Wijzer en wijzer
Zoals de mode met de tijd meegaat, gaat de tijd met de mode mee. En dus was soberheid een kernwoord op het Wereldsalon van de Horlogerie in Bazel. De erfstukken voor het nieuwe millennium zijn niet van goud maar van staal en caoutchouc.
Met het jaar tweeduizend in aantocht krijgt het meten van de tijd een wat bijzondere betekenis. Of het nu fout berekend is of niet, er is een magisch breukpunt in aantocht en we willen zo precies mogelijk weten hoe ver we nog van de grote dag – wordt het feest, wordt het chaos? – verwijderd zijn. Logisch dus dat er meer dan één gelegenheidshorloge op de markt komt dat de tijd aftikt die ons nog van het derde millennium scheidt. Al trekken echte uurwerkmakers daar een beetje hun neus voor op. “Speelgoed”, smalen ze.
Meten en weten, is in de horlogewereld echter slechts één aspect. Wat wij rond onze pols dragen zijn ook signalen en symbolen: “Zeg mij hoe laat het is en ik zal zeggen wie u bent”. Horloges doen immers veel meer dan de tijd aanduiden. Voor vele mannen is een uurwerk het enige juweel dat ze zich durven permitteren. En daar leggen ze dus graag wat geld voor op tafel. Want al zijn de duurste horloges misschien niet altijd de beste – zoals er chique auto’s zijn met een povere reputatie -, ze zeggen wel iets ondubbelzinnigs over je bankrekening. Of over je ambities en pretenties. Patsers kan je herkennen aan het feit dat ze het bandje wat te los dragen, zodat het pronkstuk zonder mankeren onder hun manchet uitkomt. Of erger: ze stropen à la Jambers hun mouwen op.
In Bazel had zopas het Salon Mondial de l’Horlogerie et de la Bijouterie plaats. Alle uurwerken die je er ziet en die niet in werking zijn, staan op tien over tien. Dat is de sympathiekste wijzerstand weet men hier: het horloge glimlacht je dan toe. Ook de Zwitserse horloge-industrie heeft reden tot lachen: ze is al een eeuw de absolute leider in deze sector.
In het begin van de jaren zeventig werd ze even verrast door de komst van de kwartstechnologie, maar ze is deze mini-aardbeving goed te boven gekomen. Aan de ene kant door hardnekkig door te gaan met het maken van traditionele mechanische horloges, aan de andere kant door een gedurfde marketing en een gevoel voor verjonging en fun zoals dat het sterkst door Swatch ontwikkeld werd. De exuberante Nicolas Hayek – “Iedere directeur moet de fantasie van een zesjarig kind hebben” – maakte in het begin van de jaren tachtig Swatch groot door het aantal gangbare onderdelen in een horloge van 151 terug te brengen tot 51. Daarmee werd de prijs meteen zo aantrekkelijk, dat horloges verzamelen geen luxe-hobby meer was.
In de nieuwe expohallen, een gigantisch complex van ijzer en staal dat de oude universiteitsstad Bazel 300 miljoen Zwitserse frank heeft gekost, stelden dit jaar meer dan 2000 exposanten tentoon. Hoeveel tonnen goud en hoeveel miljoenen karaat die samen in hun stands hadden liggen, is moeilijk te schatten. Dat tijd zonder enige twijfel (heel veel) geld is, mag blijken uit het feit dat de Zwitserse horloge-industrie in ’98 een recordexport optekende van 221 miljard BEF (5,48 miljard euro). Ook al kreeg de Aziatische markt een gevoelige klap, en ook al hebben de klanten, met uitzondering van de Amerikanen, de voorbije jaren minder zin in goud en tierelantijnen gekregen.
Dit jaar wordt dat nog duidelijker: het design-devies is eenvoud. Dat uit zich ook in de materialen: je ziet veel staal, en ook heel wat caoutchouc armbanden. Dat laatste zelfs bij modellen van een half miljoen frank. Maar ook combinaties van leder en staal en zelfs van staal en briljant worden niet geschuwd.
In de hou-het-simpel-trend loopt Calvin Klein op kop. De Versatility bijvoorbeeld heeft een kunststofarmband, en een duidelijke wijzerplaat waarop alleen basic informatie wordt gegeven. De Tech Rubber heeft als enige frivoliteit dat hij verkrijgbaar is in verschillende vrolijke kleuren. Bij de Seasons, in zachte pasteltinten, is de belettering beperkt tot drie streepjes, het middaguur wordt aangeduid door het CK-logo.
In het lagere gamma zal je vandaag nog meer digitale uurwerken vinden dan voorheen, het hogere gamma doet het alleen met wijzers. Voor dit laatste bestaat een sterk argument. Een wijzerhorloge geeft namelijk drie informaties tegelijk: over de tijd die verstreken is, de tijd die nog komt en hoe laat het op dit moment is. Een paar cijfertjes vertellen alleen hoe laat het nu is.
De ronde modellen, voorspellen de vakbladen, zijn op de terugweg, maar ze vertegenwoordigen toch nog tachtig procent van de markt.
Zoals gewoonlijk lopen er verschillende tendensen door mekaar: aan de ene kant juweeltjes van minihorloges, aan de andere kant zware chrono’s die om gespierde armen vragen. En tegelijk vloeien de mannelijke en vrouwelijke lijnen in elkaar. Met één uitzondering: mechanische modellen blijven een mannenzaak, de vrouwen moeten het met kwarts doen. Zouden de fabrikanten denken dat zij te zwak zijn om aan een knopje te draaien? Of zouden dames die ingewikkelde mechaniek niet begrijpen? Laat het duidelijk zijn dat het uiterst complexe binnenwerk van een mechanisch horloge ook voor de meeste heren Chinees is. Weinigen zullen de vernieuwende betekenis snappen van het coaxiaal echappement dat meester-uurwerkmaker George Daniels voor Omega ontwikkelde. (Het echappement is het onderdeel dat aan het schakelrad een sprongsgewijze beweging geeft; de vondst van Daniels verkleint de wrijving en verhoogt de precisie op lange termijn.)
Voor alle grote merken blijft de autosport een belangrijk marketinginstrument. Maar ook vliegen en duiken zijn favoriete referenties. De Flyback van Blancpain, een automaat in platte uitvoering, combineert beide. Zijn naam verwijst naar het mechanisme dat (de piloot die rechtsomkeer maakt) toelaat met één druk op één knop alles op nul te zetten. En je kan er honderd meter diep mee duiken, wat – zeker voor de damesversie, afgezet met diamanten – een tikje overbodig lijkt. Met de Seamaster GMT van Omega, aangeprezen door een heel James-Bond-kijkende Pierce Brosnan, kan je een duik van 300 m maken. Natuurlijk is dat niet echt de bedoeling: de diepte-aanduiding is een kwaliteitsnorm.
Ook op het gebied van computertechnologie gebeuren er spectaculaire dingen. Van robuuste tafelmodellen zijn we geëvolueerd naar desktops, en van laptops naar modellen niet groter dan een hand. Maar daarmee is de downsizing niet ten einde: er wordt nu naar het polshorloge gelonkt. Het grote probleem daarbij zijn echter de batterijen, die extreem klein en krachtig moeten zijn. Zo moet je bij de SwatchTalk, een combinatie van gsm en polshorloge, telkens je wil bellen of gebeld worden de telefoonfunctie activeren. Als die blijft aanstaan, wordt er te veel energie verspild.
Maar er wordt in deze richting verdergedacht: e-mailhorloges en global positioning – een uurwerk dat je de weg wijst- zijn niet ver weg meer. De tijd wordt wijzer en wijzer.
(onderschriften)
FOTO 1
CK Seasons van Calvin Klein, 5400 fr.
FOTO 2
Balmain Elysée Chrono, vanaf 19.690 fr.
FOTO 3
Tisot T Collection, vanaf 9890 fr.
FOTO 4 en 5
Boven: Omega De Ville Co-Axiale en een tekening van het mechanisme, en de Blancpain Répetition minutes: twee horloges uit de hogere prijsklasse.
FOTO 6
Mannenmodel van Longines in staal, 32.900 fr.
FOTO 7
Certina, 11.900 fr.
FOTO 8
De SwatchTalk bevindt zich nog in de ontwerpfase.
Pol Moyaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier