Jean-Paul Mulders

‘Noem mij om het even welke partij, en ik kan je haarfijn uitleggen waarom ik er niet voor zal kiezen’

Jean-Paul Mulders Columnist voor Knack Weekend en schrijver

‘De Russen komen, maar onze hipsters en de barista’s zullen ze tegenhouden.’ Soms word je wakker met onzin die in een droom is uitgesproken. Terwijl ik bij het ontbijt de schaal van mijn zachtgekookt eitje verbrijzel, besef ik hoe kwetsbaar we eigenlijk zijn. ‘We hebben een goede oorlog nodig’, zei mijn grootvader als hij zich stoorde aan de zedenverwildering die volgens hem om zich heen greep. Zelf vind ik zedenverwildering een leuk woord. Ik heb meer last van normvervaging, als ik zie hoe twee verwende wichten op televisie de armoedige uithangen. Intussen wordt een ruk naar rechts verwacht, wat mij doet denken aan iemand die op de snelweg onverhoeds aan het stuur van de auto trekt, met het risico tegen een verlichtingspaal te knallen of over de kop te gaan.

Ik stel vast dat ik dakloos ben geworden als het aankomt op politiek. Noem mij om het even welke partij, en ik kan je haarfijn uitleggen waarom ik er niet voor zal kiezen. Voor het eerst overweeg ik ongeldig te stemmen, door op het biljet iets te tekenen waarmee ik de bijzitters misschien een lach kan ontlokken. Het is een zwaktebod, maar ik pas voor de keuze tussen knokkelkoorts of kroep.

Je kunt maar beter meegaan met je tijd als je jeugdnostalgie fout blijkt te zijn.


Op dezelfde manier ongeveer verbijstert het mij hoe de Amerikanen straks mogen kiezen tussen twee relicten uit het fossiele tijdperk. Waarom moet je oud en steenrijk zijn om te kunnen runnen voor president? Is dit nu het beste dat komt bovendrijven uit driehonderddertig miljoen mensen? Waar zijn de levenskrachtige jonge mannen en vrouwen die de mouwen opstropen en hun kinderen voorlezen uit sprookjes ?

Dat vraag ik mij af, terwijl de goden van mijn jeugd het schip verlaten. Bob de Groot, scenarist van de stripverhalen Clifton en Robin Hoed die mij als kind blij maakten, blijkt drie maanden geleden de pijp uit gegaan. Ook het merk Eskimo, fabrikant van nachtkleding en ondergoed sinds 1906, is met stille trom gestopt. Ik was eraan verknocht omdat het mij deed denken aan die zonovergoten lentedag van lang geleden, toen ik in een bonnetterie in Kortrijk twee pyjama’s cadeau kreeg van mijn oma. Een blauwe en een beige, waarop een Eskimo en een pinguïn vol vertrouwen de toekomst in keken. Ze zouden voor mij een symbool van geborgenheid worden.

Ik kan nog een paar slips bemachtigen in de Super Soldi, waar ze aan min vijftig procent te grabbel liggen in maten die minder courant zijn. Ik tast in het duister over de reden van de stopzetting. Is er sprake van een faillissement of gaan steeds meer mensen nu commando, zoals het niet dragen van ondergoed wordt genoemd ? Misschien is de fabrikant geschrokken toen hij hoorde dat het woord Eskimo beledigend is geworden. Je moet nu zeggen Inuit of Joepik – wat ook leuk zou staan op een onderbroek.

Volgens sommigen is intelligentie het vermogen om je aan te passen. Je kunt maar beter meegaan met je tijd als je jeugdnostalgie fout blijkt te zijn. De Duitse metalband Eskimo Callboy veranderde zijn naam in Electric Callboy en NASA schrapte de Eskimonevel uit de kaart van het heelal omdat die aanstootgevend kan zijn.

Tot nader order blijft de Kattenklauwnevel gelukkig bestaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content