‘Het advies om te shoppen zoals een man slaat nergens op’

Als we sommige berichten in de media moeten geloven laten we vrouwen best thuis achter het fornuis of de naaimachine terwijl de man efficiënt boodschappen doet. Een ‘slip of the tongue’ is snel gebeurd, maar laten we deze crisis niet aangrijpen om schaamteloos met genderclichés te strooien.

Vrouwen komen van Venus en mannen van Mars. Vrouwen zijn labiel en mannen stabiel. Vrouwen zijn treuzelende shoppers, mannen efficiënte jagers. Deze boutades klinken vast bekend in de oren. Te pas en te onpas worden wetenschap en geschiedenis immers gebruikt om hedendaagse maatschappelijke tendensen te kaderen. Nu de winkels terug open mogen, steekt het cliché dat mannen jagers en vrouwen verzamelaars zijn weer hardnekkig de kop op. Dat is niet alleen ronduit irritant en onjuist, het is ook allesbehalve constructief.

Shoppen als een stoere jager

Het Laatste Nieuws kopt: ‘Vrouwen moeten straks winkelen als mannen’. Op de website wordt daar nog ‘Meegraaien, betalen en weer buiten’ aan toegevoegd. Deze prikkelende titel werd mogelijk gemaakt door Jorg Snoeck van RetailDetail, die in het artikel stelt dat ‘we zullen moeten winkelen zoals het cliché van de man die het eigenlijk met tegenzin doet: snel iets kiezen, betalen en weer naar huis.’ In Knack herhaalt Snoeck zijn tactiek. ‘We moeten mannelijk gaan shoppen. Als een jager recht op je doel af. Als je een winkel binnenstapt, moet je op voorhand goed weten wat je wilt kopen. Vrouwen zullen in de toekomst als ze een nieuw jurkje willen, eerst in de webwinkel moeten kiezen en pas daarna naar de fysieke winkel gaan om het te passen.’ Zoals we voor de winkel staan aan te schuiven in afgebakende vierkanten, zo stopt de heer Snoeck de mens in hokjes. Hoe mensen die zich niet identificeren als 100 procent man of 100 procent vrouw moeten winkelen volgens experts, is ons een raadsel.

Het advies om te shoppen zoals een man slaat nergens op

De retailexpert is niet alleen met zijn gegenderd shopadvies. De burgervader van Osaka, Ichiro Matsui, ging nog een stapje verder en vertelde verslaggevers eind april dat mannen het best de taak van het winkelen volledig op zich kunnen nemen. ‘Mannen kunnen snel dingen oppikken en terug vertrekken. Het is daarom goed als zij de boodschappen doen en zo menselijk contact vermijden’. En vrouwen? Die doen er volgens hem ‘lang over terwijl ze rondkijken en twijfelen over dit of dat.’ De burgemeester kreeg de wind van voren. Hij verdedigde zich door te stellen dat het er in zijn gezin zo aan toegaat. Waterdicht argument. Mevrouw Matsui bepotelt besjes alsof ze nog geplukt moeten worden, dus moeten alle Japanse vrouwen maar in hun kot blijven tot manlief thuiskomt met de buit. Logisch toch?

Stereotypes door de mangel

Niet logisch dus. Wat we jarenlang geloofd hebben over mannen en vrouwen klopt in heel wat gevallen immers niet. De Brits-Indiase wetenschapsjournalist Angela Saini haalt in haar werk ‘Inferior: How Science Got Women Wrong and the New Research That’s Rewriting the Story’ verschillende clichés onderuit. Op basis van onderzoek stelt ze dat de verschillen tussen mannen en vrouwen veel kleiner zijn dan wordt gedacht. Een van de stereotypes die een kaakslag krijgt is die van de mannelijke jager. De wetenschapsjournalist ontdekte dat de positie van de jager heel erg cultuurgebonden is. Het idee dat vrouwen wereldwijd al van oudsher thuisblijven bij de kinderen en bessen plukken terwijl de mannen jacht maken op vlees, klopt niet. De vrouwen op het Filipijnse eiland Luzon jagen bijvoorbeeld met messen, speren en pijl en boog. Ook was er volgens antropologen veel meer gelijkheid tussen de seksen in de prehistorie dan we altijd gedacht hebben.

Er zijn fysieke verschillen tussen mannen en vrouwen. Dat valt niet te ontkennen. Studies tonen ook in de hersenen en het gedrag verschillen tussen de seksen. Waar knelt dan het schoentje? Ten eerste zijn die verschillen heel erg klein en is de kans dat je als vrouw meer verschilt van je buurvrouw dan van je buurman helemaal niet ondenkbaar. Zo blijkt slechts drie procent van de mensen een typisch mannelijk of vrouwelijk brein te bezitten. Volgens recent onderzoek van neurologe Daphna Joel hebben we dus bijna allemaal een ‘mozaïekbrein’, met zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken. Ten tweede zorgen genderverschillen in onze samenleving ook voor genderverschillen in onze hersenen, en dat heeft kwalijke gevolgen.

Zo benadrukt Gina Rippon, de Britse emeritus professor in cognitieve neuro imaging, vaak de impact van hardnekkige clichés op testresultaten. Leden van minderheidsgroepen scoren tijdens tests namelijk slechter wanneer de vragen vergezeld worden van stereotypes. Wanneer er bij een wiskundevraag wordt vermeld dat vrouwen daar doorgaans slechter in zijn, zullen vrouwen ook onder hun niveau presteren.

Mental load

De aannames over het gegenderde brein, ook wel neuroseksisme genoemd, heeft allerlei kwalijke gevolgen. Zo wordt de vrouw vaak gezien als de sekse die beter is in multitasken en zorgen, waardoor ze quasi alle huishoudelijke taken op haar boterham krijgt. Niemand kan tegelijk boodschappenlijstjes bedenken, op de kinderen letten, mondmaskers naaien en telewerken, ook vrouwen niet. Dat is gebleken uit Duits onderzoek. Ervan uitgaan dat vrouwen toch de mentale lading wel op hun schouders zullen hijsen, duwt hen in een netelige positie.

De manier waarop vandaag gecommuniceerd wordt, helpt niet bepaald om ongelijkheden aan de kaak te stellen

Dat is, ook anno 2020, een probleem. Hoewel Belgische mannen de afgelopen decennia een stevige inhaalbeweging hebben gemaakt als het gaat over zorg voor de kinderen en aanwezigheid in het huishouden, gaapt er nog steeds een diepe kloof. In heterorelaties spenderen vrouwen gemiddeld nog altijd meer tijd aan het huishouden dan hun mannelijke partners en ze verdienen gemiddeld minder. In tijden van crisis worden ongelijkheden doorgaans uitvergroot. Uit het tijdsbestedingsonderzoek van de Vrije Universiteit Brussel blijkt dat het vooral vrouwen zijn die vandaag hun werk drastisch terugschroeven om de kinderen op te vangen. Ze werken nu gemiddeld 13,21 uur minder lang dan voor de crisis, tegenover 9,14 uur bij vaders.

De manier waarop vandaag gecommuniceerd wordt, helpt niet bepaald om dit soort ongelijkheden aan de kaak te stellen. Zo poogde minister Ben Weyts zijn eigen menselijkheid in de verf te zetten door in een interview het volgende te verklaren: ‘Ik heb ook twee kinderen thuis. Mijn echtgenote werkt én combineert dat met de zorg voor de kinderen. Dat is ook voor haar heel hard.’ Als hij zich met die uitspraak als man van het volk wou laten zien, hebben wij vooral te doen met dat volk, want uit deze uitspraak spreekt een enorme evidentie dat het de vrouw is die voor de kinderen zorgt, niet de man. De (mannelijke) journalist laat dat passeren, of merkt het niet op. Je kan uiteraard discussiëren over verantwoordelijkheden en afspraken tussen man en vrouw onderling, maar deze quote blijft aantonen dat vrouwen die de zorg dragen voor kinderen de status quo is.

Het was maar om te lachen

Dat spreekt ook uit verschillende ‘grappen’ die nu circuleren op sociale media. Zo is er het filmpje van een man die in zijn huis toestellen als de wasmachine, stofzuiger en fornuis test. Wanneer ze allemaal blijken te werken, vraagt hij zich af waarom zijn vrouw beweert zich te vervelen. De grap van bedenkelijk niveau werkt alleen als je ervan uitgaat dat enkel vrouwen dergelijke toestellen gebruiken. ‘Het was maar een mopje’, of ‘het was bij wijze van spreken’. Deze reacties krijg je nogal vaak te horen wanneer je iemand aanspreekt over het gebruik van genderstereotypen. Moeten we inderdaad wel zo zwaar tillen aan uitspraken als ‘shoppen als een man’? Wel… ja, want ze verspreiden ideeën die simpelweg niet kloppen. Maar als je iets vaak genoeg herhaalt, klinkt het op de duur als de waarheid. Voeg daarbij dat mensen groepsdieren zijn die onbewust handelen naar voorbeeld van hun soortgenoten en je krijgt een vicieuze cirkel waaruit soms moeilijk te ontsnappen valt. Zo komt het dat meisjes de weg moeilijker vinden naar STEM-richtingen, of het aantal mannen met verplegeruniform erg laag is.

Wij zien de wereld post-corona liever evolueren naar een inclusieve samenleving, waar geen plaats is voor vooroordelen die mensen in streng afgelijnde hokjes duwen

Ook voor mannen zijn er trouwens concrete nadelen verbonden aan genderstereotypering. Zo is het aangetoond dat mannen gemiddeld minder gezond leven dan vrouwen. Aan de grondslag daarvan ligt op zich niets biologisch. Hoe we eten is sterk gelinkt aan onze identiteit. Mannen leren dat het beter staat om tijdens een uitje met hun vrienden een hamburger te bestellen dan een slaatje, dat groenten en fruit niet als heel mannelijk worden gezien. Als dat maar een keer gebeurt is dat uiteraard geen reden tot ongerustheid, wel als het deel uitmaakt van een patroon. En dat doet het, want langs alle kanten – kijk maar eens naar een willekeurige bierreclame – krijgen mannen te horen dat ze ‘stoer’ zouden moeten eten.

Liever inclusief

Wij zien de wereld post-corona liever evolueren naar een inclusieve samenleving, waar geen plaats is voor vooroordelen die kinderen in streng afgelijnde hokjes duwen, kansen voor meisjes doen krimpen, de eigenwaarde van vrouwen een flinke deuk bezorgen en de gezondheid van mannen fnuiken. Om dat te bereiken, moeten we eerst en vooral ons bewustzijn over genderstereotypes vergroten en stoppen met het verspreiden van gegenderde onzin.

In het vervolg zeg je dus niet ‘shop in tijden van social distancing zoals een man’, maar ‘shop zonder op andere mensen te spuwen, wees beleefd en neem slechts één pak wc-papier.’ Zo voelt iedereen zich hopelijk aangesproken en werk je geen stereotypen in de hand. Dank bij voorbaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content