Nathalie Cardon

‘David Bowie vraagt me op de gekste momenten of ik wel genoeg uit het leven haal’

Nathalie Cardon Eindredactrice Knack Weekend

Nathalie Cardon vindt niks te banaal voor een goed verhaal.

Ik ging naar Moonage Daydream kijken, de documentaire over David Bowie die ondertussen al niet meer in de grote zalen draaide. Mijn zoon had ’m gezien en het woord ‘inspirerend’ laten vallen, dus haastte ik me naar die ene vertoning in het lastig gelegen filmhuis: ik was toe aan bezieling, een mentale bladblazer die het laagje herfst uit mijn hoofd zou stoten. David had me iets te vertellen, voelde ik, hier en vandaag, nu thuisblijven zou me vanop een verre ster eeuwig kwalijk genomen worden.

Die avond leerde ik twee dingen. Eén: fans van David Bowie zijn blijkbaar gemiddeld vijftien jaar ouder dan ik. Elk moment kon iemand me vragen mijn pas boven te halen om me op de rooster leggen: ‘Waar was jíj toen Major Tom de ruimte inging?’ Geen leeftijdsgenoot, laat staan een millennial te zien, wellicht waren ze samen met de Gen Z’ers naar de kaskraker Zillion getrokken: ook een criminele dancinguitbater kan een held zijn, als de krant het maar genoeg schrijft. De tweede ontdekking was van een heel andere orde: mijn leven, of wat het woord ook is voor wat ik elke dag zoal doe, stelt niks voor. A rato van duizend beelden per minuut werd duidelijk dat je wel kunt dénken dat we ‘in wezen allemaal hetzelfde zijn’, maar dat je het aan een marsmannetje gewoon niet uitgelegd krijgt, dat sommige aardbewoners niet weten welk topnummer of wervelend schilderij eerst te maken, in één week tijd van filosofie en verschijningsvorm wisselen, verhuizen zodra een land ‘te comfortabel’ voelt om hen nog te prikkelen, over de grenzen van geslacht, de tijd en het hele universum heen dansen, terwijl andere zich in een donkere filmzaal zitten af te vragen wanneer ze hun bibliotheekboeken eigenlijk moeten terugbrengen.

Ook een criminele dancinguitbater kan een held zijn, als de krant het maar genoeg schrijft.

Sinds Moonage Daydeam zit er een mannetje op mijn schouder. Of beter, een wezentje. Oranje haar, wit gezicht, duizelingwekkende plateauzolen. Op de gekste momenten wil hij weten of ik wel genoeg uit mijn korte tijd op aarde haal. Tijdens het vaste vijfjaarlijkse jobgesprek bijvoorbeeld, als de hr-verantwoordelijke vraagt hoelang ik nu al doe wat ik doe. Dan fluistert hij, met dat mooie Britse accent van hem: embrace the chaos. Wanneer ik ’s avonds mijn laptop openklap, klaar om het woord Streamz in te tikken, hoor ik ’m don’t waste a single day galmen, net zoals in de docu. Zwijg toch Ziggy, wil ik zeggen, maar ik ben bang. Dat hij de spiders from Mars op mij afstuurt. Dat hij gelijk heeft. Misschien heb ik de rebel rebel in mij te diep weggedrukt toen ik het bestaan tot een hanteerbare vorm kneedde.

Graag had ik geweten hoe de andere bioscoopbezoekers hiermee omgaan. Hebben ze het zot in de kop sinds ze de eindgeneriek uitzaten, of zijn ze de jaren voorbij waarin je je nog laat meeslepen door het idee dat het allemaal meeslepender kan? Zelf heb ik alvast een tip om het draaglijk te houden: denk ook eens aan een ander idool. Zo krijgt David in mijn hoofd nu het gezelschap van Denise. Lang geleden, tussen een twaalfde stiel en een dertiende ongeluk, werkte ik een week in een winkel van naaigarnituren. In de keten met de grote knoop op het raam was het destijds niet evident dat je kon zitten tijdens de lunch: er was maar één stoel, waar we beurtelings een kwartier op schoven. Na twee dagen wist ik hoe een lumbagolijder zich voelt. En een hond, dankzij klanten die furieus een vermeende korting kwamen opeisen of hun vaste sokkenmerk even niet vonden. Denise, de oudste verkoopster van dienst, had een geknakte rug maar ogen die alles zagen. Ze zei: “Er is zoveel verdriet. Ik stel mezelf één doel, elke dag opnieuw. Iedereen die hier slechtgezind binnenkomt, met een glimlach doen buitengaan.” We can be heroes. Almost every day.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content