Zonder bubbels en glinsters

Reacties : jp.mulders@skynet.be

Nieuwjaarskaartjes. Ik wou er dit keer geen schrijven, tenzij dan naar het handjevol dierbaren voor wie mijn wensen echt gemeend zijn. Kaartjes van anderen dwarrelden echter als verlate herfstbladeren in mijn bus en verstopten mijn mailbox. Ze beslopen mij zelfs via sms, dat rare woordje dat mij doet denken aan een kruising van die afgezette rechter uit Mechelen en de snoepjes die niet in je hand maar in je mond smelten. Ze vroegen om een antwoord.

Liever had ik doorgelezen in J.K. Rowlings De orde van de Fenix. De schrijfster, dat wist ik zeker, had wel een betere benaming kunnen bedenken voor het getover dat wij Dreuzels bedekken met dat stomme drieletterwoord. Hoe zouden ze een sms op Zweinstein noemen ? Sluipletters misschien, een galantere tegenhanger van de Brulbrief. De romanticus in mij treurt overigens nu ik Rowlings boeken niet langer kan lezen als de charmante hersenspinsels van een arme, alleenstaande moeder die vlucht in haar fantasie. Nu ze rijk is geworden, moet ik de aandrang bevechten in haar boeken producten te zien, die via goederentreinen fabrieksterreinen uitdenderen met namen op hun flanken : BASF. Bayer. Rowling. Maar ze passen prima bij de sfeer van deze maanden en doen het kind in mij juichen.

Dit alles uiteraard geheel terzijde. Ik had het over nieuwjaarswensen. Als je bedenkt hoe zo’n jaar met zijn spieren kan rollen, zou je er al vlug voor terugdeinzen je medemens te veel lekkers toe te wensen. Kwestie van het lot niet te tarten. Met de giframp in China en de aardbeving in Iran roerde 2003 in zijn doodsreutel nog vlug eens zijn lelijke staart. Het ziet er niet naar uit dat 2004 zich daarin veel voorkomender zal gedragen dan zijn voorgangers. Jaartallen kunnen daar macho in zijn. Het zijn mannetjesputters, die zich willen bewijzen.

Als zo’n apparaat van de Lotto waarin de balletjes al dansen, zo kun je zo’n pas aangebroken jaar ook zien. De trekking moet nog volgen. Geen mens die nu al weet welke cijfers eruit zullen komen, wie euromiljonair wordt en wie het moede hoofd onder een brug zal moeten neervlijen. Op het einde van dit jaar zullen namen op eenieders lippen branden die nu nog volslagen onbekend zijn. Beelden waar we nog geen weet van hebben, zullen zich voor tientallen jaren op ons collectieve netvlies hebben geëtst. Hopelijk zitten daar niet te veel openvallende monden tussen, en van angst vertrokken gezichten.

Vreemd hoe zo’n jaarwisseling niet meer is dan een afspraak, en toch aanzet tot verwoede pogingen van pendelaars en koffiedikkijkers om een blik in de toekomst te werpen. Tot goede voornemens. Tot wensen. Lang heb ik moeten zoeken naar een wens die wel vrolijk was maar tegelijk mijn voorzichtigheid tegenover de toekomst uitdrukte. De wensen voor een ‘glinsterend, stralend, fosforiserend jaar’ borg ik al op toen Tsjernobyl ontplofte, en ook de ‘bubbels en gensters’ die ik vroeger wel in enveloppen van nieuwjaarskaarten durfde likken, vind ik tegenwoordig wat geforceerd. We mogen al blij zijn als we gezond blijven, denkt de grijsaard in mij dan, als we af en toe kunnen genieten van wat stil geluk. Stil geluk. De jonge tafelspringer die ook nog in mij schuilt (het kan druk zijn, daarbinnen) proeft al iets vies als ik dat zelfs nog maar uitspreek. Stil geluk smaakt naar iets wat tussen knoflook, zetmeel en aluminiumfolie in ligt. Niet dat ik dat laatste ooit geproefd heb, maar ik meen er mij toch een idee van te kunnen vormen hoe het in gesmolten toestand smaakt.

“Verwacht liever het slechtste”, zei mijn grootoom Isidoor zaliger. “Dan is al wat beter is toch geen teleurstelling.” De knar had makkelijk praten. Hij leefde in de tijd voor allerlei goeroes van het positief denken ons het leven onmogelijk maakten. Na omzwervingen en radeloze nachten kwam ik uiteindelijk bij een zinsnede uit die Koot & Bie in de jaren zeventig lanceerden. Vrij bewerkt klinkt die wens : “Dat 2004 mag brengen wat we eind 2002 van 2003 verwachtten omdat 2001 dat dus niet had gebracht.” De perfecte balans tussen vooruitgangsoptimisme en voorzichtigheid. Ik wens het u toe, beste lezer, die ik nu sinds een jaar vanaf deze pagina toespreek zonder dat ik uw gezicht kan onderscheiden, als een soort muezzin vanuit zijn papieren minaret. Dat 2004 voor u een voortreffelijk jaar mag worden, een jaar zonder veel kommer of kwel, waarin vooral iets bewaarheid wordt wat u al zolang tevergeefs had gewenst. Maar nu scheer ik mij weg hier, want ik kan het godbetert toch weer niet laten mensen met wensen om de oren te slaan.

JEAN-PAUL MULDERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content