Heeft je zoon of dochter toxische tienervrienden? Zo herken je ze en zo ga je ermee om

© Ellen van Engelen
Nathalie Le Blanc
Nathalie Le Blanc Journalist Knack Weekend

Toxisch. Het woord valt tegenwoordig snel, maar als een vriendschap of relatie zwaar op het gemoed, zelfvertrouwen en welzijn van je tiener weegt, dan is het woord zeker op zijn plaats. Zo herken je het, en zo ga je ermee om.

Slechte vrienden, ouders maken zich daar al generaties zorgen over. Maar er is een verschil tussen je afvragen of dat feestbeest je tiener bij de studieboeken gaat weghouden en zien dat een vriendschap je puber ongelukkig, onzeker of futloos maakt. Maar voor we dat onderscheid uitspitten, een dienstmededeling: vriendschappen zijn ongelofelijk belangrijk, vertelt sociologe en hoogleraar Beate Völker, directeur van het Amsterdamse NSCR, die onderzoek doet naar vriendschappen. “Vriendschap is een verrijking voor ons bestaan. Bij familie hebben we soms een beetje een verplicht gevoel, maar voor vriendschappen hebben we zelf gekozen. Onze relatie met onze partner is min of meer maatschappelijk ingebed, terwijl we het bij vriendschappen meer zelf moeten uitzoeken. Net bij jongeren zijn vriendschappen cruciaal, omdat ze toelaten dat ze zich losmaken en ontwikkelen. Ze zijn nog op zoek naar hun identiteit en met vrienden gaan ze samen op ontdekking, ze steunen en helpen elkaar. Maar dat betekent ook dat pubers misschien onzekerder zijn dan volwassenen, waardoor vriendschappen ingewikkelder kunnen worden.”

Gever en nemer

“Ik vond het geen sympathiek meisje”, vertelt Leen (48) over Marie, de vriendin van haar dochter Maya (17). “Maar na een tijdje maakte ik me echt zorgen. Hun vriendschap leek me eenzijdig. Ze deden wat Marie graag deed, Maya zag haar andere vriendinnen steeds minder en toen ze ook zei dat ze niet meer naar de tekenacademie wilde zodat ze op vrijdag met Marie kon uitgaan, ging er een alarmbelletje rinkelen. Als Maya thuiskwam, was ze altijd stil, alsof haar ventieltje opengedraaid was en de lucht er een beetje uit was. Toen ik ontdekte dat Maya van haar zakgeld vaak de bioscooptickets en drankjes betaalde voor Marie, heb ik haar daarop aangesproken. Mijn dochter doet weekendwerk om zich wat meer te kunnen permitteren, en ik vond het bizar dat ze met dat geld het sociaal leven van haar vriendin sponsort. Maya zei dat Maries familie het niet breed had en ze anders niets samen konden doen. We hebben daar een jaar lang over gekibbeld, tot Marie naar een andere school ging en uit Maya’s leven verdween. Onlangs gaf mijn dochter toe dat ze zich lichter en blijer voelt zonder haar vriendin in de buurt. Ze wist dat Marie een moeilijke thuissituatie had en wilde er graag voor haar zijn, blijkbaar. Op zich mooi, maar niet helemaal gezond, was onze conclusie.”

Wie minder sterk in zijn schoenen staat, is vatbaarder voor toxische vriendschappen en tieners zijn nu eenmaal nog op zoek naar zichzelf.

Sociologe Beate Völker

Het is niet zo vreemd dat je je vragen stelt over de vrienden van je tiener, vindt Völker. “Je wilt het beste voor je kind en kijkt met veel aandacht naar hun vrienden en hoe inspirerend die zijn. Of niet, natuurlijk. Elke vriendschap rammelt weleens en kent dipjes, maar we noemen een vriendschap of relatie toxisch, als ze is vastgelopen en voor een van de ‘deelnemers’ energie zuigt. Soms is er sprake van een slechte invloed, soms blijft een vriendschap heel oppervlakkig, soms laat de ander je weten dat je zo belangrijk voor hem of haar bent dat je een onaangename druk voelt.” Vrienden die je beledigen of vernederen, die over je roddelen of misbruik van je maken, die jaloers of overdreven competitief zijn, die proberen controle uit te oefenen, die vragen dat je je aanpast, je anders gedraagt of kleedt… Veel drama en stress dus. En dan zijn er natuurlijk ernstige problemen zoals aanzetten tot gevaarlijk gedrag, manipulatie, geestelijk en fysiek misbruik.

De crux bij toxische vriendschappen is dat de twee deelnemers elkaar gevonden lijken te hebben. “De gever en nemer vullen elkaar aan”, legt Völker uit. “Misschien is een van de twee altijd met zichzelf bezig, maar krijgt de ander daardoor het gevoel behulpzaam te zijn. Misschien is een van de twee gemeen maar ook complimenteus, en voelt de ander zich daardoor gezien. We lijden niet vrijwillig: als we bevriend blijven met iemand die energie zuigt, is er een reden. De relatie is bovendien zo ingeslepen dat het moeilijk is om die band door te knippen. De vraag die je je als ouder dus best stelt als je je zorgen maakt over een vriendschap is: wat haalt mijn kind uit deze relatie? Soms denken mensen dat het einde van die vriendschap of die relatie betekent dat ze alleen zijn, omdat er geen andere vriendschap of andere relatie zal zijn.”

Het zijn zeker niet alleen jongeren die in toxische vriendschappen of relaties terechtkomen, vertelt Völker. “We lopen allemaal het risico, maar wie minder sterk in zijn schoenen staat, is vatbaarder voor toxische vriendschappen en tieners zijn nu eenmaal nog op zoek naar zichzelf. Het probleem is dat vriendschappen net een groot effect hebben op die eigenwaarde. Op een vaak heel subtiele manier kunnen ze je bestaan ondermijnen.”

Flauw afkooksel van zichzelf

“Sorry dat ik niet teruggebeld heb.” Die uitspraak trok Stefs (50) aandacht. “De twee uur die we bij mijn stervende vader doorbrachten, pingde mijn zoon Kobes telefoon eindeloos. Toen we samen iets te eten gingen halen, belde Kobe meteen naar zijn vriendin Luna. Zij riep en hij verontschuldigde zich. Dat hij die avond echt naar haar moest komen, tierde ze. De volgende dagen werd duidelijk dat Luna altijd wilde weten waar hij was en met wie, of er volgden knallende ruzies. Later die week hadden we een gesprek. Wij dachten dat hij als leider gestopt was bij de Chiro omdat hij het beu was, maar het bleek te zijn omdat Luna het maar niets vond. Hij spreekt ook steeds minder af met zijn voetbalvrienden en brengt al zijn tijd met haar door. Want ze zien elkaar zo graag.” Stef zucht. “Mijn zoon is een flauw afkooksel van de zelfverzekerde jongen die hij een jaar geleden was en we weten eerlijk gezegd niet hoe we dit moeten aanpakken.” Iets wat Hananne (50) herkent. “Jasmin (16) houdt van dieren en zei als kleuter al dat ze als bioloog of dierenarts de wereld ging rondreizen om walvissen of olifanten te bestuderen. Misschien niet erg realistisch, maar we steunen haar in haar dromen. Vorige zomer ontdekte ze dat de Zoo jobstudenten heeft en dat wilde ze gaan doen. Maar het werd maart, april, en mei, en ze nam geen initiatief. Toen ik haar vroeg wat er aan de hand was, zei ze somber dat ze geen kans maakte, omdat er maar weinig plaatsen waren. Ze wil ook niet meer voor dierenarts studeren want dat is te moeilijk. Ik hoor er de glas-halfleeg mentaliteit van haar vriend Jasper in. Hij ziet alles donker: klimaat, racisme, oorlog, de wereld is kapot. We zijn als ouders dan maar een positief tegenoffensief begonnen en gaan ook nadrukkelijk in op zijn doemdenkerij. Ik wil niet dat mijn blije, slimme dochter zich nu al beperkingen oplegt omwille van haar lief. Maar ze luistert meer naar hem dan naar haar ouders.”

We lijden niet vrijwillig: als we bevriend blijven met iemand die energie zuigt, is er een reden.

Beate Völker

Omgaan met pubers is verre van eenvoudig, weet Sarah Van Gysegem, redacteur bij de Gezinsbond en auteur van het boek Typisch tieners. “In deze levensfase nemen ze afstand, ze zoeken hun onafhankelijkheid en hebben voor het eerst echt een privéleven. Dat wil niet zeggen dat je geen idee hebt wat er aan de hand is in hun leven. Als je een goede band hebt, zul je het snel merken als ze stiller of futloos worden, of als hun uiterlijk of persoonlijkheid verandert. Maar je kunt niet gewoon vragen wat er aan de hand is met een vriendschap of relatie, dat verdragen ze niet. Toch moet je de vinger aan de pols houden. Verbinding helpt daarbij. Zorg ervoor dat niet iedereen in huis zijn eigen leven leidt, maar dat jullie dingen delen. Ik kijk naar Marvel-films met mijn kinderen (lacht), dat geeft ons tijd samen en een gezamenlijk gespreksonderwerp. Tijd samen wordt onderschat. Toen ik mijn kinderen naar hun vele activiteiten overal te lande reed, werd er in de auto vaak echt gepraat. Ook iets als samen afwassen, tuinieren of opruimen kan helpen. Maar zoek vooral iets dat jullie graag samen doen en doe dat bewust. Dat wil zeggen dat je als ouder beschikbaar bent, fysiek maar ook mentaal. Geen gescrol op de telefoon dus.”

Vooruitkijken

Praten en luisteren is belangrijk, volgens Van Gysegem. Maar hoe praat je met een puber over iets waar je je zorgen over maakt, zonder direct te zijn? “Omzichtig. Het belangrijkste advies dat ik kan geven is om altijd vanuit jezelf te praten. Zeg niet: ‘Hoe zit dat met jou?’ Maar wel: ‘Ik heb het gevoel dat je het moeilijk hebt of dat er dingen aan de hand zijn? Ik maak me zorgen.’ Zo geef je aan dat je er voor hen bent en dat ze met jou kunnen praten.”

Vermijd ook kritiek op vrienden en lieven, zelfs als je echt een probleem opmerkt. “Spreek geen oordeel uit”, suggereert Van Gysegem. “Daar zijn tieners heel gevoelig voor. Ook hier peil je best naar hoe het met hen gaat. ‘Ik heb het gevoel dat je ongelukkig, gestrest of bang bent. Is dat niet iets waar je over moet nadenken?’ Dat is beter dan: ‘Ik vind dat die persoon problemen geeft.’ Als ouder zie je jezelf best als een coach. Je staat aan de zijlijn, observeert, doet suggesties, stelt vragen… Maar je houdt hun hand niet meer vast, want dat zijn ze ontgroeid.”

Het probleem is dat vriendschappen net een groot effect hebben op die eigenwaarde. Op een vaak heel subtiele manier kunnen ze je bestaan ondermijnen.

Beate Völker

Vandaar dat vriendschappen, contacten of relaties verbieden echt geen goed idee is, stelt Van Gysegem. “Want dan doen ze het stiekem. Het geeft hun ook de boodschap dat ze zelf niet in staat zijn om keuzes te maken. Bovendien doet zo’n verbod meteen elk gesprek stokken en dat wil je net niet.”

Wat ook belangrijk is, is het goede voorbeeld geven. Toon hoe een gezonde vriendschap en relatie eruitzien, en vertel hoe jij naar die dingen kijkt. “We voeden onze kinderen op zo veel vlakken prima op, maar soms vergeten we dat we hen ook op relationeel vlak moeten opvoeden”, vertelt Van Gysegem. “Soms is het goed om te praten over wat je zelf hebt meegemaakt. Vertel over vriendschappen die goed of slecht liepen, over gebroken harten en verliefdheid, over fouten die je gemaakt hebt en waar je iets uit geleerd hebt.” Dat helpt zeker ook als het over romantische relaties gaat. “Toxische vriendschappen zijn al complex, maar als er verliefdheid bij komt kijken, met alle hormonen, fysieke aspecten en hevige emoties, wordt het nog moeilijker. Ook daar helpt het om te denken: hoe was ik zelf op die leeftijd? Hoe reageerde ik op verliefdheid?”

Als professor Beate Völker stelt dat toxische vriendschappen altijd van twee kanten komen, moeten ouders zich dus de vraag stellen wat hun eigen kind uit die relatie haalt. Niet makkelijk, denkt Van Gysegem. “Een tiener in volle ontwikkeling gaat ook nieuwe kanten van zichzelf ontdekken. Ze proberen dingen, nemen risico’s, noem maar op. Het brein van een puber is nog in volle ontwikkeling en het rationele gedeelte dat onder andere verantwoordelijk is voor denken op langere termijn is pas volgroeid als ze vijfentwintig zijn. Tieners zijn vaak een brok emotie, en ook egocentrisch, dus als ouder moet je hen ook hierin begeleiden. Zoals Peter Adriaenssens zegt: als ouder ben je een baken van rust en ratio. Stel daarom vragen als: laat ons eens vooruitkijken, hoe zie jij jezelf over vijf of tien jaar? Hoe zal je dan terugkijken op je leven nu? Of naar de mensen in je leven nu? Welk advies zou je geven aan een vriend die in jouw situatie zit? Zo kun je hen helpen reflecteren, want ze doen het nog niet uit zichzelf.”

Niet zo braaf

Of ze naar de school konden komen, omwille van een incident. “De hele weg ernaartoe hebben we ons afgevraagd wat het kon zijn, want Lars (16) is een brave jongen”, vertelt Marianne (48) “Dat viel dus tegen. Een meisje dat het had uitgemaakt met een van zijn vrienden werd al weken gepest en lastiggevallen en die ochtend hing er een spandoek op de speelplaats met daarop ‘X is een hoer’. Lars bleek dat ding mee gemaakt te hebben. Het gedrag van de groep was zo grof dat de school één jongen wegstuurde en de rest uit elkaar haalde. We hadden Lars nog nooit grof of pesterig zien doen, dus we schrokken. Hij was niet de initiatiefnemer, legde de directeur uit, maar zelfs bij de meelopers moest er ingegrepen worden. Lars kon niet echt uitleggen wat er gebeurd was, het was gewoon zo gelopen. En ja, hij begreep dat een aantal dingen fout waren, maar zo dramatisch was het nu ook weer niet. Ze was een trut en verdiende niet beter. Zo casual, zo wreed, zijn reactie maakte me fysiek misselijk. Het deed ons beseffen dat we, misschien omdat we de vrienden van Lars niet goed kenden, geen idee hadden waar een aantal van zijn ideeën vandaan kwam.”

Als ouder zie je jezelf best als een coach. Je staat aan de zijlijn, observeert, doet suggesties, stelt vragen… Maar je houdt hun hand niet meer vast.

Auteur Sarah Van Gysegem

Groepsdynamiek is een heel complex gegeven, legt Sarah Van Gysegem uit. “Je kunt je kind wel goed kennen, maar daarom kun je nog niet perfect inschatten hoe die puber in een bepaalde groep functioneert. Kritiek geven op vrienden of partners is geen goed idee, maar je kunt gedrag waar je het moeilijk mee hebt wel in vraag stellen. Als ouder stel je grenzen, ook bij pubers. Maar focus wel op het gedrag en vereenzelvig iemand niet met diens gedrag. Toen mijn kinderen bijvoorbeeld al grappend mensen als losers omschreven, heb ik aangegeven dat ik dat niet wil. Dat is mijn taak als ouder op dat moment.”

De ‘nemers’ in toxische vriendschappen zijn bovendien niet noodzakelijk snoodaards die beslissen om hun dagen manipulerend, spottend of egoïstisch door te brengen. “De nemer is zich vaak niet echt bewust van het effect van zijn of haar gedrag”, zegt Beate Völker. “Die worstelt ook met problemen.” Daarom is het een goed idee om de deur open te gooien voor de vrienden van je kinderen, vindt Van Gysegem. “Je zult altijd veel eten in huis moeten hebben en het zal je het gevoel geven dat je stokoud bent, maar het is zeer waardevol. Op die manier leer je iedereen kennen, zie je hoe ze met elkaar omgaan en kun je beter inschatten wat er aan de hand is.”

Als stevig in je schoenen staan helpt, helpt het dan dat je je tiener zo zelfverzekerd mogelijk maakt? Uiteraard, stelt Van Gysegem, maar zo eenvoudig is dat niet. “Je hebt als ouder de vaardigheden en taal nodig om dat in te zien en te doen. Wat je absoluut kunt doen, is goed kijken naar hoe je kind in elkaar zit. Is het angstig, is het dominant, is het een people pleaser of net niet? En wat absoluut belangrijk is, is dat je goed luistert naar je tiener. Luister echt, niet alleen naar wat ze zeggen, maar ook naar wat er tussen de regels zit en naar hun lichaamstaal. Gedrag zegt soms meer dan woorden. Ik zeg dan wel dat BBB, kort voor babbelen, babbelen en babbelen, het beste advies is, maar eigenlijk moet ik daar LLL aan toevoegen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content