Integendeel, ik voel net veel vertrouwen. Als ik zie waar iedereen, van het laagste echelon bij de lokale politie tot de top, toe in staat was: zij stegen allemaal boven zichzelf uit. Voor mij persoonlijk was het aangenaam om op het crisiscentrum mijn vader in de buurt te weten – hij was toen nog korpschef. In zo’n heksenketel doet het deugd als je vader tussendoor een ‘het komt wel goed’-knipoog geeft. Voor de identificatieprocedure was hij een dankbaar klankbord; hij heeft zelf destijds het Heizeldrama van dichtbij meegemaakt.

Dat ik soms wakker lig van mijn werk stelt me gerust. Een onverschillige reactie op dossiers zou me veel meer verontrusten. Ik mag geen machine worden. Als magistraat heb je best wel wat macht; je beslist over dagvaardingen die een impact hebben op iemands leven. We komen schrijnende situaties tegen, ook bij verdachten. Soms krijg je tijdens een verhoor een verhaal te horen dat heel ver van je eigen beschermde leven ligt. Dan ga je de mens achter de feiten zien. Je moet er wél over waken dat je emoties je beslissing niet beïnvloeden. Om het evenwicht te bewaren, moet je zelf gezond zijn van lichaam en geest. Als je niet goed in je vel zit en niet alles op een rijtje hebt, slaag je er niet in genoeg afstand te nemen. Toen ik nog op het jeugdparket zat, ben ik veel te vroeg bevallen van een tweeling. Dat was een moeilijke periode. Daarom nam een collega gedurende een aantal maanden dossiers over die handelden over vrouwen die door druggebruik of ander roekeloos gedrag een vroeggeboorte uitlokten.

Dat ik dweil met de kranen open? Ik vind voldoening in dat dweilen. De kranen sluiten, is niet mijn betrachting. Het parket is een van de vele schakels in een ketting. Je moet je focussen op je eigen opdracht en daar het verschil maken. Mocht ik me verantwoordelijk voelen voor de gehele ketting, dan zou ik er onderdoor gaan en cynisch worden. Uiteraard zijn er momenten dat je je afvraagt of je werk wel zin heeft, maar evengoed heb je na een verhoor het gevoel dat je echt iets bereikt hebt. Er zijn minderjarigen die blij zijn dat de jeugdrechtbank is tussengekomen, omdat het anders slecht met hen zou aflopen. Je kan tijdens een verhoor heel goed zien of de arrestatie en een nachtje cel voor een déclic hebben gezorgd. Voor de magistraat verschijnen, is soms de wake-upcall die iemand nodig heeft om definitief een andere weg in te slaan.

Opvoeden op maat is, eufemistisch gesteld, een uitdaging. Mijn vier kinderen zijn heel verschillend en vragen elk een individuele aanpak, maar wat ze gemeen hebben, is een heel uitgesproken mening. Ik probeer hen duidelijk te maken dat een ‘samen sterk’-houding in hun voordeel kan werken. Als ik hen soms zie onderhandelen met elkaar, dan denk ik: zo’n groot gezin is niet alleen druk en chaotisch, maar brengt ze ook vaardigheden bij die hen hopelijk nog van pas komen. Dat zijn micro-vredesgesprekken waar ik zo min mogelijk in probeer tussen te komen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content