Jean-Paul Mulders

‘Soms vertel ik mijn dochter over Ted Bundy, die een gebroken been veinsde om jonge vrouwen in zijn Volkswagen te lokken’

Jean-Paul Mulders Columnist voor Knack Weekend en schrijver

‘Heb je er al eens bij stilgestaan,’ vraag ik aan mijn dochter, ‘dat je gebit het enige deel van je skelet is dat in contact staat met de buitenwereld?’

Het frappeerde mij toen ik dat las, maar zij lacht er gewoon haar tanden bij bloot. Haar gebit wordt tot volmaaktheid gedwongen door een vernuftige constructie van ijzer en rekkertjes. Zo gaat dat nu: geen tand mag afwijkend in het gelid staan. Haar vriendinnen concurreren in perfectie, met als nadeel dat de ene lach erg lijkt op de andere. Zolang ik mij kan herinneren, was ik fan van het spleetje tussen de tanden. Ik heb een zwak voor schoonheidsfoutjes: het kleine gebrek dat de voortreffelijkheid van het geheel des te beter in de verf zet.

Mijn dochter is zeventien geworden en ik trakteer in de zaak waar je schizofrene pizza’s kunt bestellen. ‘Half & half’, wordt dat systeem genoemd. Ik experimenteer graag met gedurfde combinaties, terwijl mijn dochter het bij de soberheid houdt van de margherita. ‘Kwaliteit,’ zegt zij, ‘verraadt zich vooral in de eenvoud.’ Ik vraag mij af waar zij die wijsheid vandaan haalt, terwijl ik zelf een combinatie te lijf ga van pittige perencompote, zadenmix en kappertjes. Als kind vond ik het verwarrend dat er kappers zijn om op te eten, maar ook kappers die je haren knippen. Groot was mijn ontgoocheling toen ik vernam dat een monster soms ook maar een bodemstaal is.

Mijn dochters vriendinnen concurreren in perfectie, met als nadeel dat de ene lach erg lijkt op de andere.

Mijn dochter draagt een jack van een katachtig merk, dat ze gekocht blijkt te hebben in een hippe Parijse boetiek. Ik schuifel ongemakkelijk op mijn stoel heen en weer als ik hoor dat er een man heeft gevraagd of zij ‘al eens naaktfoto’s heeft overwogen’, zomaar in het Gentse Sint-Pietersstation. Zij heeft hem beleefd te woord gestaan en uitgelegd dat zij nog maar zestien was. Ik zeg dat zij moet leren niet te vriendelijk te zijn. Soms vertel ik over Ted Bundy, die een gebroken been veinsde om jonge vrouwen in zijn Volkswagen te lokken. Ik beschouw het als mijn taak om haar de mooie kant van de wereld te tonen zonder de kwalijke te ontzien. Mega Mindy en Zweinstein liggen al een tijd achter ons, ontvoerd als zij werd door Snapchat en TikTok. Het kind van weleer is verveld tot een vrouw, die lacht als de Mona Lisa en alles in vraag stelt wat ik denk en doe. Wel delen wij een gevoel voor humor. Wij lachen vaak om dezelfde dingen een deel van ons skelet bloot.

Voor haar verjaardag kreeg ze een kamerplant cadeau en stiften van de Hema. Ik heb ook beloofd haar telefoon te repareren. In deze tijd van hokjesdenken blijf ik het beeld najagen van de homo universalis. Ik kan yoghurt maken, gaten in kousen stoppen, scheermessen op de leren riem wetten, cakes bakken, planten stekken, vierkantswortels trekken, de afvoer ontstoppen en het gebarsten scherm van een iPhone vervangen. Vooral met dat laatste oogst ik respect bij het nageslacht.

Soms ook krijg ik waardering als ze iets van mij leest en zegt: ‘Dat vond ik goed. Écht wel goed eigenlijk.’ Alsof het haar verbaast dat er frisheid kan schuilen in fossiele hersenkronkels.

Ik krimp dan ineen en vind het een groot compliment. Juist omdat zij mijn dochter is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content