Jean-Paul Mulders

‘We hebben een broertje dood aan wreedheid en bloedvergieten, en toch kijken we op naar tirannen die hun stempel op de geschiedenis drukken’

Jean-Paul Mulders Columnist voor Knack Weekend en schrijver

We zijn onderweg naar de plek waar Napoleon met aambeien kampte. Korte tijd later beet hij er in het zand, maar tussen beide feiten bestaat naar het schijnt geen oorzakelijk verband. Op Spotify twijfel ik tussen Another One Bites the Dust van Queen en Waterloo van Abba. Ik hou ervan als klank en beeld naadloos samenvallen. Ooit reed ik Wenen binnen toen Vienna van Ultravox per toeval op de radio weerklonk. Voor ons aan de lichten stond een aftandse Mercedes. De pinker tikte en niemand zei iets. Het was zo’n moment waarop er niets gebeurt en dat toch onvergetelijk wordt.

Hoewel Napoleon zelf elke dag een fles eau de cologne gebruikte, hield hij van naturel tijdens het liefdesspel.

Bij het slagveld staat nog altijd die wereldberoemde heuvel, veertig meter hoog en bevattende driehonderdduizend kubieke meter grond. Als kind dacht ik dat hij vol zat met knoken van gesneuvelde soldaten, die ze inderhaast hadden bijeengerakeld en op elkaar gestapeld. Dat blijkt niet te kloppen; van de duizenden doden zijn amper stoffelijke resten teruggevonden. Lange tijd was het een mysterie waar ze dat kanonnenvoer hadden gelaten. Onlangs raakte bekend dat de beenderen van de gesneuvelden wellicht zijn verwerkt door de plaatselijke suikerindustrie, die beenderkool nodig had om de bieten te zuiveren. Koffie met een klontje grootvader: de mens blijft je verbazen. Er bestaat ook zoiets als Waterlootanden: protheses gemaakt uit het gebit van gesneuvelden.

De heuvel laat zich beklimmen via een trap van tweehonderdzesentwintig treden, maar daar pas ik voor wegens zeurende pijn in mijn voet. Bovenop staat een leeuw van achtentwintig ton, die dag en nacht brult naar de windstreek waaruit toen de vijand kwam. Wonderlijker dan die gietijzeren heldhaftigheid, vind ik de prullaria in de souvenirshop: petten, sjaaltjes, gommen, koffiemokken en pispotten die Napoleon en zijn krijgsverrichtingen verheerlijken. Verbazingwekkend, hoe zo’n kerel dood en verderf kan zaaien en twee eeuwen later gerecupereerd wordt voor merchandising. Als je maar lang genoeg wacht, wordt alle leed een koelkastmagneet.

We hebben een broertje dood aan wreedheid en bloedvergieten, en toch kijken we op naar tirannen die hun stempel op de geschiedenis drukken. Dat lijkt heldhaftiger dan als de zoveelste nobody de vergetelheid in te sukkelen. Zelf ben ik gefascineerd door de kleine trekjes van grote mannen. Naar het schijnt leed Napoleon aan ailurofobie, de ziekelijke vrees voor katten – een hebbelijkheid die hij deelde met onder meer Genghis Khan, Julius Caesar en Adolf Hitler. Le petit caporal was bijgelovig en gevoelig voor voortekens. Toen een foto van zijn vrouw Joséphine tijdens een veldtocht beschadigd raakte, vreesde hij dat ze was gestorven of met een ander in bed lag.

Een medisch raadsel is dat Bonaparte, waar hij op zijn lichaam ook tastte, nooit een hartslag bij zichzelf kon gewaarworden. Hij vroeg het soms aan vrienden, die evenmin een hart in dat mollige lijf voelden kloppen. Hartstocht daarentegen kende de keizer wel. Zijn lievelingsstandje was ‘de zigzag’, schrijft Johan Op de Beeck in zijn boek Het hart van Napoleon. Het moet acrobatisch zijn geweest, maar niemand weet nog wat het precies inhield.

Toen Napoleon na een veldtocht naar Parijs terugkeerde, stuurde hij naar zijn vrouw een verkenner vooruit met de boodschap: ‘Ne te lave pas… j’arrive.’ Hij was toen minstens op drie, volgens sommigen zelfs nog op acht dagen afstand. Hoewel hij zelf elke dag een fles eau de cologne gebruikte, hield hij van naturel tijdens het liefdesspel. Geschiedkundigen zijn het er niet over eens of de anekdote op waarheid berust. Misschien is het een mythe, maar waarom een goed verhaal laten bederven door de werkelijkheid?

Het is al donker als we weer wegrijden met de auto. Abba is uitgezongen, maar majestueus verlicht verrijst de heuvel in het duister. De leeuw brult onder een schitterende sterrenhemel, waarin ik de Grote Beer herken en het Steelpannetje.

Op de radio gaat het over maanreizen en de oorlog die nu woedt. Ik vraag mij af of Poetin het ook ooit tot koelkastmagneet schopt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content