Do it yourself: het is zowel een hit van Peter Gabriel als het devies van de thuisklusser. In zijn moderne versie gaat DIY vooral om het besef dat zelf dingen maken zinvol is, dat expertise delen belangrijk is en dat je niet alles moet overlaten aan specialisten.

De DIY-cultuur wemelt van de bakkende, naaiende, schroevende, plantende, slijpende en zaaiende liefhebbers. Veel speelt zich af in en rond de woning, daar valt niet naast te kijken. Dat is ook zo op de site The life factory, van de twintigers Frauke De Laender en Arne Duym, die als wapenspreuk Happily Handmade voert. Sinds 2014 verzamelen ze er lowtechknutselideeĆ«n om huis en haard op te leuken. Wat dacht u van zelf een poef maken, of een koperen laptophouder, of een klok van beton ? Frauke De Laender : “Het is best hard werken om telkens met nieuwe ideeĆ«n te komen. Vier keer per week komt er een item bij, dus ik hou altijd met een half oog de kalender in de gaten. Als ik in een winkel iets leuks zie, denk ik vaak : dat kan ik zelf maken. En dan kan ik weer verder. We letten er ook op dat er voldoende variatie in zit. Het zijn niet allemaal interieurideeĆ«n, kleding- en beautytips komen net zo goed aan bod. En een paar keer per maand deel ik recepten.”

TIENDE VERDIEPING

Zelf voor je eten zorgen, scoort ook hoog in het land van de DIY’ers. In het recent verschenen gidsje Make your own waagt het auteursduo Annemarieke & Claudette zich aan een kleine theoretische reflectie. Met voedsel uit de supermarkt weet je nooit wat je in je mond stopt, vinden ze. Alleszins een pak kleurstoffen en te veel suikers, “dus, als je de tijd ervoor hebt : maak dan zoveel mogelijk zelf”. Waarna ze recepturen oplijsten voor basics als mayonaise, ketchup en confituur – maar toch ook : hoe moet ik een kip slachten ? Verder kan iedereen zijn eigen groenteboer worden, ook wie in een appartement woont op de tiende verdieping. Als akker dient dan het balkon, een dak, het trottoir, de vensterbank, de sporten van brandladders.

MUITERIJ

Enthousiasme over de tomatenoogst uit je eigen bloempot klinkt niet als een groots politiek statement. Maar maatschappelijke tintelingen kondigen zich niet altijd aan met luid trompetgeschal. Soms tonen ze zich in ‘een miljoen kleine muiterijen’, zoals schrijver en Nobelprijswinnaar V.S. Naipaul dat noemt. Als we de reflectie naar een iets abstracter niveau tillen, kun je zeggen dat DIY zich afzet tegen ‘de kolonisering van de leefwereld’. Dat concept betekent dat de logica van bedrijven en instellingen steeds indringender bepaalt hoe mensen leven, consumeren en produceren. DIY is dan te begrijpen als een tegenstrategie die de zelfredzaamheid wil heroveren. Leve de bevrijding uit de greep van de betweters : dat is de filosofische grond van DIY.

Het mag dan ook niet verbazen dat een hele sliert activisten opereert onder de banier van DIY. En ja, dan kan zelfs borduren een ‘wapen van weerstand’ en een hefboom voor ‘feminiene identiteit’ zijn, zoals te lezen valt in de klassieker The subversive stitch van Rozsika Parker. Of neem het craftivism, een beweging op het snijpunt van feminisme en handwerk. De craftivista’s willen, middels snit en naad, creatieve krachten ontketenen die de heersende mode-industrie in vraag stellen. Een soortgelijk strijdvaardig elan schraagt het DIY Manifesto : een reeks kortfilms over mensen in Detroit die hun eigen boontjes doppen na het failliet van de stad in 2013.

KMO

Nogmaals, zelf shampoo brouwen of een T-shirt naaien voelt niet aan als een vuist in de smoel van het kapitalisme. Ondanks de kijk op doe-het-zelven als micro-rebellie, omhelst een behoorlijk deel van de DIY’ers hartstochtelijk het kmo-model. Op on- lineplatformen als Dawanda en Etsy worden uitsluitend zelfgemaakte spullen verkocht, met als aanlokkelijk perspectief ‘Quit your day job’ – een rubriek waarin mensen vertellen hoe ze dankzij Etsy van hun huisvlijt hun kostwinning maakten. Gabriela, juwelenontwerpster uit ArgentiniĆ« en alleenstaande moeder : “Dankzij Etsy kon ik het huis van mijn dromen bouwen.”

Zo’n vaart loopt het niet met The life factory. Frauke De Laender : “Occasioneel worden we benaderd door een bedrijf dat samenwerking zoekt. We geven ook DIY-workshops. Maar aan actieve marketing doen we niet. Daar hebben we geen tijd voor, Arne en ik werken allebei. Misschien dat er later iets groters uit de site voortkomt, maar een verdienmodel zit er voorlopig niet achter. Het blijft een hobby.” Als dat zo is, en de site slorpt veel tijd en energie op, waarom doen ze het dan ? “Voor de positieve reacties. Het is gewoon megaleuk als je van mensen een postje krijgt met een compliment.”

Het zal niet verbazen dat het enthousiasme, de esthetiek en de productievormen van de DIY-cultuur stilaan in de canon van de markteconomie doordringen. Kleren met opnaaibadges (‘patches’) zijn zo’n spin-off die al bij diverse merken gespot is. Het is een teken aan de wand dat de flagshipstore van Gucci in Milaan een ‘DIY-service’ gestart heeft, die jasjes, mantels, sneakers en handtassen personaliseert door middel van borduursels. Ook de New Yorkse winkel van het streetstylemerk Opening Ceremony heeft een ‘borduurstation’ voor het optimaal customizen van je plunje. Alsof je het helemaal zelf hebt gedaan.

DOE HET NIET ZELF

Dat is allemaal nogal wat, voor iemand die maar af en toe een houten palletje upcyclet naar een zitmeubel. De Amerikaanse kunstenares Lisa Anne Auerbach vindt het te hard van stapel lopen. De juiste conclusie uit DIY mag niet zijn dat we voortaan alles zelf kunnen, maar juist dat we niĆ©t alles kunnen, schrijft ze in haar norse pamflet Don’t do it yourself. Ze noemt DIY een plaag. Schijnzelfredzaamheid. Gekaapt door het bedrijfsleven. Het bevrijdt ons geenszins uit het consumptiecircuit. Je moet immers materiaal kopen, al is het maar een zaag of een bobijn garen. Rond DIY is een geld genererende bedrijfstak gegroeid van handboeken en cursussen en materialen, met dank aan gesponsorde links.

Dat kun je nog ideologische scherpslijperij noemen ; fundamenteler is de bedenking dat het zelf maken van dingen een mens met de neus op zijn grenzen duwt. De frustratie loert immers altijd om de hoek : die zelfgemaakte tuinstoel wiebelt op zijn poten ; de kaas heeft uren werk gekost en is niet te vreten, spullen eindigen in het duister van de bergplaats.

“De zotternij van DIY zadelt ons op”, moppert Auerbach, “met een kast vol nauwelijks gebruikt gereedschap, overschotten van materiaal en onafgewerkte projecten. Ze sluit niet eens goed, die kast, want je hebt de scharnieren scheef geschroefd.” Haar stelregel : doe wat je het beste kunt en laat je voor de rest bijstaan door deskundigen. Als de dilettanten het voor het zeggen krijgen, is dat geen goede zaak voor de beschaving.

Maar haar tirade kan niet uitwissen dat zelf iets creĆ«ren, van idee tot resultaat, ook al is het resultaat niet perfect, grote voldoening kan schenken. Laten we erop rekenen dat de kinderlijke – maar daarom niet kinderachtige – vreugde die daaruit voorkomt verzoenbaar is met een volwassen ernst die zijn beperkingen kent.

PRO AM

Wie durfde twintig jaar geleden, als niet-ingewijde, een videorecorder herstellen of op eigen houtje aan een zwaluwstaartverbinding beginnen ? Niemand. Je mocht al blij zijn als je er in de bib een taai boek over vond. Vandaag heeft een YouTube-tutorial je in geen tijd op weg gezet (respectievelijk in 4’59” en 2’55”). Het is zonneklaar dat de DIY-cultuur maar zo’n hoge vlucht kon nemen dankzij het internet. Er zijn maar weinig onderwerpen waarover je gĆ©Ć©n tutorial vindt. Het net is ook een ideale vindplaats voor wie ambitieuzere plannen heeft. Een houten huis optrekken zonder spijkers (Wikihouse), gratis een meersporengeluidsstudio op je computer laden (Audacity), je eigen cola maken (Open Cola) of een draagbare computerserver knutselen (Jerry DIT). Die laatste is vooral bedoeld voor de derde wereld – maar daar is, zoals bekend, praktisch elke dag een DIY-dag.

Wat opvalt, is dat zich rond zulke DIY-sites telkens een gemeenschap kristalliseert, waar je terechtkunt voor raad en tips, en waar je zelf ook een inbreng kunt doen. Do it yourself wordt steeds meer do it together. Je bent niet meer alleen. Je maakt deel uit van een aanstekelijke, collectieve wijsheid.

De Britse publicist Charles Leadbeater ziet uit die dynamiek ‘een nieuw ras’ oprijzen, de Pro Am. Dat is de amateur die met de bezieling van een profes-sional zijn of haar passie bedrijft. Denk aan de autodidactische filmmaker, de zolderkamermuzikant, de vrijetijdsingenieur. DIY ontketent zo’n enorm potentieel aan creatief en samenwerkend talent, vindt Leadbeater, dat we er het laatste nog lang niet van gezien hebben. De Pro Am democratiseert de dictatuur van de professional.

UPCYCLE

DIY heeft vaak een ecologische, duurzame insteek. Neem nu die pallet die al een tijd in de tuin rondslingert. Normaal zou die in het containerpark belanden. Maar waarom hem niet demonteren, en er een terrasstoel van timmeren ? Is dat niet goed geĆ¼pcycled, Evy Puelinckx ? “Die pallet had je natuurlijk opnieuw kunnen gebruiken in plaats van hem uit elkaar te halen.” Ja, het luistert nauw voor je van echt upcyclen kunt spreken. Evy Puelinckx is het gezicht van Het Vindingrijk, een onlinegemeenschap die het up-cyclen promoot. Dat komt neer op van kapotte of versleten spullen een nieuw, nuttig voorwerp maken. En liefst zonder het eerst af te breken. Dat scherpt het milieubewustzijn en kietelt de creativiteit.

Beginnende DIY’ers kunnen via Het Vindingrijk workshops of upcycleparty’s regelen. Daar leer je eenvoudig huisraad maken : een nachtkastje, een lamp… Allemaal bevattelijk voor amateurs. Lasposten of freesbanken komen er niet aan te pas. Evy Puelinckx ziet een bont gezelschap passeren : alternativo’s, kantoorwerkers die teambuilden, kinderen, zestigplussers. Welke conclusies kan ze daaruit trekken ? “Bij iedereen merk ik een grote trots als ze zelf iets hebben kunnen creĆ«ren. Veel mensen werken zoveel met hun hersenen dat ze handwerk uit het oog zijn verloren. Sommige vrouwen hebben nog nooit geboord of planken gezaagd. Ze voelen zich stoerder als ze met gereedschap in de weer zijn.” Bekijken vrouwen het anders dan mannen ? “Iederen geniet er evenveel van iets te creĆ«ren, maar vrouwen hebben meer oog voor decoratie, design en de persoonlijke toets. Bij mannen staat de functionaliteit meestal op de eerste plaats.”

Is consequent upcyclen iets voor mensen met veel tijd ? Een stoel kopen duurt hooguit enkele minuten. Er eentje maken, daar kruipen flink wat uren in. Evy Puelinckx : “Je moet dat zien zoals tuinieren of uitgebreid koken. Je gunt je brein wat rust, en je hebt er nog plezier aan ook. In de workshops zitten afwisselende handelingen, want er zijn altijd deelnemers met weinig geduld die snel resultaat willen zien. Het heeft ook weinig zin om mensen een opdracht te geven waarvoor ze een uur lang iets moeten afschuren. Het mag geen karwei worden.”

Een tip van Evy voor beginners : doe iets met wijnkistjes. “Die geven heel makkelijk een mooi resultaat. Je kunt ze combineren, stapelen, ophangen, verven. Ze zijn heel veelzijdig, een beetje zoals blokkendozen.”

hetvindingrijk.be

BIO DIY

Sommige gemeenschappen van DIY’ers bestaan uitsluitend online, andere hebben een honk in de echte wereld. Daar is een naam voor : een hackerspace. Dat is een open werkplaats waar Pro Ams samenkomen om dingen te maken en van elkaar te leren. Een prima voorbeeld is het Gentse biolab ReaGent, waar aan biologie wordt gedaan met een praktische inslag. Het lab is een paar momenten per week open voor iedereen, of je nu een titel in de biologie hebt of niet. Winnie Poncelet is een van de oprichters : “We vinden dat biologie niet toegankelijk genoeg is voor het grote publiek, niet qua materialen en apparatuur, en niet qua communicatie, want die is helemaal niet wervend. De gevestigde instituten zijn traag, log, en rigide.”

Wie komt er zoal op af ? “In het begin kregen we voornamelijk medebiologen over de vloer, mensen die hun ei niet kwijt konden aan de universiteit of in het bedrijf waar ze werkten. Maar tegenwoordig zijn er mensen van alle slag.” Zo is er iemand schoenen aan het ontwerpen met schimmelmateriaal. In houtschilfers wordt een schimmel gekweekt, die zich door de schilfers weeft en er een nieuwe materie van maakt, iets tussen hout en piepschuim in. Winnie Poncelet : “Als je dat doet in een mal, kun je zo de onderdelen van de schoen vormen. Er was ook een meisje dat gist had ontdekt op haar muur. Ze heeft geprobeerd daar zeep mee te maken.

ReaGent organiseert workshops voor kinderen. “We laten ze het dna uit een banaan halen, en we leren ze forensische technieken, waarmee ze een zogezegde moord kunnen oplossen.” Heeft ReaGent een politieke agenda met deze biologie voor het volk ? “Wij hebben niet direct een activistische bedoeling. We gaan niet met rieken en fakkels protesteren voor het ministerie van Onderwijs. We willen gewoon tonen dat het op een andere manier kan.” reagent.org

MAANWAGEN

De Part Time Scientists houden kantoor op een industrieterrein in Mahlsdorf, iets buiten Berlijn. Al sinds 2008 werken ze aan een maanwagen, waarmee ze meedingen naar de Google Lunar Xprize : een zak met twintig miljoen dollar voor het eerste privƩ-initiatief dat een voertuig vijfhonderd meter over de maan kan laten rijden.

De 35 Part Time Scientists komen niet voort uit een groot bedrijf of instituut, maar leerden elkaar kennen via de Duitse hackerspace Chaos Computer Club. Enthousiasme voor ruimtevaart is wat hen bindt. In het begin waren de Part Time Scientists ook werkelijk dat : parttime. Iedereen had een gewone job naast het werk aan de maanwagen. Tandtechnicus, game-ontwikkelaar, projectmanager, elektronica-ingenieur…

Hun project kreeg een fikse duw in de rug sinds Audi vorig jaar aankondigde hen te sponsoren. Hoe de twee elkaar vonden ? “Audi is op ons afgestapt,” zegt Sven Przywarra, student en woordvoerder. “Tijdens een lezing in Hamburg van onze voorman, Robert Bƶhme, zat een bestuurslid van Audi in de zaal. Er kwamen gesprekken uit voort en zo ging de bal aan het rollen.”

Intussen zijn er, dankzij de samenwerking met Audi, een aantal vaste contracten. Op het hoofdkwartier zijn twaalf mensen aan de slag, terwijl de anderen, volgens de noden, meewerken vanuit andere steden en zelfs van op andere continenten. Het prototype is klaar, en waarnemers zijn het erover eens dat de Audi Lunar Rover tot de vijf kanshebbers behoort. Robert Bƶhme : “Wat wij willen bewijzen, is dat ruimtevaart goedkoper en toegankelijker kan zijn, en op een andere manier mogelijk is dan wat NASA en ESA doen.”

ptscientists.com

Een ronduit prachtig filmpje van vijf minuten over hun maanwagen is te zien op YouTube.

Tekst Filip Huysegems

EEN TIP VAN EVY VOOR BEGINNERS: DOE IETS MET WIJNKISTJES. DIE GEVEN HEEL MAKKELIJK EEN MOOI RESULTAAT

HET IS ZONNEKLAAR DAT DE DIY-CULTUUR MAAR ZO’N HOGE VLUCHT KON NEMEN DANKZIJ HET INTERNET. ER ZIJN MAAR WEINIG ONDERWERPEN WAAROVER JE GƉƉN TUTORIAL VINDT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content